Een van de dingen waar ik mij op verheugde toen ik in 2017 naar Groningen ging, was de mogelijkheid om samen te werken met de romanist Els Jongeneel. Die samenwerking hebben we voortgezet na haar pensioen en resulteert nu in een groot artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Nederlandse Letterkunde over de vroege ontvangst van de geruchtmakende roman Voyage au bout de la nuit van Louis-Ferdinand Céline in Frankrijk en Nederland. Het was een flink project dat begon bij een eerste verkenning, werd beproefd tijdens een symposium in Groningen, en dankzij de redactie ruim veertig bladzijden mocht tellen.
Ondertussen verscheen ook een volgende vertaling van een van de manuscripten die nog maar een paar jaar geleden onverwacht opdoken. Londen is een omvangrijke stadsroman, vermoedelijk geschreven in 1934, en dus een soort tijdgenoot van Alfred Döblins Berlin Alexanderplatz. De verteller voert ons naar een hallucinante, huiveringwekkende wereld, waar niettemin een bizarre vrolijkheid heerst.
Poëzie, dat was het enige wat ik kon zeggen. Ze stonden me nog wel een beetje toe om te redeneren, maar de oorlog zelf bezorgde me niet zoveel overwicht als nodig was om de situatie duidelijk te maken. Ik had ze bovendien op hun falie moeten geven. Maar met een arm die niet meer werkte, een ondeugdelijk hoofd en de manier waarop ik niet meer sliep, was het beter om alles los te laten.
Louis-Ferdinand Céline, Londen. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan-Pieter van der Sterre. Voorwoord Arnold Heumakers. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2024.
Els Jongeneel en Mathijs Sanders, ‘Als een bom in twee literaire vijvers. Célines Voyage au bout de la nuit in Frankrijk en Nederland, 1932-1934. In: Nederlandse Letterkunde 29, 2024, 1, p. 37-77.
Like
Comment
Share
Willem Huberts zegt
Mooi artikel, gecomplimenteerd ermee. Vooral interessant vind ik wat wordt opgemerkt over de lach als antwoord op het nihilisme en op de ondragelijke zwaarte van het menselijk bestaan. Dit biedt (voor mij althans) een nieuwe kijk op de humor, ironie en sarcasme die manifest zijn in vrijwel elk werk van Céline.