We zijn in Nijmegen inmiddels al twee jaar afscheid aan het nemen van Jos Muijres: op 31 mei 2022 schreef mijn collega Jos Joosten al een stukje over hem en op diezelfde dag keek Jos M. zelf ook terug. Maar gisteren vierden we zijn afscheid opnieuw. Er werd een boek gepresenteerd dat een aantal collega’s te zijner ere geschreven hebben, met essays over eenentwintigste-eeuwse Vlaamse romans: Uit het hart.
Want dat is Jos’ specialisme, de hedendaagse Vlaamse literatuur. Hij is geloof ik de enige Nederlander die kan zeggen dat dit zijn specialisme is, en werkt onder andere aan een editie van de columns van Louis Paul Boon (1912-1979). Ja, ooit gaan we natuurlijk afscheid van hem nemen als dat project ook weer ophoudt.
Want Jos is iemand van wie je afscheid moet blijven nemen, omdat je niet kunt geloven dat hij weg gaat. Hij was in de eerste jaren waarin ik naar Nijmegen kwam het hart van de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur, en dat niet alleen omdat hij de ‘voorzitter van de opleiding’ was, maar vooral vanwege zijn voortdurende aanwezigheid in het Erasmusgebouw en dan met name tijdens lunchtijd, als de neerlandici op de zesde verdieping van dat gebouw lunchen.
Ik geloof dat ik iedere aflevering van Jiskefet daar in de eerste jaren scene voor scene en woordelijk heb horen uitgespeld.
Ik geloof dat Jos een ouderwets soort hart voor de opleiding had. Voor de studenten – ik heb er nog nooit een gesproken die niet dol op hem was – en voor de collega’s. Zo iemand die de open dagen deed, en die de toespraakjes hield als er een toespraakje gehouden moest worden (en Jos Joosten niet kon). Zo iemand die het zich vreselijk aantrok toen onze prachtige website van de opleiding ineens door de afdeling communicatie van de Faculteit werd overgenomen, die er een doodse boel van maakte. En die toen hij zich uiteindelijk terugtrok uit onvrede over bestuurders die van alles naar zich toe trokken, toch bij het onderwijs betrokken bleef (ook aan de hogeschool die op onze campus staat overigens).
Zo iemand voor wie neerlandicus zijn meer was dan een baantje, maar een deel van zijn persoonlijkheid.
Op de foto hierboven leest Jos voor uit Het hout. Dat was zijn project toen Jeroen Brouwers een aantal jaar geleden een eredoctoraat kreeg bij ons: allerlei neerlandici lazen in de hal van het Erasmusgebouw een stukje voor uit diens roman in een estafette van enkele uren.
Er komt trouwens in februari nóg een afscheid, in de vorm van een receptie. Maar daar zal ik jullie verder niet mee lastig vallen.
Jona Lendering zegt
“Zo iemand voor wie neerlandicus zijn meer was dan een baantje, maar een deel van zijn persoonlijkheid.”
Dit is de crux. Wie naar de universiteit gaat, volgt daar geen opleiding; je ondergaat een vorming. Je verandert er door. Neerlandicus, archeoloog of kunsthistoricus is geen beroep dat je van 9:00 tot 17:00 doet, maar een levenswijze.
J. Aartsen zegt
https://www.literairnederland.nl/recensent/joke-aartsen/