40 jaar tandeloos (75)
Boeken lezen over boeken is ongeveer even leuk als boeken lezen. Ja, als je een roman leest, treed je binnen in het hoofd van iemand anders. Maar als je een boek leest over een roman, treed je het hoofd binnen van iemand die het hoofd binnentreedt van iemand anders. Het aardige van romans is dat ze een ervaring bieden die je vrij letterlijk kunt herhalen – door het boek nog eens te lezen. En zo kun je dus des te beter vaststellen dat iemand anders dezelfde ervaring kennelijk heel anders, eh, ervaart.
Helaas verschijnen er niet veel boeken meer over boeken. Dat vind ik echt een gebrek van de hedendaagse Nederlandse literaire cultuur. Over het oeuvre verschenen zelfs betrekkelijk veel studies, al zijn dat er nog lang niet genoeg – samen nemen ze vermoedelijk minder ruimte in beslag dan de oorspronkelijke boeken en totdat het gelijk getrokken is, zijn we niet tevreden. Er is een boekje van Carel Peeters, er bestaat Groepsportret van Anthony Mertens en Jan Brands en van Jan Brands solo bestaat er Mijlpalen en millimeterwerk. Wat die werken, afgezien van het boekje, allemaal gemeen hebben is dat ze inventariserend van karakter zijn. Dat kan natuurlijk ook niet anders, bij zo’n gigantisch werk waarover zo weinig geschreven is. Eerst moet de kaart van het gebied worden getekend.
Popmuziek
Maar gelukkig is er nu de Stichting De Tandeloze Tijd, een genootschap van bewonderaars – voor zover ik kan nagaan het énige genootschap in ons taalgebied – die lezingen organiseert en boeken uitgeeft over De Tandeloze Tijd, en sinds het afgelopen weekeinde ook boeken van Van der Heijden (in de podcast De nieuwe contrabas wordt beweerd dat dit boek door Van der Heijden in eigen beheer is uitgebracht, maar dat is dus niet waar).
Het nieuwste boek van de stichting. heet 40 jaar De tandeloze tijd en bevat behalve een tekst van Van der Heijden zelf – herinneringen aan zijn tijd bij filosofie in Nijmegen – opstellen van liefhebbers. Sommige heeft de ware liefhebber al tot zich genomen – er staat bijvoorbeeld de tekst in van de lezing die Arjen Peters eerder dit jaar in Nijmegen hield en die ook als video online staat, en een bewerkte heruitgave van een tekst van dé Heijdenoloog van dit moment, Jan Brands. Maar er staan ook nieuwe artikelen in, zoals een verrassende bijdrage van Jan Weemers, die wel eens voor Flix uit De tandeloze tijd is aangezien, en die in ieder geval de échte Albert Egbers heeft gekend, de man die model stond voor Egbert Egberts.
Dat is allemaal heel mooi, en het allermooist is het opstel van Tijs Tummers, dat gaat over popmuziek in De tandeloze tijd. (Ook hierin herneemt hij overigens een eerder essay, maar dat had ik nog nooit gelezen.)
Aangekondigd
Het fijne was dat ik toen ik begon te lezen dacht dat het een absurd onderwerp was. Tummers begint eerst hoog op te geven van het feit dat Van der Heijden zo’n beetje de eerste schrijver was die de popmuziek de Nederlandse literatuur in bracht. Maar mij was dat allemaal nooit opgevallen.
Toch heeft Tummers gelijk. Hij laat meesterlijk zien dat allerlei nummers uit de popmuziek een belangrijke rol spelen in sleutelscenes uit de cyclus. Ik herkende die scenes natuurlijk wel, maar had altijd over die popmuziek heengelezen – zoals alle eerdere afleveringen van deze reeks bewijzen, waarin het wel regelmatig ging over Mozart en nooit over Herman’s Hermits.
Je kunt zo’n boek gewoon niet alleen lezen. Je mist dan veel te veel. Dit boek is aangekondigd als deel 1. Hopelijk komen er nog minstens veertig bij.
Hiermee sluit ik voorlopig deze reeks af. In het voorjaar zou er nóg nieuw deel van De Tandeloze Tijd moeten verschijnen, maar de datum en andere details daarvan zijn nog onduidelijk.
40 jaar De tandeloze tijd. Over de cyclus De tandeloze tijd. Stichting De Tandeloze Tijd, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Hans zegt
Bedankt, Marc. Het was een genoegen om je commentaar te lezen EN het werk opnieuw met je mee te lezen
jan posman zegt
ik vind het ook jammer dat er geen boeken over boeken meer verschijnen maar moet er tegelijk om lachen dat dit hier nog zo letterlijk wordt gesteld. Hoe zou je zo’n boek in dit dunne taalgebied nog aan de man moeten krijgen? Misschien kunnen we stemmen laten opgaan voor een staatsuitgeverij.
Marc van Oostendorp zegt
Wat mij betreft hoeft zo’n boek niet per se op papier te verschijnen. Dit was de slotaflevering van een reeks met ruim 80 afleveringen (ondanks dat wat excentrieke nummering) – dat is óók een boek. Alles bij elkaar is die nu al door enkele duizenden mensen gelezen. Rijk hoef je aan de discussie over boeken niet te worden.