Helge Bonset schrijft iedere maand over Nederlandstalige boeken die je zou moeten (her)lezen
Wie weet dat Cees Nooteboom ooit op 26-jarige leeftijd een toneelstuk heeft geschreven? Ik, want ik zag het op 15-jarige leeftijd in Grand Theater Gooiland in Hilversum. Het werd gespeeld door de Nederlandse Comedie, onder regie van Han Bentz van den Berg, en met acteurs Joan Remmelts (Arthur), Ellen Vogel (Anna), Marie Hamel (Ina), Jacqueline Royaards-Sandberg (Celine), André van den Heuvel (Harry), Lous Hensen (Elsy) en Jurg Molenaar (Peter).
De achtenzeventigjarige gepensioneerde kolonel Arthur de Vries Huydecooper van het voormalige Indische leger en zijn twee bejaarde zusters Ina en Celine, wonen in een grote sombere villa in het Gooi samen met hun dertigjarig nichtje Anna.
Ze leven in het verleden, niet alleen de drie oude mensen, maar ook Anna. Zoals de zwanen van de Theems, die besmeurd door de olie van een gezonken tankboot hun vleugels niet meer konden bewegen, voelen de oude mensen zich weerloos overgeleverd aan de dood. Ook Anna kan haar vleugels niet meer uitslaan. Zij heeft nooit een man ontmoet die haar genoeg kon boeien, en zij vlucht telkens uit het kille nuchtere bestaan naar de fantasie-spelletjes met haar oom Arthur, waarin zij samen scènes uit de Atjeh-oorlog opvoeren en Anna de held met een ridderorde decoreert. Een vierentwintigjarige student, Peter, is al lange tijd in Anna geïnteresseerd en probeert haar te bewegen weg te gaan uit het huis. Maar zij is gehecht geraakt aan Arthur en wil hem niet in de steek laten. En ook vindt ze Peter te jong.
In de ruime villa komt de jonge officier Harry inwonen met zijn vriendin Elsy die een kind van hem verwacht. Ook hem achtervolgt het verleden: de herinnering aan allerlei wreedheden tijdens de politionele actie in Indië. Onrust drijft hem naar steeds nieuwe veroveringen: hij heeft zijn vrouw voor Elsy in de steek gelaten en laat Elsy nu vallen voor de eenzame Anna, die zich langzaamaan hem gewonnen geeft. Haar oom waarschuwt Anna tegen Harry, maar Harry brengt hem tot zwijgen door te dreigen dat hij zal onthullen dat de oude heer nooit in Atjeh heeft gevochten, geen kolonel is en het niet verder heeft gebracht dan sergeant bij de administratie in Batavia. Als Harry Anna’s kamer verlaat na hun eerste intieme samenzijn, wordt hij door de oude man neergestoken. Elsy en Anna vinden hem; Anna ziet meteen dat hij dood is.
(Arthur komt nu uit de gang, gekleed in het uniform van oud koloniaal – er is iets van waanzin in zijn gezicht – Anna ziet hem het eerst – ze staat een ogenblik star naar hem te kijken, vliegt dan op hem af – grijpt met twee handen zijn boord en scheurt alles los)
ANNA: O, het is niet gebeurd, het is niet waar, nee, nee, nee!!
(Ze begint te krijsen en gilt door als het doek valt.)
Een klassiek drama, zonder god(en), maar wel met een verloren paradijs op de achtergrond. En met een bekend thema: de indringer, die een vastgeroeste gemeenschap in opschudding brengt. Maar anders dan bijvoorbeeld in de film Borgman van Alex van Warmerdam, waarin hij iedereen aan zich onderwerpt en zegevierend met zijn volgelingen vertrekt, wordt de indringer hier zelf het slachtoffer. Zijn komst brengt bij de andere personages ook geen bevrijding uit hun patronen teweeg, zoals in de film Teorema van Pasolini. Ben Wolken stelde in een bespreking van De Zwanen van de Theems (Raam, 1964-1965) terecht: “ Nergens biedt de toekomst kansen in dit stuk: noch bij de oudjes, noch bij het ongetrouwde paar, noch ook in de verbintenis van de nicht met de inwoner. Alle kansen zijn al verkeken, alles is al bedorven, al wil niemand dat erkennen.”
Een tweede bekend thema in het stuk is: gekooide vrouwen. We kennen het uit Tsjechovs beroemde De drie zusters. Hier zien we twée gekooide vrouwen: Anna en Elsy.
ANNA: Hoe zou ik veranderd moeten zijn. Niemand heeft ooit iets voor me veranderd. Er is zelfs niemand dood gegaan. Ze zijn allemaal gebleven, en ze doen hun best om allemaal zo lang mogelijk te blijven, om alles onveranderd te laten. Zelfs de straat blijft hetzelfde. En de tuin! Een keer heb ik geprobeerd om de tuin te veranderen. Ik heb tulpenbollen geplant.
PETER: En narcissen.
ANNA: Hoe weet jij dat?
PETER: Je had ze van mij gekregen.
ANNA: Dat weet ik al niet meer – maar in ieder geval zijn ze niet opgekomen. Hoe had ik moeten veranderen?
PETER: Je had weg kunnen gaan.
ANNA: Waarheen?
PETER: Wég!
ANNA: Dat kan niet!
PETER: Waarom niet? Waarom kan iedereen weg en jij niet. Hoe denk je dat het hier afloopt – als je hier blijft?
ANNA: Daar denk ik niet over. (stilte)
(………………….)
PETER: Blijf je om hem? [Arthur, HB]
ANNA : Om wie anders? En wat gaat het jou aan? Als het belachelijk is ben ik belachelijk en jij niet. Is het belachelijk?
PETER: Ik weet het niet.
ANNA: De enige keer dat ik je iets vraag wéét je het niet. Ik vraag je of het belachelijk is en je weet het niet!
PETER: Het is belachelijk.
ANNA: Waarom?
PETER: Weet je dan niet dat oude mannen toch dood gaan, vroeger of later. Heeft niemand je dat dan verteld? Heeft niemand het ooit tegen je gezegd?
(…………..)
ANNA: Je bent jaloers op hem. Je denkt dat je van me houdt op de een of andere manier…..geloof ik. Waarom? Waarom doe je dat? Je hebt geen reden. Het is belachelijk. Ik hoef er niet op te letten. Ik heb er niets mee te maken…..Je bent er niet eens. (zware stilte) Wat denk je dat ik zou moeten doen? Het is belachelijk. O het is zo belachelijk. Wat wil je dat ik doe?
PETER: Dat weet je toch….ik wil dat je weer bent zoals vroeger –
ANNA: Ach vroeger, vroeger…
PETER: Word toch weer levend (hij schudt haar heftig) ’t kan toch, je moet, je moet….(op dat ogenblik gaat de bel).
Zoals Anna vastzit aan haar oude oom Arthur, zo zit Elsy, zwanger en wel, vast aan haar ontrouwe Harry.
ELSY: Ga je naar hiernaast?
HARRY: Even maar. Je weet dat ik het gezellig vind om met die ouwe heer te praten. Hij is lang in Indië geweest, en hij weet er verdomd veel van. Dat vind je toch niet erg? (hij smeekt nu bijna als een klein kind – wil niet dat ze het hem kwalijk neemt)
ELSY: Mag ik mee?
HARRY: Ach, ik kom toch zo weer terug – laat me nu maar even gaan – met zijn tweeën wordt het meteen zo’n invasie…
ELSY: (plotseling) Je gaat voor haar.
HARRY: Stel je nou toch niet aan!
ELSY: Nee, nee- je weet het misschien zelf nog niet – maar het is weer begonnen in je. Je staat in bloei…zo is het toch?
HARRY: (loopt naar haar toe, pakt haar bij de schouders) Wees toch verstandig – toe nou- waarom zou ik van je weg willen – doe toch niet zo dom – ik ga heus niet van je weg liefje, heus niet…
ELSY (huilt) Wel waar.
(…………….)
HARRY: (na lange stilte) Zei je niet dat je een fles whisky gekocht had?
ELSY: (met iets van hoop) Ja, zal ik hem pakken. Wacht, ik zal hem open maken.
HARRY: Spaar je moeite, ik neem hem zo wel mee.
ELSY: Mee? Mee? (begint hoog, een beetje vreemd te lachen, heel vlug te praten) mee, hij neemt je mee (houdt de fles in de hoogte) je gaat op bezoek, bij vreemde mensen.
HARRY: Stel je in godsnaam niet aan – geef die fles hier.
ELSY: Ik heb hem gekocht.
HARRY: Van wie zijn geld? Kom, geef hier. (zij wijkt terug naar een hoek van de kamer. Een korte worsteling – hij ontwringt haar de fles)
ELSY: (langzaam, vlak) Ga je nu naar hiernaast?
HARRY: Ik ga eerst een eindje wandelen. Ik heb hoofdpijn – ik ga eerst naar buiten.
ELSY: En dan naar hiernaast, naar haar toe.
HARRY: Ik heb bij haar niets te zoeken, dat heb ik je al gezegd. Of wil je me soms in die richting drijven.
ELSY: Dat zou je er graag van maken, hè? Jij hebt alles te zoeken, bij iedereen. Ga vlug, voor je te laat komt. Voel je dat niet, ze staat al aan de deur, ksshht, vlug, anders kom je te laat om een nieuw leven te beginnen.
Er zijn meer belangrijke thema’s in De Zwanen van de Theems: de ouderdom en de dreigende dood, het verloren Indië. Ik kan ze helaas niet allemaal met citaten illustreren.
Waarom sprak het stuk me op mijn 15e zo aan? Ten eerste: Nooteboom was ‘maar’ elf jaar ouder dan ik; ik vond het ongelofelijk dat hij op die leeftijd zo’n toneelstuk over en voor volwassenen kon schrijven. En dat vind ik nog. Ten tweede was ik diep onder de indruk van de uitzichtloze situatie van de gekooide vrouw Anna: ik identificeerde me sterk met de pogingen van student Peter om haar te redden. Dat zal zeker ook te maken gehad hebben met de aantrekkingskracht die, ondanks mijn jeugdige leeftijd, Ellen Vogel op me uitoefende. (Aan het laatste deel van de regieaanwijzing: “Zij is tegen de dertig, slecht verzorgd” was niet tegemoetgekomen). Ik besefte niet dat de actrice in werkelijkheid geen dertig, maar zevenendertig jaar was, slechts twee jaar jonger dan mijn moeder die naast me naar het toneelstuk zat te kijken.
De Zwanen van de Theems krijgt in 1960 een (gedeelde) Visser-Neerlandiaprijs. In 1963 maakt Nooteboom een bewerking voor tv en verschijnt naar aanleiding daarvan ook een nieuwe, bewerkte uitgave. In 1981 is er nog een opvoering door amateurs van Toneelvereniging OEK (Ons Eigen Kring) uit Schagerbrug. Daarna verdwijnt het stuk uit het gezichtsveld van de toneel- en literaire wereld. Wat zou het mooi zijn om het nog eens opgevoerd te zien, en dan gewoon het stuk, zoals het staat op papier, en zoals het speelt in zijn tijd, de jaren vijftig van de vorige eeuw. Geen pogingen tot ‘actualisatie’, zoals belerende teksten of filmpjes over Nederland’s koloniale verleden, toegevoegde zielenroerselen van de acteurs of de regisseur, of rare kleding.
Een toneelstuk is natuurlijk niet primair geschreven om gelezen te worden. Maar als je dit stuk leest, zul je zien dat het spannender en gelaagder is dan menig roman. Dus ga naar boekwinkeltjes.nl en koop De zwanen van de Theems ( 19 exemplaren, uit 1959 en 1963).
Rolf den Otter zegt
Ik zie in de catalogus van Beeld en geluid, dat er in 1973 ook nog een TV uitzending bewaard gebleven is:
Televisiebewerking van een toneelstuk van Cees Nooteboom door
Dimitri Frenkel Frank.
Rolverdeling: Arthur de Vries Huydecooper: Lo van Hensbergen;
Anna, zijn nicht: Els Ingeborg Smits; Ina, zijn zuster: Elise
Hoomans; Harry van der Meer, kapitein: Cor van Rijn; Elsy
Parroi: Mariëlle Fiolet; Peter Quelhorst: Johan Ooms. Ingeleid
door Cees Nooteboom.
Jammer dat zulk materiaal vrij prijzig is om op te vragen. Bij beeld en geluid kun je het wel inzien.