De verenglishing van het Nederlands in Vlaanderen (2.2)
In deze reeks vertellen onderzoeker Eline Zenner en taalliefhebber Jan Hautekiet het verhaal van de ‘verenglishing’ van het Nederlands in Vlaanderen. Een overzicht van de afleveringen in de aangroeiende reeks vind je hier. In dit stukje bespreken we wat het Engels nu precies uitzonderlijk maakt. In de volgende aflevering duiken we de geschiedenis in.
Je kunt gerust proberen om de positie van het Engels als wereldtaal te relativeren, maar de operatie zal niet erg succesvol zijn. Hoe het Engels vandaag functioneert in de wereld, is immers echt ongezien. Vertellen dat het Engels een unieke positie bekleedt als wereldtaal, is zo ook een beetje een open deur intrappen. Toch is het zinvol om even stil te staan bij net hoe uniek die positie van het Engels als wereldtaal is.
Daarvoor hebben we cijfers nodig. Die vinden we onder andere in het werk van anglist David Crystal, die verschillende boeken schreef over de wereldstatus van het Engels. Terwijl taalkundige Randolph Quirk in 1962 nog niet boven een slordige 350 miljoen uitkwam, schatte Crystal in 1985 het aantal sprekers van het Engels al op een miljard. Toen voorspelde hij dat hij vast wel een tijdje bij die schatting zou kunnen blijven. Dat was ijdele hoop: al een decennium later moest hij met nieuwe cijfers komen aandraven. In 1997, in de eerste editie van zijn boek English as a Global Language, dreef hij het cijfer al op tot 1,3 miljard. In de tweede editie van het boek in 2003, loopt zijn schatting al tegen de 1,5 miljard. En dat is ook alweer twintig jaar geleden. Alleen al maar de lineaire groei van de bevolking, van een dikke zes miljard mensen in 2003 tot acht miljard vandaag, zorgt voor een toename in het aantal sprekers van het Engels, zelfs al zouden de andere factoren stabiel blijven.
Dit soort tellingen is dus duidelijk al achterhaald nog voor ze verschijnen. Dat is niet de enige kanttekening bij dit soort indrukwekkende cijfers. Sprekers van een taal tel je immers niet zomaar, al zeker niet bij een taal die zo veel statuten heeft in zo veel landen, en die zo veel mensen als tweede of vreemde taal verwerven. Vanaf wanneer mogen we iemand als spreker van het Engels meetellen? Komt oom Ronnie in aanmerking omdat hij zich uit de slag trekt om de klantendienst van Amazon een retourlabel te ontfutselen of de weg in het Engels kan vragen aan een Italiaanse barman in Brussel? Hoe komen we al die Ronnies en barmannen op het spoor? Tellen we hoeveel studenten zich registreerden voor Engelse lessen? Werken we met censusgegevens of steekproeven en extrapoleren we de bevindingen? Er zijn verschillende antwoorden op deze vragen, die tot verschillende tellingen leiden.
Als we met cijfers willen aantonen dat het Engels een unieke positie bekleedt, zullen we dus moeten toegeven dat we per definitie met ruwe schattingen werken, die sneller gedateerd zijn dan je ze kunt produceren. Tegelijk is de voorsprong van het Engels op andere talen van die aard dat een paar honderdduizend sprekers meer of minder het verschil niet maken. Het Engels komt er zo om minstens vier redenen als uniek geval uit.
Een eerste reden halen we uit de meest recente Top 200 meest gesproken talen van de wereld van Ethnologue, een inventarisinitiatief dat kerninformatie verzamelt over elk van de volgens hen 7168 erkende talen in de wereld vandaag. Voor alle duidelijkheid: de cijfers schatten alle sprekers van de talen, niet enkel de thuistaalsprekers. In de top tien hieronder zie je alle usual suspects, zoals Mandarijn, Spaans, Standaard Arabisch, Russisch, die hier en daar nek aan nek lopen. De positie van het Engels is evenwel onbetwistbaar bovenaan, met ruime voorsprong, zelfs al lijkt Ethnologue conservatief, met een schatting van 1,5 miljard. Die vonden we bij Crystal al in 2003 terug. In elk geval is de conclusie: het Engels is zo uniek omdat het met zo’n voorsprong de grootste taal van het moment is, en de grootste taal ooit.
Engels | 1,5 miljard sprekers |
Mandarijn | 1,1 miljard sprekers |
Hindi | 610 miljoen sprekers |
Spaans | 560 miljoen sprekers |
Frans | 310 miljoen sprekers |
Standaard Arabisch | 274 miljoen sprekers |
Bengali | 273 miljoen sprekers |
Portugees | 264 miljoen sprekers |
Russisch | 255 miljoen sprekers |
Urdu | 232 miljoen sprekers |
Minstens even uniek is het Engels omdat het die aanvoerderspositie gelijk weer verliest wanneer we enkel de moedertaalsprekers van het Engels tellen. Dan wint het Mandarijn ruimschoots met 920 miljoen sprekers versus 373 miljoen voor het Engels, maar ook het Spaans schiet voor in de ranking voor, met 475 miljoen sprekers. We kunnen het Engels en het Mandarijn dus niet zomaar gaan vergelijken. Het klopt zeker dat de de facto nationale taal van China ook een uitzonderlijk groot aantal sprekers heeft, maar dat is dan vooral omdat er nu eenmaal veel mensen in China wonen. Het Engels bekleedt zijn plaats bovenaan het podium vooral dankzij tweede- en vreemdetaalsprekers. Tweedetaalsprekers zijn mensen die het Engels boven op hun moedertaal verwerven in landen waar het Engels officiële functie bekleedt, zoals in de Filipijnen. Vreemdetaalsprekers zijn mensen zoals wij, die het Engels verwerven in een land waar het geen officiële status bekleedt. Moedertaalsprekers zijn dan mensen die het Engels als eerste taal hebben verworven, typisch bijvoorbeeld Britten, Amerikanen, Australiërs. De groep tweede- en vreemdetaalsprekers samen is voor het Engels naar schatting dus meer dan drie keer groter dan de groep moedertaalsprekers van het Engels. Anders gezegd: voor elke thuistaalspreker van het Engels zijn er ongeveer drie niet-thuistaalsprekers. Dat is ongezien.
Wie toch nog probeert te nuanceren, komt nu vast met andere bekende linguae francae aanzetten. Het Latijn of het Arabisch, bijvoorbeeld. Natuurlijk klopt het dat het Engels niet de eerste of enige taal is uit de geschiedenis die als communicatiemiddel dient tussen mensen met een andere thuistaal, zoals oom Ronnie en de barman. Dat zie je zelfs in de herkomst van het woord lingua franca zelf, waar heel wat debat over is. Ofwel is de term terug te voeren naar het Arabische lisan-al-farang ofwel wordt er Byzantijnse invloed in gezien. De etymologie van de term is niet het enige waar onduidelijkheid over bestaat. Taalkundige Peter Bakker noemt het oorspronkelijke Lingua Franca een ijsberg: we hebben via de beperkte bronnen en teksten enkel zicht op de top. Wat wel met voldoende zekerheid vaststaat, is dat Lingua Franca een taal was voor handel en diplomatie in de late middeleeuwen, gebruikt om communicatie mogelijk te maken tussen West-Europese, Turkse, en Arabische zakenlui, en een taal van communicatie was tussen slaven en meesters in Noord-Afrika. Ook zeker is dat de toenmalige geografische verspreiding van Lingua Franca niet te vergelijken is met die van het Engels vandaag. Hetzelfde geldt voor het Latijn: het Romeinse rijk beperkte zich zelfs in zijn hoogdagen tot het Middelandsezeegebied – de specifieke verspreiding binnen de kerk daargelaten. De derde reden waarom het Engels zo uitzonderlijk is, is zo zijn geografische reikwijdte.
Die verspreiding van het Engels kun je natuurlijk ook weer op verschillende manieren benaderen. Je kunt er ook hier weer voor kiezen op je wereldkaart enkel landen in te kleuren waar het Engels een officiële status heeft. Omdat je dan net voorbijgaat aan de zo bijzondere lingua franca-functie, is het beter om te vertrekken vanuit landen met een redelijk aantal inwoners die het Engels als taal beheersen. Meer betrouwbare inschattingen zijn vaak geografisch beperkt en snel achterhaald, zoals de informatie uit de Eurobarometer van 2012. Die opiniepeiling is beperkt tot landen van de EU en ondertussen toch alweer meer dan tien jaar oud. Wat ruwere, maar wel recente, inschattingen vinden we in de EF English Proficiency Index (EF EPI) van EF Education First, een internationaal taalonderwijsbureau. De EF EPI bevat de resultaten van hun EF Standard English Test, een gestandaardiseerde test die het niveau van Engelse taalbeheersing meet. Iedereen die wenst, kan de test afleggen. Merk op: Wellicht nemen algemeen gesproken wat meer mensen deel die geïnteresseerd zijn in taalonderwijs, maar slechts 10% van de deelnemers volgt effectief een EF-programma.
Elk jaar brengt EF een rapportje uit met de resultaten, die onder andere in een wereldkaart worden gegoten. Landen krijgen op de kaart een kleurtje om de gemiddelde taalbeheersing van de deelnemers samen te vatten, enkel bij landen met meer dan 400 deelnemers. De belangrijkste boodschap bij de kaart hieronder is dat de deelnemers van alle ingekleurde landen zich uit de slag kunnen trekken in het Engels. Bij oranje landen is dat ‘niveau oom Ronnie’: sprekers kunnen zichzelf voorstellen en kunnen de weg uitleggen aan een vreemde. Bij blauwe landen, incluis België en Nederland, gaat het om sprekers die de taal genuanceerd kunnen gebruiken in sociale context, geavanceerde teksten kunnen lezen, en een contract kunnen onderhandelen met een thuistaalspreker van het Engels. De landen die niet zijn ingekleurd zijn landen waarvoor niet genoeg gegevens beschikbaar zijn, en zo ook de typische thuistaallanden voor het Engels, zoals de Verenigde Staten, Groot-Brittannië of Australië. Die mag je in je hoofd natuurlijk mee in het blauw kleuren. En zo is het wel duidelijk. Het Engels is een wereldtaal, verspreid over elk continent.
De kaart maakt ook duidelijk, en dat is de laatste reden waarom het Engels zo uniek is, dat de brede groep vreemdetaalsprekers niet zomaar avondschoolaficionado’s zijn die uit interesse voor de cultuur van Engelstalige landen op de schoolbanken kruipen en het tot basisgebruiker schoppen via wat vaste verbindingen – als Donde esta la biblioteca mas proxima. Zeker binnen Europa gaat het om actieve gebruikers die de taal kunnen hanteren in tal van (professionele) contexten. En dat doen ze niet omdat het Engels zo’n eenvoudige taal is. Welke historische factoren er wel aan te wijzen zijn voor de positie van het Engels vandaag, is voor de volgende aflevering.
Een gestructureerde inhoudsopgave van De verenglishing staat hier.
Bij deze reeks hoort een regelmatig geüpdatete bronnenlijst.
Lees ook het volgende artikel in deze reeks: Waar de zon niet ondergaat
Lees ook het vorige artikel in deze reeks: Waarom het Engels: de boomer en de millennial
Laat een reactie achter