Het nog steeds relatief bescheiden onderzoek naar het Surinaams-Nederlands heeft enkele nuttige opsommingen opgeleverd van kenmerken waarin het Surinaamse Nederlands duidelijk verschilt van het Europese. Behalve uitspraakkenmerken zoals de bilabiale w of Surinaamse lexemen worden o.a. grammaticale kenmerken genoemd zoals deletie van er, het gebruik van die als lidwoord, of het gebruik van als in afhankelijke vragen (in plaats van of). Veel van die opvallende eigenheden blijven in de geschreven registers echter afwezig, waardoor een doorsnee artikel in een Surinaamse krant wellicht voor de meeste lezers nauwelijks te onderscheiden valt van een stuk uit Nederland. Dat maakt krantenartikelen evenwel niet oninteressant voor variatie-onderzoek: lexicometrische methodes kunnen immers patronen detecteren die het blote oog niet ziet, en met dit stuk willen we een dergelijk patroon signaleren dat interessant lijkt voor verder onderzoek.
De Surinaamse taalsituatie wordt gekenmerkt door een enorme talige diversiteit. Tellingen, o.a. in het kader van de Staat van het Nederlands, fluctueren enigszins over de mate waarin Nederlands als thuistaal wordt gebruikt. Het Algemeen Bureau voor de Statistiek Suriname (Census 2012) schat het aandeel gezinnen waarin Nederlands geldt als belangrijkste gezinstaal op een kleine 50%; in ongeveer een kwart van de gezinnen is het Nederlands de op één na belangrijkste taal. Voor substantiële delen van de bevolking geldt het Nederlands dus niet als één van de thuistalen. Als lingua franca deelt het Nederlands z’n positie bovendien met het Sranan; het wordt in die rol van omgangstaal vooral met formele contexten geassocieerd. Dat alles impliceert dat de dagelijkse omgangstaal voor een aanzienlijk deel van de Surinamers relatief ver afstaat van de standaardtaalnorm. In dat opzicht kan Suriname vergeleken worden met het Vlaanderen van de tweede helft van de twintigste eeuw, waar evenzeer een aanzienlijke afstand tussen dagelijkse omgangstaal en Nederlandse standaard werd vastgesteld, en de houding tegenover de Nederlandse standaardtaal frequent als ‘zondagsepakmentaliteit’ werd omschreven. De Vlaamse zondagsepakmentaliteit manifesteerde zich op talig vlak onder meer in een overgebruik van formele wendingen in standaardtaalcontexten. Ondanks evidente verschillen tussen de Surinaamse en de Vlaamse taalsituatie lijkt het niet onwaarschijnlijk dat de Surinaamse taalsituatie aanleiding geeft tot een vergelijkbaar overgebruik van formele wendingen.
Om te toetsen of in Surinaams standaardtaalgebruik inderdaad vaker gebruik wordt gemaakt van formelere wendingen, hebben we in de krantenartikelen in het Corpus Hedendaags Nederlands (uit de periode 2000-2022) gezocht naar formele voorzetsels. Vanwege hun specifieke betekenis lenen sommige voorzetsels zich immers goed voor een zgn. ‘profielgebaseerde aanpak’, waarbij het aandeel van de formele variant in relatie tot semantisch equivalente, informelere alternatieven bepaald kan worden. Op basis van de lijst van formele voorzetsels in de ANS (§9.1) zijn zes dergelijke profielen bepaald, die aan twee voorwaarden moesten voldoen. Ten eerste moesten de betrokken varianten in het corpus voldoende vertegenwoordigd zijn (een voorzetsel als luidens komt b.v. nauwelijks voor en valt hierdoor af). En ten tweede mochten de varianten alleen concurreren met alternatieven met een zeer vergelijkbare semantiek (locatief te is b.v. ongeschikt omdat het alterneert met het zeer polyvalente in). In de tabel hieronder is voor zes semantisch goed afbakenbare profielen het aandeel van de formele variant uitgerekend. Concreet gaat het hierbij om de voorzetsels omstreeks (informeel alternatief: rond/tegen, telkens gevolgd door een constituent met het naamwoord uur zodat alleen tijdsaanduidingen opgenomen worden), sedert (inf. sinds), gedurende (inf. tijdens), niettegenstaande (inf. ondanks), jegens (inf. tegenover) en wegens (inf. vanwege).
Nederland | België | Suriname | |
omstreeks/rond/tegen (+ … uur) | 6646 | 36795 | 4124 |
%formeel (omstreeks) | 5,05 | 18,65 | 35,52 |
sedert/sinds | 230398 | 281161 | 20515 |
%formeel (sedert) | 0,21 | 1,83 | 7,73 |
gedurende/tijdens | 234772 | 385703 | 66466 |
%formeel (gedurende) | 4,8 | 4,8 | 7,1 |
niettegenstaande/ondanks | 54157 | 79059 | 12482 |
%formeel (niettegenstaande) | 0,11 | 0,73 | 0,22 |
jegens/tegenover | 53385 | 76442 | 12845 |
%formeel (jegens) | 12,44 | 2,03 | 4,89 |
wegens/vanwege | 123986 | 92244 | 21766 |
%formeel (wegens) | 41,12 | 72,4 | 21,19 |
Bij drie van de zes profielen zien we een identiek patroon, waarbij de formele variant (in casu omstreeks, sedert en gedurende) ongeveer even zeldzaam is in Nederland en België, en beduidend vaker voorkomt in Suriname. Het beeld voor niettegenstaande en jegens is niet eenduidig: niettegenstaande wordt weliswaar dubbel zo vaak gebruikt in Suriname als in Nederland, maar de gebruiksfrequentie in België ligt nog gevoelig hoger. Jegens komt dan weer in verhouding dubbel zo vaak voor in Suriname als in België, maar de gebruiksfrequentie in beide landen blijft ver achter bij die in Nederland. Bij wegens tenslotte rijst de vraag in hoeverre het label ‘formeel’ in de ANS (nog) terecht is, omdat de formele variant hier bijna de helft (NL) of zelfs de meerderheid van de voorkomens (B) uitmaakt, en dus nauwelijks stilistisch gemarkeerd lijkt.
Afgezien van de resultaten voor wegens lijkt de tabel een voorzichtige indicatie te bieden dat formele voorzetsels net iets vaker worden gebruikt in Suriname. Het is vooralsnog onduidelijk of een zulke voorkeur voor formele voorzetsels inderdaad voort kan komen uit een reflex die te vergelijken is met de zondagsepakmentaliteit in het Vlaanderen uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Die was ingebed in een bredere taalonzekerheid, die o.a. ook leidde tot purisme en andere vormen van zgn. ‘exogenisme’. Verder onderzoek moet duidelijker maken of ook in Suriname eventueel sprake is van een bredere voorkeur voor bepaalde types taalwendingen. Een verdere vraag is hoe het patroon in de tabel tot stand gekomen is: zonder historische gegevens is het bijvoorbeeld niet duidelijk waar de verschillen in de tabel vandaan komen, en welke variëteit de sterkste historische fluctuaties heeft ondergaan. Daarnaast is het de vraag hoeveel en welke Surinamers verantwoordelijk zijn voor de voorkeur voor formele varianten in de tabel, welke motieven achter hun taalgedrag schuilgaan, en of in andere gebruikscontexten een vergelijkbare voorkeur wordt teruggevonden.
Verwijzing
Beliën, Maaike. “9.1 Voorzetsels (preposities)”. Algemene Nederlandse Spraakkunst N.p., januari 2021. Web. 5 Aug. 2022.
Frans Daems zegt
Heeft Henk Verkuyl vroeger (in zijn doctoraat?) niet laten zien dat er een semantisch verschil is tussen ‘gedurende’ en ’tijdens’? Dat zou dan geen verschil in formaliteit betreffen.