Ik heb het boek Decolonizing linguistics nu uitgelezen. Ik heb over een aantal hoofdstukken apart geschreven – de hoofdstukken die ik oversloeg waren naar mijn smaak over het algemeen te Amerikaans, bijvoorbeeld omdat ze allerlei suggesties deden over het onderwijs die alleen in een Amerikaans systeem passen, naar ijn idee.
Wat me alles bij elkaar opvalt is dat het dekoloniseren over het algemeen vooral negatief wordt bepaald. In het slothoofdstuk vatten de samenstellers van de bundel dat ook samen: het gaat om refusal, weigering: je moet weigeren mee te doen aan allerlei instituties, congressen, tijdschriften, enzovoort, als die te weinig gedekoloniseerd zijn of aan het dekoloniseren zijn. Het racisme zit in deze opvatting in de haarvaten van het hele vak, en dat moet eerst worden weggewassen.
Het is mij niet duidelijk wat je precies wel kunt doen, wat de positieve kant van deze vorm van taalkunde is. De verabsolutering van weigeren is natuurlijk: helemaal niets doen. Dat is verreweg het veiligst. Maar het lijkt net alsof veel van de collega’s die in deze bundel schrijven vooral bezig zijn met de taalwetenschap, en dan eigenlijk ook nog uitsluitend de geïnstitutionaliseerde taalwetenschap zoals die wordt bedreven aan grote en prestigieuze universiteiten, en veel minder met taal. Mij lijkt het juist interessant om te horen wat voor visie je nu precies op taal ontwikkeld hebt als je deze lijnen volgt (mijn Nijmeegse collega Luis Miguel Rojas-Berscia is bijvoorbeeld bezig een taalwetenschap te ontwikkelen waarin de stem van inheemse volkeren, hun visie op taal, meeklinkt), maar daarvoor is in deze bundel weinig plaats.
De auteurs zullen misschien zeggen: dat komt omdat nu eerst politiek activisme nodig is om het smerige schip van de taalwetenschap eerst goed schoon te spoelen. Wie zal er zeggen dat zij ongelijk hebben? Maar ik geloof uiteindelijk toch vooral ook nog steeds in de wetenschap als een gemeenschappelijk menselijk project van het opbouwen van kennis, die misschien almaar in een nieuw licht komt te staan en die steeds weer opnieuw wordt opgepoetst, maar die toch ook moet worden doorgegeven.
Het revolutionaire van het hele project schrikt mij, oude witte man, jazeker, dus wel af. We weten inmiddels best wat van taal, en dat doorgeven is óók een taak van de wetenschap.
Marcel Meijer Hof zegt
Bij wijze van gedachte-experiment: Misschien is hier een parallel te ontdekken met de zogenoemde Queer Theory (zie aldaar) op haar/hen/die plaats ? Dat is een verfrissende evaluatie van het begrip [patriarchale] hetero almacht. Vervang dit concept door de positie van de blanke baas [en zijn erfgenamen] versus de gekleurde tot slaaf gemaakten.
Zie bijvoorbeeld Eve Kosofsky Sedgwick, Michael Warner, Lauren Berlant, Judith Butler, Adrienne Rich en vele anderen.