Doen seide Etsijtes: “Allet tghene dat ghi verhaelt hebt, dat sal ic achter volghen naest mijnder macht. Sijt mi goede kinderen, ick sal u een goet heere sijn.”Sy riepen alle: “Jae wy!”, ende si songhen van blijschapen “Noe, Noe.”
Noe, noe, noe, psallite noe.Hierusalem, gaude et laetare, quia hodie natus est Salvator mundi.Noe, noe, noe, jacet in praesepio, fulget in caelo.Noe, noe, noe, attollite portas, principes, vestras,et elevamini, portae aeternales, et introibit Rex gloriae.Noe, noe, noe, quis est iste Rex gloriae?Dominus virtutum, ipse est Rex gloriae. Noe, noe, noe.
“Noël, Noël, Noël!”, zingt: “Noël!”Jeruzalem, wees blij en verheug u, want vandaag is de Verlosser van de wereld geboren.Noël, Noël, Noël! Hij ligt in de kribbe, schittert aan de hemel.Noël, Noël, Noël! Vorsten, haal uw poorten op, en laat de poorten van eeuwigheid opgehaald worden opdat de glorieuze Koning kan binnentreden.Noël, Noël, Noël! Wie is deze glorieuze Koning?Deze glorieuze Koning is de Heer van alle goedheid.Noël, Noël, Noël!
Bronvermelding: de afbeeldingen zijn genomen uit het exemplaar Library of Congress, Rosenwald Collection 1134.
Naschrift:
Een nieuwe vindplaats:
Hertoghinne Kerstine was seer blyde als sy vernam die coemste van hertoge Anthonis haren man ende ghinc hem teghen met vele vrouwen ende joncfrouwen ende edelen vanden lande ende oec met der clergien ende den borgers vander stad, ende omtrent een half mile vander stad daer ontfingen de hertoghe ende die hertoghinne malckanderen seer blideliken. Ende alle tgemeyn volc riep: “Noel! Noel!”, dats te seggen: ‘groote blischap!’, ende dancten Gode onsen here vander wedercoemst van haren heere.
Historie van Meluzine, Gheraert Leeu, Antwerpen 1491, fol. p2ra.
Frank Willaert zegt
Knap gevonden. Wellicht verdient hier ook vermelding wat het Dictionaire du moyen français meedeelt: ‘”crier noël”, crier en signe de bienvenue à l’entrée des grands dans les villes’. Dit past hier perfect.
Willem Kuiper zegt
Bedankt, Frank, voor dit ontbrekende puzzlestuk.
jandeputter zegt
Willem vroeg of ik dit nog aan de reactie van Frank Willaert toevoegde:
De uitdrukking Noël, Noël kwam ik tegen in het prachtige boek van Boris Bove, Le temps de la guerre de cent ans, (Belin Histoire de France), p. 373.
Op deze pagina citeert hij de ‘Quadrilogue invectif’ van Alain Chartier uit 1422: “Souviens-toi (de Burger JdP) que tu crias “Noël!” avec de vibrants accents de fête et d’allégresse pour l’événement pénible qui te fait maintenant dire “helas” cent fois par jour.”
Bove merkt hier bij op dat dit een allusie is op de intrede van Jan zonder Vrees in november 1408. Blijkbaar, en dat is mijn interpretatie, werd hij als een vredesvorst verwelkomd.