Vinexvrouwen (2010) van Naima El Bezaz is achteraf een boek om razend over te worden. Het begint zo:
Ik ben een Marokkaan in een vinexwijk. Een Marokkaan die het in de ogen van andere Marokkanen heeft gemaakt, omdat ik in een wijk woon vol blanke autochtonen. Maar die laatsten hadden wat bezorgd gekeken toen ze zagen dat er gekleurde mensen naast hen kwamen wonen.
Hierop volgen 38 verhalen over Naima El Bezaz, een Marokkaan die in een vinexwijk is gaan wonen, en vooral ook over de andere, doorgaans witte, bewoners van die wijk. Er is een genre van verhalen – ik moest af en toe aan David Sedaris denken – van mensen die op de een of andera manier tussen twee culturen zitten en daardoor allebei de culturen met enige spotlust kunnen bezien: zowel de Marokkaanse moeder die zucht en steunt over het feit dat haar dochter een drive-in-woning heeft betrokken waardoor ze haar arme ouders dwingt allerlei helse trappen te beklimmen, als de Nederlandse jonge ouders die een zus vragen om te komen oppassen op hun kinderen en die zus dan ook al is het heel laat geworden, onbarmhartig na afloop de deur uit smijten. “We hadden niets afgesproken over blijven slapen.”
El Bezaz had een groot talent voor dit soort verhalen. Haar toon, ironisch, met een goed oog voor het absurde van de vinexwijk, is meeslepend tot op de grens van verslavend. Waar ze in eerdere boeken vooral de hypocrisie van de Marokkaanse gemeenschap blootlegde, is in dit deel de minstens even grote hypocrisie van de witte Nederlanders aan de beurt – die zich terugtrekken in een vinexwijk om een keurig leven te leiden, maar zich op feestjes terugtrekken op de wc om het snel met de overbuurvrouw te doen. Het is Sex in the City, maar zonder city en zonder aantrekkelijke seks.
Het boek is, kortom, als je niet oplet veertien jaar na verschijnen nog steeds een groot plezier om te lezen. Af en toe zijn de anekdotes wat erg flauw – in een verhaal wordt de schrijfster uitgenodigd om in Egypte een aantal lezingen te komen geven en stelt ze zich daar een triomftocht bij voor, tot ze er in Egypte achter komt dat men eigenlijk liever niet wil dat ze haar achternaam gebruikt omdat El Bezaz in het Egyptisch Arabisch ‘de tiet’ betekent. Maar op de een of andere manier stoort ook dat niet door de verve waarmee alles is verteld.
Maar ondertussen heeft de schrijfster vier jaar geleden zichzelf het leven benomen. In Vinexvrouwen benoemt Naima El Bezaz een aantal keer haar depressie en de prozac die ze ervoor neemt. Bovendien gaat een van de verhalen over de zoon van een vriendin die zelfmoord pleegt.
Het komt allemaal voorbij in de wervelwind die Vinexvrouwen is, en voor zover ik kan zien heeft geen recensent indertijd aandacht besteed aan dit detail. Ik zou dat zelf vermoedelijk ook niet hebben gedaan. Je kunt nog zo goed proberen te lezen, uiteindelijk weet je toch niet welk belang je aan iedere opmerking moet hechten. Maar als je het nu leest, klinkt al die opgewekte spotlust ineens toch heel anders. Het leven is verschrikkelijk, ook in een keurige vinexwijk. Je kunt er wel om lachen, maar uiteindelijk helpt dat niet. Niet alleen voor de buurjongen wordt het per se allemaal te zwaar, ook voor de schrijver die hem zo goed heeft gezien. Dat is om razend over te worden.
In 2024 lees ik 50 romans uit het eerste kwart van de eenentwintigste eeuw.
De volledige lijst staat hier. Volgende week: Yves Petry, De maagd Marino (2010)
Jona Lendering zegt
Wat een prachtige bespreking van een inderdaad prachtig boek, dank je wel.
Robert Kruzdlo zegt
Mee eens. De wereld is een grote Vinex-wijk.