Nr. 20 uit de Klassieker-reeks van online poëzietijdschrift Meander.
De ceder
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.
Een binnenplaats meesmuilt ge, sintels, schillen,
En schimmel die een blinde muur aanrandt,
Er is geen boom, alleen een grauwe wand.
Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen,
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
Gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.
Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille
Stam in het herfstlicht staat, onaangerand,
Niet te benaderen voor noodlots grillen,
Geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen.
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.
Han G. Hoekstra (1906–1988)
Uit: Panopticum (1946)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter