Elk land met immigranten (oftewel: elk land) staat voor een uitdaging: hoe zorg je dat nieuwkomers de dominante taal of talen van het land voldoende machtig worden, zodat ze kunnen meedoen in de samenleving? Deze vraag is het onderwerp van de cursus ‘Meertalig onderwijs in Nederland: beleid en praktijk’, die ik elk jaar geef aan de Universiteit Utrecht. Aan het eind van de cursus schrijven studenten zelf een rapport over het thema, en het resultaat daarvan vind je hieronder.
Studenten leren in de cursus over vormen van meertalig onderwijs, zoals het in Nederland en Vlaanderen veel toegepaste taalbadmodel, waarbij anderstalige leerlingen in een volledig Nederlands taalbad worden ondergedompeld. Studenten leren ook over taalbeleid, bijvoorbeeld hoe het Europese handvest voor regionale talen of talen van minderheden kan helpen om ‘kleine’ talen te stimuleren en behouden. De cursus gaat ook over het integratiebeleid van Nederland; zo kwam er dit jaar een expert gastcollege geven over de inburgeringswet die in 2021 inging.
In de colleges gaat het steeds over de Nederlandse situatie. Aan het eind van de cursus gaan studenten hun kennis toepassen op een ander land: ze onderzoeken hoe het taalonderwijs aan nieuwkomers in een land naar keuze georganiseerd is. Dat doen ze aan de hand van vier onderzoeksvragen, die ze beantwoorden door literatuuronderzoek te doen en door een betrokkene uit het land zelf te interviewen.
Ook dit jaar zijn daar vier boeiende rapporten uit voortgekomen, over de situatie in Engeland, Ierland, Oostenrijk en Spanje. De rapporten staan hieronder online, met toestemming van de auteurs.
Laat een reactie achter