In het boek Van huis tot hashtag, van ossenkop tot apenstaart was er een moment waarop ik even mijn adem inhield. Hier werd iets gezegd dat ik zelf had kunnen bedenken, maar nooit had bedacht. Dat we deel uitmaken van een traditie die terugvoert op de Feniciërs.
Het alfabet! En dan in het bijzonder de volgorde waarin we de letters plaatsen: a-b-c. Iedere Nederlandstalige zeggen de auteurs Jaspers en Van Hal waarschijnlijk terecht, kent het als een liedje: a-b-c-d-e-f-g (rust) h-i-j-k-l-m-n-o-p (rust)… Dat is een volgorde die voor ons nu volkomen arbitrair is – er is geen enkele verklaring voor –, maar die de volgorde weerspiegelt die duizenden jaren geleden al gegeven werd.
Het is lastig om culturele zaken, op het eerste gezicht zo volkomen willekeurig, te bedenken die ook zo lang hebben stand gehouden. In de goden geloven we niet meer, hetzelfde eten nemen we niet meer tot ons, we schrijven op andere materialen en doen heel andere dingen met dat schrift. Maar de volgorde is gebleven.
Charme
Het is één van de vele interessante feitjes uit de heel leesbare geschiedenis van het alfabet die Jaspers en Van Hal schreven. De aandacht ligt daarbij vrijwel uitsluitend bij de westerse traditie en dan vooral bij de ontwikkeling van het Griekse schrift. De auteurs zijn allebei graeci. Nu is dat ook een heel interessant verhaal dat door de twee met veel smaak voor detail wordt verteld; een verhaal voor twee niveaus van ontdekkingen. De Grieken ontdekten in zekere zin de klinker: het Semitische schrift waarin je alleen medeklinkers schreef was voor hun taal niet geschikt. En Westerse geleerden ontdekten in de afgelopen paar eeuwen gaandeweg hoe het Griekse schrift zich precies ontwikkelde, en hoe individuele letters gaandeweg hun eigen betekenis kregen.
Het is de aandacht voor die twee lagen van onderzoek die de charme uitmaakt van dit boek.
Mooie verhaal
Het is niet zo heel lang geleden dat er een ander, wervelend alfabetboek verscheen: Het dikke alfabetboek van Frank Landsbergen. De twee boeken zijn bijna niet te vergelijken met elkaar. Waar Jaspers en Van Hal glimpen geven van een lang verhaal, is Landsbergens boek juist een schatkamer aan weetjes – in zijn geval juist niet alleen over het westerse schrift, maar over allerlei tradities, en ook over handschrift, en lettertypen en allerlei andere grafische aspecten. Landsbergens boek is ook wervelend vormgegeven en geïllustreerd, door de auteur zelf. Het boek van Jaspers en Van Hal ziet er wat gedegener uit, en bevat allemaal mooie foto’s van oude inscripties.
Het is jammer dat Jaspers en Van Hal het eerdere boek van Landsbergen niet noemen in hun leessuggesties. De boeken complementeren elkaar, je moet ze eigenlijk allebei hebben: Landsbergen voor het feest, en Jaspers en Van Hal voor het mooie verhaal.
Martijn Jaspers en Toon Van Hal. Van huisje tot hashtag, van ossenkop tot apenstaart. Een geschiedenis van het alfabet. Garant, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Jona Lendering zegt
Ik weet niet of de opmerking dat het alfabet is terug te voeren op de Feniciërs, afkomstig is van Marc van Oostendorp of van Jaspers en Van Hal, maar in elk geval liggen de wortels van het alfabet niet in de Levant. De oudste Levantijnse alfabetische teksten, nog geschreven in spijkerschrift, zijn afkomstig uit de havenstad Ugarit, dateert uit de veertiende eeuw v.Chr. en ligt momenteel in het museum in Damascus.
https://en.wikipedia.org/wiki/Ugaritic_alphabet
In 1904-1905 ontdekte Sir William Flinders Petrie, de grondlegger van de wetenschappelijke egyptologie, in de Sinaïwoestijn alfabetische teksten die enkele eeuwen ouder waren dan de tabletten uit Ugarit. In 1998 vond de Amerikaanse egyptoloog John Darnell in de Egyptische Wadi el-Hol nog oudere tekens, die daar rond 1900 v.Chr. zouden zijn aangebracht, vermoedelijk door West-Semitische arbeiders.
https://en.wikipedia.org/wiki/Proto-Sinaitic_script
Uit Israël en Syrië zijn inscripties bekend uit de eeuwen tussen enerzijds de Egyptische en anderzijds de Levantijnse alfabetten.
https://mainzerbeobachter.com/2020/05/24/nieuwe-oude-alfabetten/
Ik heb rond 1995 op de Italiaanse televisie archeologen horen praten over een inscriptie op Sicilië die ouder zou zijn dan de Griekse alfabetten en die zou bewijzen dat de Etrusken het alfabet eerder uit de Levant hadden overgenomen dan de Grieken. De Etrusken zouden dan, zoals Van Oostendorp het formuleert, de uitvinders van de klinkers zijn. Ik heb daar nooit meer over gehoord en ik vermoed dat we te maken hebben met de overdrijving die bij oudheidkundigen doorgaat voor voorlichting. Ik wijs er wel op dat koolstofdateringen duidelijk maken dat de stadsvorming in Italië veel vroeger heeft plaatsgevonden dan we rond 2000 nog dachten, en dat het proces zich gelijktijdig en mogelijk zelfs eerder voltrok dan in Griekenland.
Martijn Jaspers zegt
Beste Jona Lendering,
Bedankt voor de reactie. Uiteraard staan we in het boek een geruime tijd stil bij de zaken die u hierboven aanhaalt (Sinaïwoestijn, Petrie, inscripties uit Israël-Palestina, etc.). De recensie van van Oostendorp focust op slechts enkele van de vele onderdelen van het boek. Hartelijke dank voor de verduidelijking!
Met vriendelijke groeten,
Martijn Jaspers