• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Proto-Indo-Europees in de Breestraat

12 mei 2024 door Gert Knepper Reageer

Het huis van Scaliger (Breestraat 113, Leiden), die de Indo-Europese taalfamilie op het spoor kwam.

Je zou de talen die in Europa worden gesproken in groepen kunnen verdelen, realiseerde de Leidse hoogleraar Joseph Scaliger (1540-1609) zich. Groepen van talen die op elkaar lijken. Neem bijvoorbeeld het woordje ‘god’. In het Duits luidt dat Gott, in het Engels god, in het Noors gud: groep 1. Maar het Franse woordje dieu lijkt daar in de verste verte niet op, evenmin als het Spaanse dios, het Portugese deus en het Italiaanse dio: samen vormen die groep 2. In Rusland daarentegen noemen ze het opperwezen bog, in Slowakije boh, in Polen bóg: groep 3. En wat houden we dan over? Natuurlijk het Griekse theos, een buitenbeentje dat in zijn eentje groep 4 vormt.

Het inzicht dat sommige (groepen) Europese talen meer op elkaar lijken dan andere, maar dat ze onderling weer meer op elkaar lijken dan op het Hebreeuws, Arabisch en Aramees, roept wel meteen de vraag op: wat is de verklaring daarvoor?

Na Scaliger ontdekte men dat hij eigenlijk nóg een groep had kunnen benoemen: groep 5 vertegenwoordigde wat we tegenwoordig de Keltische talen noemen, d.w.z. bijvoorbeeld het Iers en het Welsh, waarin het woordje ‘god’ respectievelijk dia en dduw luidt. ‘Dan lijkt die groep wel erg op groep 2,’ roept u nu meteen en dat is een diep inzicht waarover later meer.

Al in de Oudheid was trouwens de overeenkomst tussen Grieks en Latijn opgevallen. De Griekse woorden voor ‘zes’ ‘zeven’ waren resp. heks en heptá, de Latijnse seks en septem. Behalve dat heks en seks op elkaar leken, en heptá en septem eveneens, was er ook nog eens een regelmatig verschil: waar het Grieks een h had, had het Latijn een s. De gebruikelijke verklaring was, dat het Latijn van het Grieks was afgeleid.

Scaliger (Museum Martena, Franeker)

William Jones

Maar nu moeten we toch echt eerst één naam noemen: die van Sir William Jones (1746-1794), rechter in Calcutta (nu officieel: Kolkata), toen de hoofdstad van India. Daar werd Jones de stichter van de Asiatick Society, die zich ten doel stelde het ‘Oriëntaalse onderzoek’ (d.w.z. van India en omstreken) te bevorderen. In een lezing voor dit genootschap zei hij:

Hoe oud het Sanskriet ook moge zijn, het heeft een fantastische structuur: volmaakter dan Grieks, rijker dan Latijn, en verfijnder dan allebei. En toch vertoont het met beide zowel in de werkwoorden als in de grammatica een zo sterke overeenkomst, dat toeval uitgesloten lijkt. Ja, de overeenkomst is zó groot, dat een taalkundige die alle drie de talen bestudeert tot niets anders kan concluderen dan tot één gemeenschappelijke bron. Een bron die misschien niet meer bestaat.

Jones’ lezing wordt vaak beschouwd als de geboorte van wat we tegenwoordig vergelijkende (of: comparatieve) Indo-Europese taalwetenschap noemen. Want wat Jones verwoordde kwam in feite neer op een verklaring van het ‘groepsmodel’ van Scaliger: wanneer twee of meer talen sterk overeenkomen, ligt het voor de hand voor die talen een gemeenschappelijke herkomst, d.w.z. moedertaal, aan te nemen. Maar dan was het Latijn dus ook niet afgeleid van het Grieks, maar waren het, samen met het Sanskriet, zustertalen, dochters van dezelfde moedertaal. En zo was dus ook de overeenkomst binnen Scaligers groepen te verklaren: talen in die groepen leken sterk op elkaar doordat ze per groep van één en dezelfde taal afstamden. Van taalgroep 2 wisten we dat eigenlijk allang, want daarvan is de moedertaal overgeleverd: het Latijn.

Regelmatigheden

Eerder zagen we dat de verschillen tussen Grieks en Latijn regelmatig zijn: een Griekse h aan het begin van een woord vertoont zich in het Latijn als een s (Gr. hex, heptá tegenover Lat. seks, septem). Dat maakt benieuwd naar dezelfde woorden in het Sanskriet. En, hoe leuk: die blijken ṣaṣ, sapta te luiden. De overeenkomst is duidelijk, en de beginklank daar is dezelfde als in het Latijn: een s. Al met al impliceert die regelmaat dus, dat een klank (welke dat ook was) aan het begin van een woord in de gemeenschappelijke moedertaal, in het Latijn en Sanskriet tot een s werd (of een s bleef), en in het Grieks tot een h (of een h bleef). Of natuurlijk: dat een onbekende klank in de moedertaal, in het Latijn en Sanskriet tot s werd, en in het Grieks tot h.

Een belangrijke ontdekking was, dat alle vier de groepen van Scaliger zich bij de Latijn/Grieks/Sanskriet-groep aan bleken te sluiten. U had vast al aan het Nederlandse zes, zeven of het Duitse sechs, sieben’ gedacht. Of, voor groep 2, aan het Oekraïense shistʹ, sim. Voor wie iets nog exotischers wil: bij laatste groep hoort ook het Litouws, kijk maar: šeši, septyni . Al met al lijkt de conclusie onvermijdelijk, dat de moedertaal van groep 1 (een taal die we tegenwoordig Proto-Germaans noemen), verwant is aan de moedertaal van groep 2 (een taal die we tegenwoordig Proto-Balto-Slavisch noemen). En aan die van groep 3 en 4. En de Keltische talen van groep 5? Jawel hoor: Iers sé, seacht says it all is daarvan een mooie illustratie. Geen wonder dus, dat de woorden voor ‘god’ op die van groep 2 lijken.

Proto-Indo-Europees

Al met bleken zo verreweg de meeste Europese en daarbij ook de nodige Aziatische talen verwant te zijn (we onderscheiden tegenwoordig maar liefst twaalf groepen), wat een andere manier is om te zeggen dat allemaal ze een gemeenschappelijke moedertaal hadden. Die gemeenschappelijke moedertaal heette vroeger vaak Indo-Germaans; tegenwoordig Proto-Indo-Europees (PIE).

Stamboom van de Indo-Europese talen

Er dan is nog één vraag te beantwoorden, en niet de minste. Deze: hoe zag dat Proto-Indo-Europees eruit, en hoe weten we dat zo zeker?

Reconstructie

Om met die laatste vraag te beginnen: dat weten we helemaal niet zo zeker. Er zijn taalkundigen die vinden dat we het Proto-Indo-Europees helemaal niet kunnen reconstrueren, en niet verder kunnen komen dan het opstellen van abstracte formules waarmee we niet meer dan de overeenkomsten tussen de dochtertalen uitdrukken. De meeste taalwetenschappers zijn wat minder sceptisch: onze reconstructie van het Proto-Indo-Europees is een benadering van wat de werkelijkheid moet zijn geweest, niet meer en niet minder.

En hoe komen we dan tot die benadering van de PIE-werkelijkheid? Het simpelste is de situatie waarin bijvoorbeeld een woord in alle dochtertalen met dezelfde klank begint. Er is dan goede reden om aan te nemen dat het betreffende woord ook in het PIE met die klank begon. In ons voorbeeld van de woorden voor ‘zes’ en ‘zeven’ wijkt het Grieks af doordat het in plaats van de sisklank die we in de andere talen vinden, een h heeft (Eng. sit correspondeert met Lat. sedere [‘zitten’],Grieks hédos [‘zetel’ en Sanskriet sad– [‘zitten]’).

Nu blijkt dat sowieso de s die we in andere Indo-Europese talen vinden in het Grieks de neiging heeft onzichtbaar te worden: tussen klinkers is hij in het Grieks zelfs helemaal verdwenen. Dan lijkt de meest waarschijnlijke verklaring, dat de PIE s in het Grieks veelal eerst is afgezwakt tot een h, en vervolgens vaak helemaal is verdwenen. ‘Veelal’, want aan het eind van een woord is hij bewaard gebleven. Ook hier geldt: het gaat om regelmatige veranderingen. Klankwetten, noemen we die. Klankwetten zijn in de vergelijkende taalwetenschap belangrijker dan overeenkomsten. Overeenkomsten kunnen op verwantschap duiden, taalwetten impliceren verwantschap.

Fonemen

Op deze manier lijkt het gelukt om de Proto-Indo-Europese fonemen te reconstrueren. Fonemen, dat zijn klanken die de betekenis van een woord bepalen, betekenisonderscheidende klanken. In het Nederlands is de klank p een foneem, want als je in een woord in plaats van een p bijvoorbeeld een t zegt, word je niet meer begrepen: wie beweert dat hij een taart heeft bereden mag verbaasde blikken verwachten. Maar de ‘Gooise r’ (een huig-r als hij voorafgaand aan een klinker staat, en aan het eind van een woord een niet-trillende tongpunt-r) is geen foneem, want je kunt die zonder misverstand vervangen door een tongpunt (‘rollende’) r. Ondanks onze verschillende r-en kan ik met mijn 23-jarige zoon nog heel redelijk communiceren. Een foneem kan dus verschillende uitspraken toelaten zonder dat de betekenis wordt aangetast.

De reconstructie van het Proto-Indo-Europees als fonemisch (of: fonologisch) systeem (‘de klanken die ertoe doen’) stelt ons in staat de ontwikkeling van die klanken naar de dochtertalen te volgen. Let wel: in feite is dit natuurlijk een cirkelredenering. We hebben alleen die dochtertalen, en reconstrueren daarmee Proto-Indo-Europees. Maar nieuw-ontdekte PIE-talen hebben die reconstructie wel bevestigd; een reconstructie, die uiteraard te allen tijde kan worden aangepast: zo werkt wetenschap. En zo kunnen we toch, met vallen en opstaan, een eind komen bij de reconstructie van dat Proto-Indo-Europees. Op het niveau van klanken, van woorden en zelfs, heel voorzichtig, van syntaxis, zinsbouw.

Joseph Scaliger woonde in de Breestraat in Leiden. Op zijn huis hangt een bordje: ‘In dit huis beheerste één man meer talen dan wie ook in Europa’. Dat vrijwel al die talen familie van elkaar waren kon Scaliger nog niet weten, al moet hij iets hebben vermoed. Ik vind dat wel iets hoopvols hebben.

Dit stuk van Gert Knepper werd oorspronkelijk gepubliceerd op de MainzerBeobachter. Wordt vervolgd.

  • 1_PIE3: (klik=groot)

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: historische taalkunde, Indo-Europees, taalkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d