Een van de problemen van deze tijd is de betaalmuur: hoewel het technisch mogelijk is om alle wetenschappelijke kennis zonder extra kosten ter beschikken te stellen aan iedereen met een internetverbinding, zijn in de praktijk nog altijd veel tijdschriften in handen van commerciële uitgevers die exorbitante prijzen vragen voor een abonnement of zelfs om maar één artikel te lezen – aan dat laatste ben je vaak net zoveel kwijt als aan een jaarabonnement voor een niet-wetenschappelijk tijdschrift.
Er wordt wel gewerkt aan een oplossing, die meestal open access wordt genoemd, wat niets anders betekent dan dat de meest voor de hand liggende mogelijkheid wordt gekozen: de artikelen staan op een website en iedereen die dat wil, kan ze downloaden. Maar op de een of andere manier kiezen veel wetenschappers nog steeds voor het prestige van Nature en Science – die in handen zijn van commerciële uitgeverijen.
Een voordeel van open access publiceren voor onderzoekers is wel dat hun werk vaker geciteerd wordt door andere wetenschappers, en dat is iets waarop ze ook worden afgerekend. Maar aan dat voordeel wordt de laatste jaren geknabbeld – door piraten. Dat blijkt uit een recent artikel in het tijdschrift Scientometrics, een tijdschrift dat gaat over het wetenschappelijk bestuderen van het wetenschappelijk bedrijf.
De auteurs laten zien dat de opkomst van de website ScienceHub, waarop je illegaal heel veel publicaties in heel veel tijdschriften gratis kunt vinden, ervoor zorgt dat het voordeel voor open access aan het verdwijnen is – ook die commerciële artikelen kun je immers gratis lezen. Maar dat betekent op zijn beurt een gevaar voor open access, want dat had immers gezien vanuit het prestige die citeerbaarheid als een van de weinige voordelen. Het beste model voor de onderzoeker is nu in een duur en prestigieus tijdschrift te staan en dan bij een piraat gelezen te worden.
Het laat natuurlijk een onaangenaam, maar menselijk, kantje bij de onderzoekers zien, die kiezen voor prestige en roem in plaats van voor het zo eerlijk mogelijk delen van kennis. Maar het is ook lastig te bedenken wat er op die manier aan te doen is – behalve dat subsidiegevers insisteren dat alle door hen betaalde wetenschappelijke arbeid moet resulteren in open access publicaties, zoals in Europa gelukkig steeds meer gebeurt.
Iedereen die hierboven op Scientometrics heeft geklikt om het artikel te laten zien, ziet trouwens dat het artikel waarin dat allemaal staat, juist bij zo’n dure uitgever zit (Springer). Je moet er bijna 40 euro voor neerleggen, al kun je het vast ook ergens illegaal downloaden.
Robbert-Jan Henkes zegt
Een mogelijke tussenstap: de universitaire bibliotheek die op de tijdschriften geabonneerd is. Dan zou je als lid de artikelen gewoon moeten kunnen lezen en downloaden. Ook een voordeel: aan één bezithebbende bibliotheek heb je genoeg. Natuurlijk moet die dan wel open access zijn en niet alleen voor studenten of wetenschappers of medewerkers.
Rita De Caluwé zegt
Inderdaad, mij stoort het al jaren dat wetenschappelijk werk zo sterk binnen het kringetje wetenschappers gehouden wordt. Het openlijk delen van sommige van hun vondsten, ontdekkingen kan soms bij een andere, minder gefortuneerde, wetenschapper een licht doen branden. Als beiden dan kunnen samen komen om hun respectieve vindingen in 1 project mooie resultaten te laten behalen, dan is dit toch winst voor iedereen. Bovendien, een niet-wetenschapper gaat zelfs in open access niet naar wetenschappelijk werk zoeken.
Jona Lendering zegt
Dit laatste moet ik, met verschuldigd respect, tegenspreken. Het is ook voor niet-wetenschappers urgent dat er open access komt.
Voorbeeld 1: wetenschapsjournalisten kunnen op dit moment hun controlerende taak niet goed uitvoeren, terwijl deze steeds noodzakelijker wordt, omdat academische persberichten niet zelden misleidend zijn. (Ik weet dat het ministerie zich hier momenteel over buigt.) Journalisten hoeven de peer-review niet te herhalen, maar kunnen zich ook niet zomaar door persberichten laten sturen.
Voorbeeld 2: momenteel is er onderzoek naar de vaccinatieprocedures voor minderjarige asielaanvragers. De publicaties zijn voor relevante instellingen (huisartsen bijvoorbeeld) ontoegankelijk, terwijl ze wel belangrijk zijn.
Benjamin Bossaert zegt
Het verhaal van Open Access publiceren steun ik ten zeerste, alleen zijn er aan onze afdelingen neerlandistiek in het buitenland ook gewoon financiele repercussies aan verbonden. Voor een artikel dat je in een tijdschrift publiceert dat gerankt is in de databases Web of Science, Scopus of Current Content, krijgen we momenteel 14 punten, al de rest, of dat nu een hoofdstuk in een boek is, een artikel in een tijdschrift of het blaadje van de lokale heemkundige kring, 1 punt. Dat verschil is enorm en daar hangt rechtstreeks budget van de vakgroep vanuit het ministerie van Onderwijs van af en bovendien ook nog ons eigen salaris, wij krijgen een deel prestatieloon volgens het “publiceren in hooggerankte tijdschriften”. Zolang wij dus niet aan de mouwen trekken van het onderwijsministerie om die scientometrische financiele verdeelsleutel te herzien, zal er bij ons niets fundamenteels veranderen in die richting. Alleen: aan de letterenfaculteiten willen ze dat heel graag veranderen, maar hebben bijvoorbeeld medici of natuurwetenschappers wel baat om die rankingcriteria niet te veranderen, want zij hebben daar meer en betere publicatiemogelijkheden. Het is dus een tanker die echt moeilijk te keren is.
Weia Reinboud zegt
Ik heb maar 1 peer reviewed artikel op mijn naam staan en kon voor dat onderwerp niet kiezen uit meerdere soorten tijdschriften. Ze vroegen me of ik het, nergens aan verbonden zijnde, open access wilde publiceren. Daar moest ik dan wel 1500 euro, of was het nog meer, voor neerleggen. Flink meer dan een maand AOW! Dat heb ik niet gedaan, maar ik weet niet wat ik daardoor mis.
Auke van Breemen, zegt
Het zijn overigens niet de piraten die de ‘gratis wetenschap’ (zorgvuldiger zou zijn geweest: ‘de gratis toegang tot wetenschappelijke publicaties’) schaden. De gesignaleerde gevolgen zijn zogeheten ‘onbedoelde gevolgen’. De door Oostendorp gekozen titel bekt wellicht lekker en trekt de aandacht, maar pas in het artikel wordt duidelijk wat de werkelijke oorzaak is. Dat namelijk is de perverse manier waarop met punten status wordt toegekend aan individuele wetenschappers. Het had de auteur gesierd als dat element was teruggekomen in de titel.