De makers van een middeleeuws perkamenten manuscript hebben moeten strijden met het perkament dat krult. Om een hanteerbaar manuscript te verkrijgen moet het manuscriptblok plat zijn. Het perkamenten blad krult naar de haarzijde: haarzijde ) vleeszijde.
Een huid is aan de vleeszijde open om voedingsstoffen toe te laten tot de huid. Naar de haarzijde is de huid steeds meer gesloten om te eindigen in de harde hoornlaag die de huid beschermt en daar afsterft. Perkament neemt aan de vleeszijde met de meer open structuur gemakkelijk vocht op, zet uit en vormt een bolling: het perkament krult.
De oplossing die de manuscriptmakers vonden is de bladen met de krulling tegenover elkaar te plaatsen. Zo heffen de krommingen bij het gesloten boek elkaar op.
( ) ( ) ( ) ( ) geeft IIIIIIIII
Of in groepen
( ( ( ( ^ ) ) ) ) geeft IIII^IIII
De krommingen werden platgedrukt door het manuscript te voorzien van vaak houten platten die met metalen sloten hecht aaneen verbonden werden.
De regel van Gregory
Een bijkomend voordeel was dat een opening van het manuscript steeds dezelfde tint van het perkament vertoonde: ( ) , of ) ( . Dus ofwel liggen de donker getinte haarzijden tegen over elkaar, of de lichter getinte vleeszijden. Die plaatsing van gelijk getinte bladen tegenover elkaar is opgemerkt door C.R. Gregory (1885) en wordt sindsdien genoemd: de regel van Gregory. Bij losse bladen legt de bouwer aanvankelijk de bladen op deze manier op elkaar. En later, bij een gevouwen blad komen de gelijk getinte zijden vanzelf tegenover elkaar te liggen: een mooie vondst. Vaak wordt het blad tweemaal gevouwen tot een katern. De binder kon dan op de vouw het katern vast binden aan de andere katernen en aan de band: ook een fraaie vooruitgang.
Geen zichtbaar verschil
Het opheffen van de krommingen van de perkamenten bladen, blijft het hoofddoel van deze onderliggende constructie. De gelijk getinte bladen van een opening zijn een toegift, een gift van schoonheid.
Maar die ongelijkheid in tint beviel niet: liever wilde men dat alle bladen van het manuscript een gelijke tint hadden. Een oplossing is: de haarkant zo schrapen en schuren dat de donkere haarinplant en het donkere pigment in de huid verdwenen zijn. Helemaal geslaagd is het als ook de haarfollikels worden verwijderd. Dan is er geen verschil meer te zien tussen haar- en vleeszijde. De huid is dan bovendien, hoe mooi is dat, een stuk dunner geworden. Maar doordat aan de haarzijde de compactere, stugge lagen zijn weggenomen is ook de krommende werking van het perkament afgenomen.
Wat blijkt nu: het krommen van het perkament is dan wel minder geworden maar niet verdwenen. Het stapelen van de vellen met de krommingen tegenover elkaar blijft nodig. De constructie van een plat manuscript houdt op deze manier stand. De regel van Gregory is nu niet meer van toepassing: er is immers geen verschil meer te zien tussen de haarzijde en de vleeszijde. Maar wel is er, hoe gering die ook is, die blijvende krommende kracht van het perkament.
De regel van Gregory is een constatering die tijdelijk geldt, het krommen van perkament is een eigenschap die blijft.
Ton Harmsen zegt
Gefeliciteerd! Een mooi en duidelijk artikel met een lekker allitererende titel. In een tijd waarin neerlandici worden opgeleid zonder codicologie en boekwetenschap is dit een prachtige aanvulling.