“Echt Hanny-weer,” zegt de goedgeluimde jonge boekverkoper aan het Spui. Het regenwater ritselt tegen de ruiten. Nog altijd drukt een betongrijs plafond op de Lage Landen. Kom toch lente, kom.
“Met dit weer moet ik altijd denken aan Hanny Michaelis,” zegt de jonge boekverkoper als ik het boek van Nop Maas – Vastgenageld aan de rand van het niets. Herinneringen en opinies van Hanny Michaelis – afreken. Mooi, boekhandelaren die nog geboren moesten worden toen de dichteres al een oude dame was en al heel lang geen nieuwe gedichten meer schreef. Boekhandelaren ook die weten wat ze in huis hebben. Haar verzamelde gedichten zijn gelukkig nog altijd in druk en dankzij bezorger Maas hebben we ook de indrukwekkende oorlogsdagboeken en haar herinneringen van Michaelis, ‘Verst verleden’, waarop dit nieuwe boek een niet-geautoriseerde aanvulling is.
Nop Maas maakte een selectie uit vele uren aan bandopnamen vol gesprekken die hij met haar voerde terwijl hij werkte aan zijn biografie over Gerard Reve, met wie Hanny Michaelis tussen 1949 en 1958 getrouwd was. Intrigerend is het samenspel van bescheidenheid over de betekenis van haar eigen werk (“wat een rotgedichten zijn het toch”) en haar uitgesproken oordelen over anderen.
“Adriaan Roland Holst is echt bij gebrek aan gewicht omhooggevallen, door de reputatie van zijn oom en zijn tante.” Die tante schreef overigens “erbarmelijk en geforceerd gerijmel”. En als Gerrit Komrij iets mooi vindt, “dan is het meestal niks, hoor.” Verder wemelt het op de bandjes van de kolerewijven, ellendelingen, rotzakken en fluimen. Heerlijk! Maar bewonderd wordt er ook. “Willem Frederik Hermans en Gerard” blijven toch de grootste schrijvers van na de oorlog, met Frida Vogels en wellicht Han Voskuil. Gerard en Karel zijn voor haar nog altijd “de jongens”.
Met veel van haar door de oorlog geschonden generatiegenoten deelde Hanny Michaelis een zintuig voor wie wel en wie niet deugen. Het is een waterscheiding die ook het denken van Voskuil beheerste. Maar haar kritische vermogen was groot genoeg om, als het moest, aan eerdere oordelen te twijfelen. Over haar eigen gedichten oordeelde zij scherp. Het maken ging vaak gepaard met minderwaardigheidsgevoelens, maar ook was er altijd een zeker vertrouwen in haar techniek. Terloops wijst ze op het belang van regelmatige versregellengte, klinkerrijm en binnenrijmen.
Hoger dan liefde en vriendschap voert zij geborgenheid en solidariteit hoog in het vaandel. Over Gerard Reve: “Ik voelde me geborgen bij hem, hij was solidair, hij nam het altijd voor me op tegen de buitenwereld.” En zij zou hem nooit afvallen tegen die buitenwereld. Indrukwekkend vind ik de kwetsbaarheid en de weerbaarheid die spreken uit respectievelijk haar gedichten en haar proza. Uit de bundel Onvoorzien (1966):
Alle eindjes
aan elkaar geknoopt
tot een patroon dat zich
laat leven. Dagenlang
gaat het goed. En dan
is het er weer, het gat
waar alles in verdwijnt:
boeken, muziek, gesprekken
met vrienden. Alleen ik blijf over, vastgenageld
aan de rand van het niets.
In een laat gesprek met Nop Maas:
Wat er ook gebeurt, ik overleef het. Ik ben sterk genoeg om tegenslagen te boven te komen. Ellende en teleurstelling zijn wezenlijke onderdelen van een mensenleven. En wat mij betreft heeft niemand het recht mij de dood in te drijven, inclusief ikzelf.
Maar echt Hanny-weer dus:
Ik haat de zomer. Toen ik jong was, wilde ik bruin worden, maar ik haat hitte. In mijn jeugd had de zomer een speciale sfeer. Ik wil dat het koud is en dat je lekker bij de kachel zit met de gordijnen dicht. Dat begon toen ik een jaar of twaalf was. Beslotenheid vond ik heerlijk. Het moest buiten hard regenen en waaien en dan zaten wij gezellig in de kamer of ik stond voor het raam te kijken naar lichtjes die knipoogden in de verte.
Vastgenageld aan de rand van het niets is een rijk en wijs boek.
Nop Maas, Vastgenageld aan de rand van het niets. Herinneringen en opinies van Hanny Michaelis. Haarlem. Uitgegeven onder de korenmaat, 2024.
Joep Jaspers zegt
Mooie bespreking! Boek is te verkrijgen via nop.maas@planet.nl.