Over welke tijd gaat Het psalmenoproer (2006) van Maarten ’t Hart? Dat lijkt meteen duidelijk: het boek speelt zich af in het Maassluis van de 18e eeuw, met een nadruk op de jaren zeventig van die eeuw, de jaren dat zich in het stadje een bizarre reeks gebeurtenissen voordeden, die zelfs de website van de Canon van Nederland haalden: het psalmenoproer. Nadat de Maassluizers, net als calvinisten elders in Nederland, eerst een nieuwe berijming van de psalmen hadden voorgeschoteld gekregen, die anders was dan de vertrouwde zestiende-eeuwse van Petrus Datheen, werd een paar jaar later voorgesteld deze psalmen in de kerk ook nog eens anders te zingen. De zeer langgerekte vorm van zingen (iedere lettergreep een hele noot) zou worden vervangen door een wat muzikalere vorm, met kortere noten en een ritme.
Een schande! Zoveel wulpsheid. Het volk kwam in opstand en sloeg bij al dan niet veronderstelde voorstanders van de ‘korte toon’ de boel kort en klein, en kwam nauwelijks tot bedaren.
Moot Sart
Maarten ’t Hart heeft zijn best gedaan om de gebeurtenissen in die tijd zo goed mogelijk te reconstrueren. Hij maakte zijn hoofdpersoon, Roemer Stroombreker, een stadsnotabele, een reder met maar liefst vier schepen, en later een schepen en zelfs burgemeester, rondom wie zich alle gebeurtenissen uit die tijd afspelen. Zijn zoon is bovendien een van de opstandelingen, een jongen die het helemaal niet om de religieuze implicaties van de lange of de korte toon te doen is, maar om de opstandigheid. In een verantwoording aan het eind zet ’t Hart uiteen wat voor bronnen hij allemaal gebruikt heeft.
Hij laat zijn personages zelfs in een achttiende-eeuws Nederlands spreken. Als Roemer Den Haag bezoekt, spreekt hij een prostituée aan:
‘Een zesthalf,’ zei ze, ‘als wij het, ons daarginds vertredend, onder het geboomte doen kunnen. Gij kunt mij daar neervlijen op een omgevallen stronk en mij dan gerieflijk gebruiken.’
Vooral wordt duidelijk wat een tijd van woelingen en veranderingen het was, hoe verwarrend dat allemaal moet zijn geweest, en hoe je dus kunt begrijpen dat mensen probeerden vast te houden aan zoiets lelijks als ‘de lange toon’. Roemer is zelf een man die eigenlijk wel wat voelt voor moderne fratsen. Hij denkt kritisch na over de bijbel (bladzijden lang gaat het over de onmogelijkheid dat echt alle dieren op de Ark van Noach plaats hadden genomen – hoe hadden al die honderdduizenden dieren erop gepast?) en hij houdt juist heel erg van muziek – hij maakt min of meer zonder het te weten kennis met Mozart (Moot Sart) en Beethoven.
Obsessies
’t Hart heeft er duidelijk ook goed over nagedacht hoe het moet zijn geweest om in die tijd te leven. Een klein detail dat mij in ieder geval aan het denken zette: Roemer hoort een keer een Toccata van Bach spelen op het kerkorgel, maar raakt die heerlijke melodie al snel weer kwijt. Hij leefde in dé tijd van de klassieke muziek, maar je kon als liefhebber al van geluk spreken als je een stuk één keer hoorde. Terugluisteren – volgens mij inmiddels iets wat iedere muziekliefhebber vanzelfsprekend doet – was er toen niet bij.
Tegelijkertijd gaat het boek evident vooral over Maarten ’t Hart, zoals alle boeken van Maarten ’t Hart gaan over Maarten ’t Hart, een man die in een streng gereformeerd milieu in Maassluis is opgegroeid, die dol was op de natuur en op muziek, die zich als kind al allerlei vragen begon te stellen over hoe waar die verhalen in de Bijbel nu eigenlijk waren. De schrijver van een volkomen eigenzinnig oeuvre – een schrijver die zo door en door zichzelf is dat hij ook door een 18e-eeuwse reder heen komt piepen. Een schrijver die zijn hele leven unapologetically een oude witte man is geweest (in Het psalmenoproer gaat Roemer niet naar bed met zijn vrouw omdat hij vindt dat ze ‘van onderen’ naar heilbot ruikt), maar die net zo goed op tv heeft bekend dat hij graag in vrouwenkleren rondliep.
Het psalmenoproer is te lezen als een spel dat de schrijver vooral voor zichzelf speelt, een reconstructie van de gebeurtenissen in zijn geboorteplaats simpelweg omdat hij het allemaal heel interessant vindt – het raakt aan de thema’s van geloof en muziek en literatuur, het speelt zich af in ‘zijn’ stadje, hij heeft een hoofdpersoon die hij en door en door begrijpt omdat hij zoveel op hem lijkt. Het moet een heel groot genoegen zijn geweest om dat boek zo te schrijven. Als lezer heb ik niet zo veel het idee dat ik ook wel zo zou kunnen schrijven als de schrijver, maar bij ’t Hart heb ik dat wel: het moet fijn zijn om je eigen obsessies zo te kunnen uitleven. En dat plezier slaat ook over op de lezer die niet per se precies diezelfde obsessies heeft.
Onvrede
Je moet het ook echt lezen als een spel. Zoals in het bovenstaande citaat, zo heeft nooit een sekswerker met haar klant gesproken. Achttien jaar geleden waren de meeste bekende teksten uit het eind van de achttiende eeuw nog formele documenten, maar door vlijtig onderzoek weten we wat je toen ook al kon vermoeden: in het dagelijks leven spraken mensen niet zo vol deelwoorden en bloemrijke taal. (De Maarten ’t Hart die zo heerlijk tekeer kan gaan tegen al die dieren in de Ark zou er wel raad mee weten.)
Verbazingwekkend is dat Het psalmenoproer bovendien helemaal niet alleen gaat over de achttiende eeuw, of ’t Harts twintigste eeuw, maar ook over de eenentwintigste eeuw – de jaren die er nog moesten komen na 2006. De onrust van onze tijd hing natuurlijk toen al in de lucht – Fortuyn en Van Gogh waren dood, de LPF was al uit elkaar gespat, de PVV werd in de dagen dat Het psalmenoproer verscheen opgericht. Maar je kunt die rare discussie over de korte en de lange toon niet anders dan lezen als een voorafschaduwing van het zwartepietendebat: pak dit niet ook nog eens van ons af! Al bleef het zelfs in de zwartste dagen van corona nog betrekkelijk geweldloos, er hing een zelfde achttiende-eeuwse onvrede in de lucht.
In 2024 lees ik 25 romans uit het eerste kwart van de eenentwintigste eeuw.De volledige lijst staat hier.
Volgende week: Ruth Lasters, Poolijs (2006)
Jona Lendering zegt
DIt is niet de Canon van Nederland hoor, maar de Canon van Maassluis.
Paul Hendriks zegt
Mooie recensie, veel herkenning.
Dankjewel.