Een van de mooiere dingen die de Nederlandse universiteiten de afgelopen decennia is overkomen, is de internationalisering – de toevloed van buitenlanders, vooral studenten, naar onze collegezalen. De lof ervan is al vaker gezongen: de mogelijkheden die het allen die in zo’n zaal geeft tot een bredere blik, een andere kijk op de aangeboden inhoud én op het leven. Als ik in gedachten een moderne collegezaal, zeker bij een masteropleiding vergelijk me die van 30 jaar geleden, dan zie ik veel minder bekrompenheid, zelfs in zalen met maar weinig buitenlandse studenten.
Omdat intellectuele cultuur leeft van debat, groeit het op een humus van diversiteit van opvattingen en achtergronden. Internationalisering is daar een mooi pad naartoe.
Recente denkers
Natuurlijk kun je de ontwikkelingen ook kritisch bekijken. Er zijn geloof ik twee soorten problemen. De eerste is dat een internationale universiteit bijna per definitie met zijn rug naar de lokale gemeenschap staat in de regio waar ze gevestigd is. Wie zich bezig houdt met de lokale problemen, is wat minder bezig met de zorgen van de mensen in de Vlietstraat. Toch heeft de universiteit – tot op zekere hoogte – die taak ook. Daarover schreef de Rotterdamse mediawetenschapper Chris Aalberts onlangs (en ik reageerde hier). Het is een spagaat, maar het is een noodzakelijke spagaat: kennis is universeel en moet met zoveel mogelijk mensen over de hele wereld gedeeld worden, maar moet ook lokaal worden toegepast.
Het andere probleem is dat de huidige internationalisering in de praktijk gelijkstaat aan verengelsing. In de discussie daarover gaat het, valt mij op, vaak over de taal – de vraag of het Engels lokale, regionale, nationale talen niet aan het verdringen is. Maar minstens even zorgelijk lijkt me de enorme invloed van de angelsaksische cultuur, het is een specifieke manier van denken over de wereld die ‘internationaal’ is, maar slechts een beperkte bandbreedte heeft: er zijn voor zover ik kan zien in Nederland of Vlaanderen, of in Europa tout court, bijvoorbeeld maar weinig invloedrijke recente denkers die niet ook invloedrijk zijn in de Engelstalige wereld. En als je gaat tellen, zijn internationaal gezien de belangrijkste denkers en schrijvers voor een zeer groot deel moedertaalsprekers van het Engels.
Centra
Dat is geen goede ontwikkeling omdat het uiteindelijk betekent dat de nationale universiteiten het ene provincialisme inruilen voor het andere. Als iedereen in een collegezaal op zijn Amerikaans denkt, zijn we nog niet veel opgeschoten. Je kunt dat volgens mij zien aan de discussie over woke die we de afgelopen jaren hebben gehad. Het woke-denken komt uit Amerika, maar het anti-woke-denken komt dat net zo goed. Het aardige van een internationaal debat zou kunnen zijn dat je ook deelnemers hebt die helemaal buiten die twee frames staan. Maar zo’n situatie doet zich eigenlijk niet voor.
Maar deze totale verengelsing van het denken is dan ook wel een eigenschap van de actuele internationalisering, maar er geen logisch noodzakelijk onderdeel van. We kunnen ook streven naar een internationale wereld waarvan Amerika niet het intellectuele en culturele centrum heeft, een wereld waarin we, ook in de collegezalen, meerdere talen spreken, waarin iemand die geen intieme kennis heeft van een paar verschillende talen en culturen eigenlijk nauwelijks serieus wordt genomen in discussies van cultureel belang.
Het lijkt me dat we uit de polariteit van een internationalisering die verkapte amerikanisering is, tegenover een eng protectionisme dat verkapt nationalisme is, moeten breken, en streven naar een echte wereld van vele, vele centra.
Daniel Broeder zegt
Ik kan zien dat je de grote negatieve gevolgen absoluut snapt. Alleen kun je ook met alternatieve oplossingen komen om dit te voorkomen. Als die er niet zijn lijkt me het nog steeds verstandiger Zo niet dan lijken mij de maatregelen die nu voorgenomen worden (met betrekking tot het onderwijs) een goed eerste stap. Heeft niks met nationalisme te maken maar met het voorkomen van de twee grote negatieve gevolgen! Voor mij is de eigen Nederlandse culturele identiteit daar belangrijk genoeg voor!
Berthold van Maris zegt
Dankzij die internationalisering is het uitgaansleven en nachtleven in een studentenstad als Utrecht ook een stuk levendiger en interessanter geworden.