“Al jarenlang luister ik naar uw pastoors en tap-bazen die ons vertellen dat alle ziektes en rampen te danken zijn aan vrouwen.” – Mevrouw B.-v.G uit Eindhoven, 1978 (Archief Meertens Instituut, 179:3).
Deze kritische observatie werd per brief verstuurd als reactie op uitzendingen van het NOS-radioprogramma Vonken onder de as, waarin volksverhalen centraal stonden.
In het voorjaar van 1967 ontmoetten Ad Löbler, Hendrik Entjes en Jaap Brand elkaar op een vertellersbijeenkomst in Lievelde (Entjes, 1976, p.5). Löbler deelde daar een idee voor een radioprogramma met de mannen, dat de titel Vonken onder de as zou gaan dragen. Van 1967 tot 1981 werd het programma uitgezonden door de NOS en fungeerde het als een platform voor de Nederlandse vertelcultuur.
Vonken onder de as heeft jarenlang een podium geboden aan vertellers uit verschillende delen van Nederland. Ondanks deze schijnbare diversiteit getuigt het programma, vanuit volkskundig perspectief, van een zekere eenzijdigheid. Het merendeel van de vertelde verhalen gaat over duivels, heksen, geesten en spoken – fenomenen die vaak niet te verklaren zijn en gehuld zijn in geheimzinnigheid. Entjes stelt dat dergelijke mysterieuze onderwerpen nou eenmaal de voorkeur genoten van vertellers en luisteraars (Entjes, p. 6-8). Door de structuur van het programma – het sec ten gehore brengen van verhalen, al dan niet in dialect – ontbrak het echter aan een moment waarin de verhalen adequaat in hun context werden geplaatst. Uit gearchiveerde correspondentie blijkt dat de vertellingen door een deel van de luisteraars als waarheid werden beschouwd. Dit komt, naar verwachting, door het ontbreken van gedetailleerde informatie over de zin en onzin van de verhalen.
De vertellingen van Vonken onder de as worden over het algemeen geclassificeerd als sagen – mondeling overgedragen volksverhalen die (vooral bovennatuurlijke) gebeurtenissen uit vervlogen tijden op een vrije manier weergeven. Vertellers van dergelijke volksverhalen hebben een voorliefde voor diepe sporen die de overleveringen getrokken hebben. Een van deze diepe sporen betreft de historische heksenvervolgingen. Deze hebben van de vijftiende tot en met de zeventiende eeuw in Nederland plaatsgevonden. De vertellingen in Vonken onder de as dateren uit de twintigste eeuw. Niettemin weerspiegelen ze nog steeds het traditionele beeld van de ‘heks’, dat aan de basis lag van de heksenvervolgingen.
Recentelijk is er extra aandacht voor de representatie van vrouwen, met name ‘heksen’, in verhalen. Hierbij wordt er gekeken naar misogynie en hoe dit, door het overdragen van verhalen, in stand wordt gehouden en verankerd. Hoewel heksen niet meer op de brandstapel belanden, wordt er nog steeds op hen gejaagd. Zij het nu voornamelijk online, waar het zich manifesteert in taalgebruik. Ook in sagen komen vrouwen er vaak bekaaid vanaf. Zowel de mooie, brave en volgzame vrouwen die zich schikken naar de patriarchale maatschappij, als de vrouwen die zich een weg banen buiten de geijkte paden. De sagen van Vonken onder de as vormen hierop geen uitzondering. Met het concept female agency als startpunt verkent dit essay de representatie van heksen in de Nederlandse sagen van Vonken onder de as. De Volksverhalenbank(VVB) en de podcast Vonken onder de as: het vuur laait op – Heksen: van klacht tot kracht, vormen de centrale bronnen.
Het is cruciaal op te merken dat de slachtoffers van de heksenvervolgingen niet exclusief vrouwen betroffen. Individuen van beide geslachten, van diverse etnische achtergronden en verschillende seksuele geaardheden vielen ten prooi aan de heksenjachten en de daaraan gekoppelde xenofobie. Ook in Vonken onder de as zijn er verhalen verteld over mannelijke heksen. Dit essay zal zich, gezien de hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen, concentreren op de representatie van vrouwelijke heksen en misogyne denkbeelden.
Female agency
“Het gaat over Heksemijntje. […] Da was een wijf van tachtig jaar as ze nie ouwer was. Die had de naam da ze van de duvel bezeten was.” (Van Oirschot, 1974, Nederlandse VolksverhalenBank, VODA_037_22.)
Celeste van Veenen richt zich, in twee essay’s, op het concept van female agency in sprookjes. Deze term, die tot op heden een uitdaging vormt voor vertaling naar het Nederlands, verwijst naar het vermogen van de mens om autonoom te handelen in overeenstemming met eigen wil, behoeften en inzichten (Van Veenen, 2022a). Oude vrouwen en heksen, door Van Veenen bestempeld als een afwijkende buitencategorie, bezitten tot op zekere hoogte de meeste female agency in verhalen. Deze vrouwen worden gekarakteriseerd als autonoom en ‘anders’. Autonoom zijn kan worden beschouwd als een ‘mannelijke’ eigenschap, aldus Van Veenen. Deze ‘mannelijkheid’ was voor historische vrouwen cruciaal voor hun bekendheid, aangezien zij functioneerden buiten de conventionele patronen (Van den Broek & Dierks, 2007, p.120; Van Veenen, 2022b). Juist de vrouwen die worden beschouwd als ‘afwijkend’ en hun plaats vinden in de geschiedenisboeken, worden vaak geïdentificeerd als ‘heksen’.
Van Veenen wijst erop dat in de hedendaagse samenleving, die sterk beïnvloed wordt door patriarchale denkbeelden, een volledig objectieve meting van de hoeveelheid agency die vrouwen hebben in sprookjes, onmogelijk is. Het feit dat deze vrouwen hun eigen pad kiezen, betekent volgens haar niet dat ze volledige agency bezitten. Hiermee wijst Van Veenen op een cruciaal pijnpunt. Heksenvervolgingen en misogynie hebben diepe wortels in onze samenleving en daar wordt door eenieder, al dan niet onbewust, aan bijgedragen. De diepgewortelde aard van deze kwestie wordt benadrukt door het gegeven dat vrouwen die als heldhaftig worden beschouwd, zich onttrekken aan conventionele ‘vrouwelijke’ passiviteit en ‘mannelijke’ eigenschappen, zoals moed, vertonen. (Van Veenen, 2022b).
In deze intrigerende verkenning nodigt Van Veenen ons uit om na te denken over de complexiteit van female agency in sprookjes, waarbij ze stereotypen en structuren aan de kaak stelt die in deze verhalen doordringen. Het is een uitnodiging tot verdere reflectie op hoe onze culturele overtuigingen en historische erfenissen de representatie van vrouwen in verhalen beïnvloeden. Daarnaast wordt er bewustwording gecreëerd rond de subtiliteiten van agency in diverse rollen in sprookjes. Het is echter wenselijk om deze verkenning uit te breiden naar sagen om zo een breder begrip van female agency en de representatie van vrouwen in verschillende vertelvormen te krijgen.
Alles waar ‘te’ voor staat…
“In de buurt van Scheldevaortshoek […], woonde bijna ’n honderd jaren geleden een vrouw. Jodoka Lies genaamd. Die in de buurt bekend was om heur dikwijls boze streken die zij uitvoerde. Zij was getrouwd, maar tuurlijk was kinderloos gebleven en heuren man, dat wist iedereen, lag zo maor zeggn, voor ‘n oortje thuis” (De Vries, 1975, VolksverhalenBank, VODA_034_14).
Deze passage uit een sage van Vonken onder de as presenteert Jodoka als een initiatiefrijke vrouw die zich niet ondergeschikt maakt aan anderen. Haar kinderloosheid wordt geïnterpreteerd als een logisch resultaat van haar ‘mannelijke’ kenmerken, zonder de mogelijke emotionele last die dit met zich meebrengt te erkennen. Het ontbreken van moederschap en een onafhankelijke houding worden beschouwd als eigenschappen die passen bij een ‘heks’. Overigens stelde de echtgenoot weinig voor: “voor een oortje thuis liggen” wil zeggen dat hij niet in tel was.
Veel van de sagen van Vonken onder de as draaien om nuchtere mannen die in aanraking komen met een ‘vreemd’ specimen van het andere geslacht. Dit blijkt ook uit het volgende fragment uit Casteren, waar een man een heerlijke avondwandeling maakt.
“Toen hij een poosje gekuierd had, zag-ie plotseling een oude vrouw op haar hurken tegen een boom zitten. Ze had een paar venijnige ogen en een spitse kin en een lange, kromme neus maakt heel haar gelaat uit” (B.A.M. Rijken, 1977, VolksverhalenBank, VODA_024_11).
Merkwaardig genoeg vraagt de man de onbekende vrouw om met hem mee te wandelen. Volgens het verhaal maakt de vrouw enkele grillige sprongen voordat ze de man volgt. Terwijl de man probeert een gesprek te starten, antwoordt de vrouw niet. Wederom gaat het hier om een vrouw op leeftijd die sociaal ongeaccepteerd gedrag vertoont. In dit voorbeeld spreekt de man veel en de vrouw te weinig.
Als je dergelijke citaten lees, lijkt het erop dat je het als vrouw kennelijk nooit goed kunt doen (Federici, 2018, p.39-30; Posthuma, 2023, p.12). Te mooi, te lelijk, te slim, te promiscue, te goed geïnformeerd, te intuïtief, te aanwezig of te zelfstandig. Manja Bedner, Bregje Hofstede en Susan Smit omschrijven in Heksenmonument dat vrouwen die als heksen werden beschouwd vaak alleenstaand, ongetrouwd, weduwe of op leeftijd waren (Bedner, Hofstede, Smit, 2023, p.6). Zodra een vrouw zichzelf kon onderhouden of juist onbemiddeld was, een minnares was of bezwangerd, werd ze geacht geëlimineerd te worden. Maar hoe bewegen deze vrouwen zich in de Nederlandse sagen en hoe sluiten ze aan bij het hedendaagse discours?
Vonken vanuit de Volksverhalenbank
Of het nou gaat om misogynie of xenofobie, het duiden van een zondebok of juist om een sterke aantrekkingskracht tot de underdog… heksen blijven intrigeren. Een snelle algemene zoektocht in de VVB op het trefwoord heks levert momenteel ruim 3600 volksverhalen op. Slechts enkele tientallen verhalen over heksen worden gerekend tot de sprookjes en ruim 3400 tot de sagen. Wanneer we kijken naar de bijbehorende wordcloud, dan staat het trefwoord vrouw op de zevende plek in de top tien. Na kat en voor ziek. Dit essay beperkt zich tot de sagen van Vonken onder de as met als trefwoord heks, waarvan er ruim honderd in de VVB te vinden zijn.
De hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen, waarin er aandacht is voor misstanden tegen ‘anders-zijn’ – denk aan de Anti Zwarte Piet beweging, Black Lives Matter, de lhbtiq+ gemeenschap, en #metoo – creëren een vruchtbare bodem voor een groeiende interesse in de representatie van vrouwen in (volks)verhalen. Naast het verkennen van de representatie zelf, wordt er ook onderzocht hoe deze verhalen zich spiegelen aan de hedendaagse vrouw en in hoeverre ze bijdragen aan geïntegreerde misogynie. Daarnaast zijn er initiatieven om bestaande sagen en sprookjes te herschrijven.
Anderen, zoals Bedner, Hofstede en Smit, richten zich op de kern van waarheid die er in de verhalen te vinden is. Via Heksenmonument maken zij zich sterk voor eerherstel van alle slachtoffers van de heksenjachten en proberen zij bewustzijn te creëren over de representatie van vrouwen (Bedner, Hofstede en Smit, 2023, p.5). Bedner et al. richten hun aandacht niet uitsluitend op de vrouwen die naar schatting deel uitmaakten van de vijftig- tot honderdduizend dodelijke slachtoffers tijdens de Europese heksenvervolgingen in de vijftiende tot en met de achttiende eeuw. Ze richten zich tevens op de ‘heksificatie’ van hedendaagse vrouwen die geconfronteerd worden met moderne heksenvervolgingen via de media.
In het licht van heksen in de volksverhalen van Vonken onder de as en de bredere context van de VVB, wordt duidelijk dat deze verhalen niet alleen historische curiositeiten zijn maar ook hedendaagse discussies voeden. De vonken van kritische reflectie die hieruit opvlammen, verlichten niet alleen de duistere hoeken van historische heksenvervolgingen, maar werpen ook een helder licht op de eigentijdse uitdagingen waarmee vrouwen geconfronteerd worden. Hierdoor fungeert de VVB als een schatkamer van cultureel erfgoed, waarin deze verhalen een rol kunnen spelen in het vormgeven van maatschappelijke discussies. Eén van deze maatschappelijke ontwikkelingen waarbij de verhalen van de VVB en Vonken onder de as tot bron kunnen dienen, is het fenomeen van ‘heksificatie’ van vrouwen in de hedendaagse samenleving.
‘Heksificatie’
“[W]ij hadden de heks van Vereveld. Maar die hadden wij zelf zo genoemd. [Het] was een heel oud, eng mens. Die zag d’r uit, nou ja! Iets verschrikkelijks. […] Ze liep met een enorme bochel en had een bril op, nou, dat was bijna een microscoop, zo sterk. En dat mens had altijd een ouwe stok bij zich en zag d’r uit, nou me… ja, ‘m met een tang vast te pakken en zo weg te gooien in de vuilnisbelt. Vreselijk!” (M., 1974, VolksverhalenBank, VODA_027_107).
In dit fragment wordt een oudere vrouw op een denigrerende wijze beschreven, waarbij haar fysieke kenmerken en gedrag als afschrikwekkend worden voorgesteld. Verkleij beweert in zijn podcast dat het hedendaagse beeld van heksen veranderd is en dat mensen niet langer zonder reden “iemand ervan beschuldigen een heks te zijn” (Verkleij, 2023, 25:13). Hierbij verwijst hij naar de traditionele opvattingen over heksen, zoals beschreven in De Heksenhamer. In dit vijftiende-eeuwse handboek worden heksen geacht gemeenschap te hebben met de duivel, ziekten te verspreiden en zelfs moorden te plegen. Hoewel Verkleij deels gelijk heeft, lijkt zijn standpunt te optimistisch. Heksen worden wellicht niet meer in een dergelijk sadistisch en destructief daglicht geplaatst maar het woord heeft nog steeds een negatieve connotatie. Het bovenstaande voorbeeld van Vonken onder de as komt uit 1974, wat niet eens zo lang geleden is. Daarnaast wordt ‘heks’ nog steeds uitsluitend als scheldwoord voor vrouwen gebruikt (Bedner et al, 2023, p.8). Zo is bijvoorbeeld het politiek aftreden van Sigrid Kaag via allerlei mediakanalen, met een aanzet van Geert Wilders, als #hexit (de heks is exit) neergezet (Kuchler, 2023). De profilering van prominente vrouwen in deze hedendaagse gemedialiseerde heksenvervolgingen kunnen we omschrijven als ‘heksificatie’, een woord dat in februari 2023 debuteerde in de Nederlandse taal en media via een artikel van Süeda Isik in het NRC (hierover Boon, 2023).
De heksificatie van prominente vrouwen is geen nieuw fenomeen en strekt zich internationaal uit. Margaret Thatcher’s overlijden werd gekoppeld aan het lied “Ding-Dong! The Witch is Dead”, wat daaropvolgend een grote hit werd. Hillary Clinton werd omschreven als ‘The Wicked Witch of the left’ en Angela Merkel werd bestempeld tot ‘Oberhexe’ (Hofstede, 2022). Het identificeren van zondebokken is inherent aan de mensheid.
Opmerkelijk genoeg genieten heksen momenteel van een zekere populariteit. Dit is mede dankzij creaties zoals de Harry Potter-serie van J.K. Rowling. (Verkleij, 2023, 25:27). Zijn dit echter dezelfde heksen als de heksen in volksverhalen? Rowling slaagde erin het imago van haar heksen positief te veranderen, wat in traditionele volksverhalen nog niet is gerealiseerd. Hedendaagse media, zoals de Harry Potter-(film)serie en de daaraan gekoppelde Wizzarding World, dragen bij aan de vercommercialisering van heksen en beïnvloeden hoe jongere generaties de geschiedenis interpreteren. Zo wordt er ‘lollig’ gedaan over heksenvervolgingen terwijl die, historisch gezien, hebben geleid tot grootschalige moordpartijen. Deze trend getuigt van een zorgwekkende vervreemding van de realiteit (Bedner et al, p. 5).
De populariteit van het heks-zijn en een herinterpretatie van de geschiedenis worden benadrukt doordat kinderen tegenwoordig naar de heksenwaag in Oudewater gaan om vast te laten stellen dat ze een heks zijn (Verkleij, 2023, 25:50). Verder blijkt de groeiende populariteit ook uit de steeds uitgebreidere vieringen van het uit Amerika overgewaaide Halloween. Dit is een viering die voortkomt uit All Hallows Eve, wat we in Nederland kennen als Allerheiligenavond. Halloween is inmiddels meer veranderd in een lugubere mix van de Sint-Maarten viering en carnaval. Heksen vormen het overgrote deel van de verklede populatie en worden veelal vertegenwoordigd door vrouwen. Deze Halloween heksen dragen bij aan een vercommercialiseerde en gefictionaliseerde versie van het traditionele heksenbeeld. Hoewel deze moderne heksen vaak als sterke en eigenzinnige vrouwen worden voorgesteld, vergroot het de afstand tot de historische realiteit van heksenvervolgingen.
Hoewel heksen tegenwoordig als ‘cool’ worden beschouwd, zijn de negatieve connotaties van het woord nog niet verdwenen.Een positieve verandering in het heksenbeeld vereist niet alleen een herwaardering van hedendaagse heksen, maar ook een kritische reflectie op de historie en context van heksenvervolgingen. Louter het veranderen van het beeld van angstaanjagende antagonist naar krachtige protagonist is ontoereikend. Het is essentieel om de stereotypen en de impact van heksificatie op de samenleving te begrijpen en grondig aan te pakken. Vanuit enkele kritische brieven aan de redactie van Vonken onder de as blijkt dat hier, zij het in andere woorden gesteld, ten tijde van de looptijd van het programma al vraag naar was. Deze correspondentie opent een poort naar een diepere analyse van de repercussies van heksificatie.
Kreten vanaf de pijnbank
De verhalen in Vonken onder de as hebben een aantrekkingskracht op vertellers en luisteraars vanwege de vermeende kern van waarheid die ze bevatten (Entjes, 1976, p.8). Niettemin blijkt uit de correspondentie van Vonken onder de as dat niet alle luisteraars de schijnbare realiteit van deze verhalen waarderen. Zo wordt er opgemerktdat er weliswaar heksenverhalen worden verteld, maar zonder te vermelden dat het allemaal wat onzinnig is (V.G., 1975, Archief Meertens Instituut, 179:3).
Van de 47 gearchiveerde brieven van luisteraars aan Vonken onder de as, zijn er acht specifiek gericht op heksen. Twee van deze schrijvers wijzen op de onheuse bejegening van vrouwen in deze verhalen en benoemen de kwalijke praktijken rondom heksenvervolging. Zo schrijft één van hen hoe kenmerken als lelijkheid, ouderdom, bochels of invaliditeit volgens de Joods-Christelijke leer als aanwijzingen van hekserij werden gezien. De andere schrijver haalt misogynie aan en vergelijkt de heksenvervolgingen met antisemitisme en de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog (B.-v.G., 1978, Archief Meertens Instituut, 179:3). “De oorlog heeft ons geleerd dat zó praten over een groep, verderfelijk is,” zo stelt B.-v.G. Daar heeft ze een punt. De misstanden van de Tweede Wereldoorlog hebben meer aandacht gekregen dan de moord op duizenden weerloze, vaak oude, vrouwen als gevolg van de heksenjachten. Beide schrijvers nemen het op voor vrouwen die verguisd worden en geven voorbeelden van vrouwen die nog dagelijks te maken hebben met beschuldigingen van hekserij. De schrijvers betogen dat de makers van Vonken onder de as hun verantwoordelijkheid hadden moeten nemen en meer bewustzijn hadden moeten creëren.
Een mogelijke oplossing, aldus één van de schrijvers, is het beëindigen van het programma of het betrekken van een deskundige om voorlichting te geven over volksgeloof. Hij suggereert namen als “Vonken van onder de brandstapel” of “Kreten vanaf de pijnbank” voor een dergelijke voorlichtingsrubriek. De roep om verandering weerklinkt niet alleen in kritiek maar ook in het besef dat er een mogelijkheid is om de negatieve representaties om te buigen naar een krachtiger, educatief narratief. Deze overgang markeert de verschuiving van de negatieve beeldvorming rond heksen naar een onderzoek rond de kracht en veerkracht die ‘geheksificeerde’ vrouwen kunnen ontketenen.
Van klacht naar kracht
Het lijkt onvermijdelijk dat opmerkelijke vrouwen nog vaak het etiket ‘heks’ opgeplakt zullen krijgen. Niettemin gaan er stemmen op dat dit label als geuzennaam omarmd zou moeten worden en dat ‘geheksificeerde’ vrouwen dit als eretitel moeten aanvaarden (Hofstede, 2022). Ondanks de historische negatieve connotatie, spreekt het woord ‘heks’ aan bij een jonger, activistisch publiek. Vanuit dit perspectief wordt de heks een symbool van de onafhankelijke, non-conformistische, vrije vrouw. Hier is ‘heks’ geen scheldwoord, maar eerder een stoutmoedige, feministische naam die vol verve, als eerbetoon aan alle vrouwen die als heks vervolgd zijn, gedragen zou moeten worden (voorwoord in Federici, 2018, p.12; Verdonschot, 2022).
Bedner et al. dagen niet alleen uit tot herinterpretatie van de traditionele verhalen, maar dagen ook hedendaagse auteurs en onderzoekers uit om nieuwe verhalen te creëren waarin de complexiteit van de vrouwelijke representatie weerspiegeld wordt. Een voorbeeld van dergelijke herschrijvingen is het, komisch bedoelde, werk Once upon a more enlightened time, waarin de heks in Hans en Grietje wordt omgevormd tot een vredelievende ecologisch-activistische beoefenaar van Wicca (Garner, 4-8). Onlangs heeft Jente Posthuma drie Drentse sagen herschreven (Posthuma, 2023). In haar her-vertelling ontwijkt ze niet alleen de male gaze, die prominent aanwezig was in de versies van Josef Cohen, de ‘oorspronkelijke’ auteur van de drie sagen, maar voegt ze ook talrijke anachronismen toe (Meder, 2023). Wanneer het doel van herschrijven is om het bewustzijn met betrekking tot de representatie van vrouwen in volksverhalen te vergroten, kan het relevant zijn om ze in een hedendaagse context te plaatsen. Dit aangezien het incorporeren van anachronismen leidt tot verwarring en bijdraagt aan een vertekende interpretatie van de geschiedenis.
Het herschrijven van volksverhalen roept enkele kritische overwegingen op. Volksverhalen zijn culturele artefacten die een weerspiegeling zijn van de tijd en context waarin ze zijn ontstaan en doorgegeven. Zo impliceert het aanpassen van deze verhalen naar hedendaagse morele maatstaven, los van de invloed van al dan niet toegevoegde anachronismen, een vorm van retrospectieve censuur ten aanzien van sociale constructies en het wereldbeeld van die tijd. Daarnaast kunnen de complexiteit en nuance van de traditionele vertellingen verloren gaan wanneer ze worden geforceerd in een hedendaags moreel kader of omgebogen worden naar moderne opvattingen. Om dat te voorkomen is het van belang om volksverhalen te beschouwen als historische documenten die inzicht bieden in de culturele normen en waarden van een bepaalde tijd. Zelfs als die normen nu als problematisch worden beschouwd. In plaats van volksverhalen te herschrijven, is het productiever om ze te analyseren, interpreteren en de historische context ervan te leren begrijpen. Dit bevordert een genuanceerde discussie over culturele veranderingen, genderdynamiek en maatschappelijke evolutie, zonder de waardevolle aspecten van deze verhalen te verliezen.
Cultuurhistorici onderzoeken het verleden om het heden te kunnen begrijpen. Voor dergelijk specialistisch onderzoek biedt een databank zoals de VVB een schat aan informatie. Deze vorm van onderzoek kan een groot verschil maken in het bewustzijn ten aanzien van de negatieve representatie van vrouwen en de gevolgen daarvan.
Conclusie
Heksen zijn onuitwisbaar verweven met verhalen en onze samenleving, zowel in ‘onschuldige’ sprookjes voor het slapengaan als in de ‘heksificatie’ van opmerkelijke vrouwen en personen die als ‘anders’ worden beschouwd. Dit betoog reflecteert op de representatie van vrouwen in volksverhalen, met specifieke aandacht voor de sagen van het NOS-radioprogramma Vonken onder de as. Hieruit kan worden geconcludeerd dat, ondanks de twintigste-eeuwse oorsprong, deze verhalen nog steeds het traditionele heksenbeeld weerspiegelen dat aan de basis lag van historische heksenvervolgingen.
Over het algemeen hebben vrouwen in volksverhalen weinig tot geen agency, en degenen die dat wel hebben, worden als ‘anders’ bestempeld, ofwel gevierd of bekritiseerd vanwege hun ‘mannelijke’ eigenschappen. Deze historische context en de patriarchale denkwijze zijn diepgeworteld in de hedendaagse samenleving en leiden vaak tot heksificatie. Een fenomeen waarbij (prominente) vrouwen, net als in historische heksenvervolgingen, worden blootgesteld aan negatieve stereotyperingen. Ondanks enkele positieve verschuivingen in de moderne interpretatie van heksen, blijven de diepgewortelde negatieve connotaties bestaan.
De heksen uit de sagen van Vonken onder de as benadrukken het ‘anders’ zijn, zoals oudere vrouwen als Heksemijntje en de heks van Vereveld, of kinderloze vrouwen zoals Jodoka. Zowel de ‘heksen’ uit sagen als de fictieve heksen komen voort uit een geschiedenis die doordrenkt is van misogynie, xenofobie en geweld. Is dat echter een reden om de oude volksverhalen aan te passen aan deze tijd? Nee, de oplossing ligt in het creëren van bewustzijn over de oorsprong en de gevolgen van deze verhalen.
Dat er nog bewustzijn gecreëerd moet worden ten aanzien van de representatie van vrouwen, benadrukt het belang van een kritische benadering van volksverhalen. Dit wil niet zeggen dat een avondje ongebreideld griezelen om fictieve heksen niet meer kan. Het wil ook niet zeggen, dat er geen verhalen over heksen geschreven mogen worden. Het gaat erom dat mensen zich ervan bewust worden hoeveel schade de heksificatie van mensen veroorzaakt. Daarnaast is het van belang dat dit debat over culturele veranderingen en maatschappelijke evolutie wordt voortgezet. Laten we dit niet doen door de bestaande verhalen te wissen of te herschrijven, maar door de historie te accepteren, te omarmen, kritisch te beschouwen en daar lering uit te trekken.
Graag nodig ik eenieder uit tot verdere reflectie op de representatie van vrouwen in volksverhalen en te kiezen voor een genuanceerde benadering om de diepgewortelde negatieve stereotypen te begrijpen en aan te pakken. Door bestaande verhalen grondig te analyseren en in de juiste historische en sociale context te plaatsen, kan dergelijk onderzoek bijdragen aan eerherstel van iedereen die onder heksenjachten, van vroeger tot nu, geleden heeft. Wellicht kunnen deze verhalen dan als vonken van onder de brandstapel opvliegen en, in het kader van bewustwording, zich ten goede verspreiden.
Bibliografie
Archief Meertens Instituut
Bedner, Manja, Bregje Hofstede en Susan Smit (2023): Heksenmonument. Amsterdam: Lebowski Publishers.
Boon, Ton den (2023): “Woord van de dag – heksificering.” Taalbank.nl, 23 februari 2023.
Entjes, Hendrik en Jaap Brand (1976). Van duivels, heksen en spoken – Nederlandse volksverhalen. ’s-Gravenhage: Boekencentrum B.V.
Federici, Silvia (2018). De Vrouw Als Zondebok – Over Heksen, Brandstapels en Onteigening. Berchem. Epo.
Garner, James Finn (1995). Once Upon a More Enlightened Time: More Politically Correct Bedtime Stories. New York: Macmillan.
Hofstede, Bregje (2022). “Heks, dat is hoe bange mannen vrouwen met macht noemen.” DeCorrespondent.nl, 8 maart 2022.
Kuchler, Annedieke (2023). “De heksificatie van Sigrid Kaag.” Reportersonline.nl. 30 mei 2023.
Meder, Theo (2023). “Wilgenman wordt wilgenvrouw.” Neerlandistiek/Vertelcultuur, 8 december 2023.
Nederlandse Volksverhalenbank (2023). Laatst aangepast 14 december 2023: https://www.verhalenbank.nl.
Posthuma, Jente (2023). Heks! Heks! Heks! Amersfoort, Drukkerij Wilco.
Veenen, Celeste van (2022a). “Aangeboden: jonge, mooie, gehoorzame prinses.” Neerlandistiek/Vertelcultuur, 17 april, 2022.
Veenen, Celeste van (2022b). “Gevraagd: moderne, progressieve, feministische prins.” Neerlandistiek/Vertelcultuur, 15 mei, 2022.
Verdonschot, Leon (2022). “Susan Smit: ‘Ik wil het scheldwoord ‘heks’ graag terugpakken en het als een kroon op mijn hoofd zetten’”. LINDA.nl, 21 april 2022.
Verkleij, Piet (2023). Vonken onder de As, het vuur laait op – Heksen. Geproduceerd door: Piet Verkleij onder begeleiding van Theo Meder. Meertens Instituut, 21 augustus. Audio, 27:09.
Laat een reactie achter