Voor me liggen twee foedralen, zoals uitgever Het balanseer ze noemt. Zelf zou ik eerder spreken van cassettes. Op de rug van beide cassettes: F. van Dixhoorn, gedicht, hb. Het laatste als enige horizontaal gedrukt. Linksboven op wat een voorkant zou kunnen zijn: de kat van de muziekschool en het doel van de opticien. De beide titels zijn opvallend dicht tegen de zijkant geplaatst. In beide cassettes een los blaadje met daarop de gegevens die je in een boek vindt op de Franse pagina: copyrightvermelding, ISBN-nummer en nog het een en ander. Een opvallend verschil: op één blaadje staat prominent de titel vermeld, ‘de kat van de muziekschool’; het andere blaadje is grotendeels blanco. Wijst dat op een hiërarchische verhouding tussen de beide gedichten? De ISBN-nummers liggen ver uit elkaar; dat van ‘het doel van de opticien’ is lager. Onder de ISBN-nummers een reeksnummer dat ik niet thuis kan brengen: D/2024/11.427.3 en D/2024/11.427.4. Het laagste nummer hoort ook hier bij ‘het doel van de opticien’.
Dat zou betekenen dat het doel van de opticien aan de kat van de muziekschool voorafgaat. Mijn intuïtie wil het anders. de kat van de muziekschool is de cassette met zes katernen; het doel van de opticien heeft er vijf. Je fabriceert pas een nieuwe cassette als de oude vol is, zoiets. En als het niet gaat om efficiency en knierperigheid: wanneer je iets te vertellen hebt, neem je de ruimte. De omvangrijkste bundel als een annex bij de minder omvangrijke: dat is vreemd. In de ene bundel wordt de wereld van het kijken opgeroepen, in de andere die van de muziek. Moet ik concluderen dat in de wereld van Van Dixhoorn het kijken op de eerste plaats komt, maar de muziek uiteindelijk belangrijker is? Of ben ik helemaal op de verkeerde weg met al dat minutieuze uitpluizen, dat detective-achtige gezoek naar sporen en die drang overal betekenis aan te hechten? Wat heb ik tot nu toe gedaan? Twee kaften van cassettes gelezen.
Het echte werk begint nu, en heel anders dan ik gewend ben bij gedichten of gedichtenbundels. Wie het doel van de opticien en de kat van de muziekschool leest, is onophoudelijk bezig. Katerntje uit de cassette, katerntje in de cassette. Heel makkelijk gaat het niet; ‘wurmen’ is het woord dat bij me opkomt. Moeizaam het katerntje uit de cassette wurmen, moeizamer het erin terugwurmen. Ik geef het maar meteen toe: het is wat me het minst aan het hele project bevalt. De contemplatieve ruimte waarin je na het lezen van een gedicht of een dichtbundel verzeild raakt, zeker na het lezen van een gedicht of dichtbundel van Van Dixhoorn, valt alleen maar te bereiken na een flinke portie praktische ergernis – en dan bereik je hem dus niet. Om deze bundels te lezen moet je de mentaliteit hebben van een klusser, en zo ik iets niet ben… In een omgeving waarin wordt geklust, ben ik op mijn plaats als een kat in een vreemde muziekschool. Maar ik ken Van Dixhoorns vorige zeven bundels. Misschien gaat het me lukken, door dit te schrijven bijvoorbeeld, om van enige van mijn beperkingen in de fysieke wereld los te komen.
M. M. Haver zegt
Geachte,
Van welk kunstenaar is de tekening? Waarom géén melding hierover?
Groet.
Redactie Neerlandistiek zegt
Die is van onze huistekenaar Robert Kruzdlo. De naam was op een onduidelijke manier weggevallen, inmiddels hersteld.
M. M. Haver zegt
Dank.