Ik betrek mijn belangrijkste nieuws over de wereld tegenwoordig over het jeugdjournaal – en dat geldt daarmee ook voor het sportnieuws. Zo hebben we de wederwaardigheden gevolgd van de Franse voetballer Mbappé. Die heeft zijn neus gebroken en gaat nu mogelijk met een masker spelen, zo meldde mijn favoriete medium gisteren.
Maar hoe spraken de journalisten de naam uit?
Mbappé is een naam in een van de Bamileke-dialecten van Kameroen, die begint met een klank die we opschrijven als mb. Fonetisch wordt die meestal beschouwd als een enkele klank. De m en de b liggen ook heel dicht bij elkaar: bij beiden sluit je de lippen en laat de stembanden trillen. De enige verschillen zijn: bij de m laat je wat lucht uit je neusholte ontsnappen, en bij de b laat je aan het eind de lippen los zodat de in de mond opgepotte lucht kan ontsnappen.
Maar die bewegingen kun je natuurlijk ook combineren: aan het begin van de klank laat je wat lucht door de neus naar buiten, en aan het einde maak je een kleine explosie met je lippen: mb. Een geprenasaleerde plofklank, wordt dat wel genoemd.
Het Nederlands heeft die klank niet, net zoals het Engels of de meeste andere Europese talen. Een naam als Mbappe is daarom vreemd: ‘lastig uit te spreken’ zeggen mensen dan, hoewel die klank helemaal niet zo lastig is is: je spreekt tombe een beetje snel uit en de klank is gemaakt. Alleen zijn we dat niet gewend aan het einde van een woord.
De oplossing is dan: voeg een klinker toe, en het probleem is opgelost. Nu kan dat nog op twee manieren: de klinker, laten we er even vanuit gaan dat het een e is, kan tussen de m en de b in worden gezet (mebappé) of ervoor (embappé). Dat laatste wordt gekozen door Nederlandse journalisten, in ieder geval in het jeugdjournaal (ongeveer op 0:35 in het fragment hierboven).
Dat is eigenlijk gek. In variëteiten van het Nederlands worden groepjes consonanten wel vaker opgebroken, maar dan komt de klinker altijd tussen de twee medeklinkers te staan: kerrek, hellep en soms zeggen mensen ook geras – nooit egras. Er zijn wel talen waarin je een klinker vȯȯr een groepje medeklinkers zet – zodat je España zegt in plaats van Spanje –, maar het Nederlands is doorgaans niet zo’n taal.
Toch valt er iets meer over te zeggen. Want hoewel we dus klinkers kunnen invoegen tussen twee medeklinkers aan het eind (hellep, werrek, sterref, kallef, arrem, hellem), doen we dat nooit tussen een m en een p of b: iemand zegt lammep (mb komt aan het eind helemaal niet voor, maar een p is een b zonder stembandtrilling). Zo’n groepje medeklinkers mag juist niet worden opengebroken. De reden daarvoor is mogelijk dat de m en de b of p zo dicht bij elkaar liggen in uitspraak dat het juist meer moeite kost om ze te onderbreken. Ze mogen in het Nederlands dan niet helemaal samensmelten tot één medeklinker als in het Bamileke, maar het ligt er ook niet ver vanaf.
Kennelijk geldt dat ook voor nieuwe woorden of namen als Mbappé. Waarom is het een m die wordt ingevoegd? De stomme e die we in harrep enz. invoegen, staat in het Nederlands nooit aan het begin van een woord (behalve kleine functiewoordjes als een, er en eens), en dus wordt het de e die zich het prettigst voelt in een gesloten lettergreep: die van klem.
Is het niet een soort nasale klank die je hebt in alle Bantoetalen voor de b en voor de d: zoals mbuji (geit) en ndoki (geest).
Ik kan niet vinden of je het hebt in alle Bantoetalen, maar het komt veel in deze talen voor (zo ook in andere talen, bijvoorbeeld het moderne Grieks en sommig zuidelijke Italiaanse dialecten).
Zou het beter lukken als men de m- of n- als aparte lettergreep beschouwt? Wat het vaak ook is. ‘Bantoe’ is eigenlijk ook ba-ntu, waarin ntu het meervoud is van mtu.
en waarom een extra -e bij woorden (namen) op een gemouilleerde medeklinker: gudelje i.p.v. gudelj, en kralje i.p.v. kralj (ex keeper van PSV) op zichzelf toch niet zo moeilijk om uit te spreken?
Die heldere /e/ valt me altijd op als ik Nederlanders (zoals bondscoach Koeman, met een zekere vrees in de stem…) de naam “Embappé” hoor uitspreken. Vlamingen doen dat doorgaans “gewoon” met een doffe sjwa.
Dank! We moeten vaker naar het Vlaamse jeugdjournaal luisteren. Ik kan niet goed bedenken wat dit verschil zou verklaren.
Interessant. Ik dacht dat we in de Nederlandse uitspraak van zijn naam die eerste M gewoon als de losse letter (“em”) uitspreken, alsof het een afkorting is.
Geldt ditzelfde verhaal zo ongeveer voor Tbilisi, de hoofdstad van Georgië?
Naar mijn gevoel zeggen mensen niet [etbilisi] maar [tehbilisi], wat te begrijpen is omdat de t en de b niet zo dicht bij elkaar in de buurt zitten.
Wat gezocht voor een verklaring, maar witte Zuid-Afrikanen -ook zij die thuis zijn in het Xhosa- voeg(d)en in mijn oren ook een kort maar helder e-tje toe aan de achternaam van hun president Mbeki.
In Nederland hebben we geen Mbappé, helaas. Maar er zijn wel andere Mb-landgenoten van Afrikaanse oorsprong, dus wie weet of daaruit talent doorbreekt. Het gaat dan om jongelingen met namen als Mbadu, Mbanza, Mbaye, Mbele, Mbemba, Mbenga, Mbome, Mbombo, Mbome, Mbongo, Mbumba, Mbunga, Mbuyi. Deze namen komen uit verschillende Afrikaanse landen maar vooral uit Congo. Er zijn ook enkele varianten van deze namen in Nederland bekend. Zo hebben we behalve Nederlanders met de Congolese naam Mbadu ook Ghanezen met de naam Badu. Mbanza komt in Congo ook voor als Banza, Mabanza en Mwanza. Opmerkelijk is het dat de Senegalese naam Mbaye in Ethiopië als Embaye en Ambaye voorkomt; in Mauritanië en Mali als M’Baye. De in Nederland meest voorkomende Mb-naam is overigens de Marokkaanse naam Mbarki met de nevenvormen M’Barki, Barki, Mebarki en Abarki. We kennen hierin varianten van Mubarak e.d. = ‘gezegend, fortuinlijk’ als uitbreiding van Barak. Nou ben ik wel benieuwd naar de functie of betekenis van M- in deze namen.
In ieder geval de Marokkaanse naam Mubarak van een heel andere orde. Dat is een arabische naam, die komt van de consonantale wortel B-R-K (geluk), met een voorvoegsel mu- die er een voltooid deelwoord van maakt dat bij mijn weten aangeeft ‘iemand die gelukkig is’. De klinker tussen m en b kunnen soms worden gereduceerd tot een toonloze e of helemaal weggelaten, maar het blijven daarmee wel twee verschillende medeklinkers, niet één ‘geprenasaleerde’ medeklinker.
Voor zover ik kan zien zijn de meeste andere die je noemt afkomstig uit Bantoe-talen. Want de relatie is tussen Mbanza en Banza, weet ik niet. In Ghana worden geen Bantoetalen gesproken.