•• Edgar Lee Masters (1869-1950) was een Amerikaanse dichter die vooral bekend is geworden door zijn Spoon River Anthology, een verzameling van meer dan tweehonderd grafschriften uitgesproken door de overleden inwoners van een klein Amerikaans stadje. De gedichten vielen destijds op door de vrije vorm ervan, maar ook door de aandacht voor de ‘gewone mens’. Martinus Nijhoff vertaalde er een aantal.
Elsa Wertman
Ik was een boerenmeisje uit Duitsland,
had blauwe ogen, rode wangen en was gelukkig en sterk.
Mijn eerste betrekking was bij meneer en mevrouw Greene.
Op een zomerdag, toen mevrouw uit was,
sloop meneer de keuken in, sloeg plotseling
zijn armen om mij heen en kuste mij op mijn keel.
Het maakte me duizelig, en geen van ons beiden
scheen toen te begrijpen wat er eigenlijk gebeurde.
Later wist ik geen raad meer en huilde, huilde
toen ik mijn geheim niet langer kon verbergen.
Op een dag zei mevrouw Greene dat ze alles begreep,
maar dat ze het mij niet lastig zou maken,
en, omdat ze zelf geen kind had, het mijne zou aannemen.
Hij had een buitenhuis voor haar gekocht waarin zij zich zou terugtrekken.
Daaruit kwam zij niet meer tevoorschijn en strooide geruchten rond
alsof wat er gebeuren ging met haar gebeurde.
Het lukte, het kind werd geboren en de Greene’s waren erg vriendelijk voor me.
Naderhand trouwde ik met Guus Wertman en tientallen jaren gingen voorbij.
Maar als, bij politieke betogingen, de omstanders soms dachten
dat ik huilde om de welsprekendheid van de jonge Hamilton Greene,
dan vergisten zij zich.
Nee! Ik huilde, omdat ik dan zo graag had willen roepen:
Dat is mijn zoon! Dat is mijn zoon!
Hamilton Greene
Ik was het enig kind van Francine Harris uit Virginia
en Thomas Greene uit Kentucky,
beiden uit sterke en aanzienlijke geslachten gesproten.
Aan hen dank ik dat ik werd wat ik werd,
rechter, kamerlid, eerste minister.
Van mijn moeder erfde ik
levendige verbeelding en welbespraaktheid,
van mijn vader wilskracht en een gezond verstand.
Aan hen komt alle eer toe
voor de diensten die ik bewees aan het volk!
•••
Elsa Wertman
I was a peasant girl from Germany,
Blue-eyed, rosy, happy and strong.
And the first place I worked was at Thomas Greene’s.
On a summer’s day when she was away
He stole into the kitchen and took me
Right in his arms and kissed me on my throat,
I turning my head. Then neither of us
Seemed to know what happened.
And I cried for what would become of me.
And cried and cried as my secret began to show.
One day Mrs. Greene said she understood,
And would make no trouble for me,
And, being childless, would adopt it.
(He had given her a farm to be still.)
So she hid in the house and sent out rumors,
As if it were going to happen to her.
And all went well and the child was born — They were so kind to me.
Later I married Gus Wertman, and years passed.
But — at political rallies when sitters-by thought I was crying
At the eloquence of Hamilton Greene —
That was not it.
No! I wanted to say:
That’s my son! That’s my son!
Hamilton Greene
I was the only child of Frances Harris of Virginia
And Thomas Greene of Kentucky,
Of valiant and honorable blood both.
To them I owe all that I became,
Judge, member of Congress, leader in the State.
From my mother I inherited
Vivacity, fancy, language;
From my father will, judgment, logic.
All honor to them
For what service I was to the people!
Edgar Lee Masters (1868-1950)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per e-mail
Laat een reactie achter