Over sommige waanzin wordt gezegd dat er systeem in zit. Bij Maarten Biesheuvel (1939-2020), een schrijver die zijn leven lang geplaagd werd door manies en depressies, zou je misschien nog beter kunnen zeggen: hij was gek, maar er zat karakter in. Hij bleef altijd zichzelf, ook in zijn meest vreemde uitlatingen kun je altijd de meester ontdekken, met zijn voorliefde voor negentiende-eeuwse Russische literatuur, voor sigaartjes, voor klassieke muziek, en voor Eva. Hij was het soort man die als hij met een ambulance moest worden vervoerd naar een inrichting, zich eerst heftig verzette, maar uiteindelijk, als hij daar vastgebonden lag aan de ambulancebroeder vroeg: ‘Mag de sirene aan?’
Dat bleef tot op het laatst zo, blijkens het boekje dat Aart Hoekman onlangs uitbracht onder de titel Mag de sirene aan? De laatste jaren van Maarten Biesheuvel. Hoekman was een goede vriend van Biesheuvel en kwam tot op het laatst – het boekje beschijrft de jaren 2017-2020 waarin Biesheuvel verplicht werd opgenomen, zijn vrouw overleed en tot slot hijzelf – bij de oude schrijver langs. Zo herinnert hij zich het laatste gesprek, voor hij voorgoed in slaap werd gebracht:
Tegen zessen zou begonnen worden met het toedienen van de medicatie. We namen afscheid, er werden handen gegeven. ‘Dag Marianne.’ ‘Dag Aart.’
We trokken ons terug, buiten. Na tien minuten had de verpleegster de klus geklaard. Maar Maarten was nog volop bij kennis dus gingen we weer naar binnen. ‘Ha Maarten.’ Er werd nu non-stop gerookt. ‘Wil je nog eens boektitels van Karel noemen?’ Toen hij na drie kwartier nog volop bij kennis was, vroeg hij: ‘Heeft dat meisje het wel goed gedaan?’
Zijn laatste wens was, kortom, boektitels van Karel van het Reve te horen.
In het boekje wisselt Hoekman hoofdstukjes af waarin hij eigen aantekeningen uitwerkt aan die laatste drie jaren, met hoofdstukjes waarin hij Biesheuvel aan het woord laat. In die laatste jaren nam hij in totaal 20 uur gesprekken op zijn iPad op. Die citatenhoofdstukjes zijn thematisch georganiseerd, en één ervan gaat ook weer over Van het Reve (“Hoeveel zou er nu van zijn Verzameld werk verkocht zijn?”), maar ook bijvoorbeeld over zijn houten huisje in Leiden (“Soms staan er mensen m’n huisje te bekijken. Ik weet niet wat ik dan moet doen. Zwaaien?”) of over literatuur (“Als Homerus nu maar gereformeerd was geweest, dan zou hij beter hebben geschreven”).
Het is een mooi boekje, liefdevol, door Hoekman in zijn eigen uitgever Brooklyn heel fraai uitgegeven. De Nederlandse literatuur heeft meer gekken gekend, maar weinigen die zo lief, zo begaafd en zo grappig waren als Maarten Biesheuvel.
Aart Hoekman. Mag de sirene aan? De laatste jaren van Maarten Biesheuvel. Leiden: Brooklyn 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter