Ik mag niet langer zwijgen. Deze week werd bekend dat men in Leiden alvast is begonnen om woest met een moker om zich heen te slaan. Ooit was Leiden de stad van de talen: je kon er terecht als je de meest uiteenlopende talen wilde leren kennen. Het was de stad die de eer van Scaliger hooghield, de zeventiende-eeuwse geleerde en polyglot. “Scaliger was een kenner van de klassieke oudheid en talen”, schrijft Wikipedia, “maar ook van oosterse talen als Hebreeuws, Aramees, Arabisch, Koptisch en Ethiopisch.” Nog altijd hangt er een plaquette in de Breestraat waarin de man herdacht wordt:
Nu hebben de nazaten van Scaliger, bestuurderen der Leidse universiteit, besloten al die talen in het Rapenburg te gooien. Behalve Scaligers talen zoals Hebreeuws en Aramees dreigen ook bijvoorbeeld het Swahili, het Turks en het Perzisch. Dat zijn grotendeels talen die je alleen in Leiden kunt studeren, zogeheten ‘unica’. Daarmee is het afgelopen, als het aan het Leidse faculteitsbestuur ligt. Er moet nu eenmaal bezuinigd worden! Weliswaar is er niet duidelijk hoeveel bezuinigingen minister Bruins precies nodig vindt, maar de faculteit zat sowieso krap bij kas.
Overigens zullen Bruins’ bezuinigingen alles nog flink veel erger maken, want de bedoeling is dat van veel van de talen nog wel een paar vakken zullen overblijven in het programma International Studies. Maar dat programma is in het Engels, en dat is óók een vreemde taal, en dat mag dan weer niet van Bruins. Omdat die het Nederlands zo’n mooie taal vindt.
Verdiepen
Er wordt dus binnenkort niemand meer opgeleid in talen van andere continenten, zoals het Swahili en het Berber, of talen die grote delen van het verleden ontsluiten, zoals het Aramees. Het valt bijna niet te beschrijven wat een grote stap dit is. Nederland was ooit een land dat overal geroemd werd vanwege de grote kennis van allerlei vreemde talen. Dat de gemiddelde inwoner geroemd werd voor zijn verbazingwekkende kennis van het Frans en het Duits, die tijd ligt nu allang achter ons. Nu zijn we aan het veranderen in een land waarin we hooguit twee talen spreken, als het aan de minister ligt: Nederlands en Engels. Al mag er dan in die laatste taal geen onderwijs gegeven worden. En een land waarin alle andere talen als volkomen onbelangrijk terzijde worden geschoven. Wie ze wil leren, doet dat maar op Duolingo.
Voor de duidelijkheid: dit ligt natuurlijk niet alleen aan Leiden. Andere universiteiten hebben allerlei talenstudies al eerder afgeschaft. Modern Grieks, Europees Portugees, Roemeens, Hongaars: heel veel Europese talen kun je sowieso niet meer studeren. Ik heb altijd gedacht dat een beschaafd Europees land minstens alle officiële Europese talen zou moeten bestuderen. Dat idee is inmiddels volkomen wereldvreemd geworden: waarom zouden we ons in elkaar verdiepen?
Studeren
Hoe komt dit alles nu? In de eerste plaats is Nederland niet het enige land waar dit gebeurt. In de hele westerse wereld verliezen mensen hun belangstelling voor het leren van talen. Talenonderwijs is dan ook heel intensief – je hebt nog altijd heel veel contact nodig met een docent – zonder dat al die inspanningen worden beloond met een leaseauto. En “de hele wereld spreekt immers Engels”?
Daar komt bij dat de manier waarop universiteiten worden betaald, zulk intensief werk bijna onmogelijk maken. Je kunt een studie niet in de lucht houden als er niet tientallen studenten op afkomen. Ik heb de man nog gekend die, dan toch weer in Leiden, af was gestudeerd bij de hoogleraar Baskisch – en die daarmee diens enige student ooit was. Er zijn nu eenmaal niet tientallen baskologen of afrikanisten per jaar nodig op de Nederlandse arbeidsmarkt, maar wel een paar. En die paar moeten dus ook kunnen studeren.
Jozef Haazen zegt
Dat komt ervan wanneer Nederland zich verlaagt heeft tot vazal van de hegemonische betrachtingen van de VS en steeds meer geld uitgeeft aan wapens ipv aan een vredes-opvoeding en een wijze internationale verstandhouding.
Joost Robbe zegt
Het is inderdaad een algemeen fenomeen. Als ik over de toestand in Nederland lees, kan ik de plaatsnamen gewoon vervangen met Deense et voilà, ca y est. Hier heet het monsterprogramma “Global Studies” in plaats van “International Studies”, maar veel verschil, ook onder deze opvallend weergalmende oppervlakte, kan ik niet zien. Latijn mag nog eventjes overleven als bachelor met een doorstroom naar een master geschiedenis. Indische talen, de “kleine talen” Russisch, Arabisch, Chinees, alles gaat voor de bijl. Er worden allerlei constructies opgezet maar de richting is duidelijk. Het probleem is volgens mij dat de middelgrote opleidingen (zoals Engels) de kleinere niet meer kunnen dragen. Nederlands is hier (uiteraard) ook afgeschaft – in Kopenhagen in 2011, in Aarhus in 2014. Ik heb het gevoel dat de universiteitsleiding en de politici graag het voorbeeld volgen van universiteiten in vergelijkbare landen – een sneeuwbaleffect als je wil.
Wouter Steenbeek zegt
Dit maakt deel uit van een grotere ontwikkeling. Sinds eeuwen beleven we een overgang van een letterenmaatschappij naar een maatschappij die bepaald wordt door de exacte wetenschappen. Dat heeft een volstrekt verklaarbare oorzaak: de natuurwetenschappen doorgronden alles, van de kleinste subatomaire deeltjes via menselijk gedrag tot de oorsprong, aard en toekomst van de kosmos. Wat is daartegenover nog de studie van een of andere taal, terwijl je tóch met elkaar Engels kunt spreken. Want hoewel minister Bruins nu tegen de westenwind in probeert te blazen, weten we allemaal dondersgoed dat de universiteit over 20 jaar 100% Engels is. (Of helemaal afgeschaft natuurlijk, omdat ze Wilders niet zint.)
De alfawetenschappen zijn met de huidige stand van zaken vrijwel geheel reductionistisch te verklaren. Die ene procent die dat niet is, zal wel spoedig volgen. Mijn vakgebied, de muziekwetenschap, zal in de toekomst enkel nog bestaan uit akoestiek, fysiologie en neurologie. In de negentiende eeuw, toen de natuurwetenschap nog niet zo ver was als nu, had Dilthey nog het idee dat alfa en bèta elkaar in evenwicht hielden: de natuurwetenschappen moesten ‘verklaren’, de menswetenschappen ‘begrijpen’. Dat kwam door de vrije wil, die hij de mens toedichtte, maar waar de cognitiewetenschap de afgelopen decennia heel korte metten mee heeft gemaakt.
En zelfs al zou het wetenschappelijk gezien zinvol zijn om de alfawetenschappen aan te houden – iets wat ik niet kan, maar erg graag wil geloven – dan is er nog de keiharde vraag: wat koop je ervoor? De maatschappij heeft juristen nodig voor een eerlijke procesgang. De maatschappij heeft medici nodig om langer te kunnen leven. De maatschappij heeft informatici nodig voor de steeds groeiende berg computertaken. Maar alfa’s? Kom nou… Alle verheven ideeën over kunst en cultuur zijn de afgelopen jaren ontmaskerd en spiernaakt te kijk gezet door de razendsnelle opkomst van AI. Waarom zou Mozart of Shakespeare nog het bestuderen waard zijn als een computer iets kan maken wat hetzelfde met mensenhersenen doet? En sowieso, waarom nou net die luchttrillingen of die inkt- en papieratomen bestuderen, en geen andere? Ik geloof er niet meer in…
En wat die talen betreft: die moest je vroeger leren omdat er a) nog geen wereldtaal was van het kaliber Engels (heel veel mensen gingen amper naar school en spraken maar één taal, of twee en daar was geen wereldtaal bij) en b) er nog geen vertaalcomputers waren. U hebt het wel zo verheven over “mensen bij elkaar brengen”, maar als iedereen Engels leert, maak je met veel meer culturen kennis dan wanneer je alle 7000 talen op de wereld moet gaan leren. Trouwens: onlangs bereikte ons het bericht dat AI nu ook al beter is in mensen bij elkaar brengen dan mensen zelf. Dus daarin zijn we ook al niet meer nodig…
Marc van Oostendorp zegt
Om het even bij de neerlandistiek te houden. Als wetenschap is deze denk ik nodig omdat het nodig is om zaken ook te begrijpen. En dat is nodig omdat het niet slecht zou zijn als de mens wat meer zelfinzicht zou hebben. Hoe chatbots werken is voor de mens niet echt te begrijpen en in die zin schieten we er niet veel mee op. (Het is overigens mogelijk dat hoe taal werkt voor de mens sowieso niet te begrijpen is, maar we kunnen het blijven proberen.
Maar de geesteswetenschappen ontlenen hun kracht niet alleen aan het doen van allerlei ontdekkingen, maar ook aan het overdragen van kennis van de ene generatie op de ander. Er is op dit moment grote nood aan docenten Nederlands, laat staan docenten die een goed en meeslepend verhaal kunnen vertellen en zelf academisch gevormd zijn. Geesteswetenschappen zijn ook: menswetenschappen, en dat kan niet goed door machines worden overgenomen.
Robert Kruzdlo zegt
U gelooft té veel en weet net zoveel over de werkelijke werkelijkheid als de wetenschap níet weet. Marc heeft het over een werkelijkheid, beleving van de werkelijke werkelijkheid. En wat heeft de mens te vertellen over zijn binnenbrein? U speelt met twee maten en dat brengt mensen niet snel bijeen.
Robert Kruzdlo zegt
Mijn reactie was voor Wouter Steenbeek
Wouter Steenbeek zegt
Ik geloof niets. Dat is nou juist het hele punt. Wetenschap is rationeel, geloof is irrationeel.
Overigens komt uw reactie erg warrig op me over, dus ik heb even nagedacht of en hoe ik erop zou reageren. Maar laat ik mijn punten verder verduidelijken: naast de ordinaire nutsfunctie van de universiteit (medisch personeel, advocaten, economen) heeft de universiteit ook voorop te lopen in de gigantische problemen waar we nu mee te maken hebben. Klimaatverandering, ziektes, noem maar op.
Ten eerste moeten er wetenschappers worden opgeleid die hier oplossingen voor bedenken. Maar de kennis van de wetenschap moet ook neersijpelen naar de maatschappij als geheel. Leraren moeten scholieren onderwijzen, en daarbij heel veel meer de nadruk leggen op natuurwetenschap. De opkomst van het wappendom de laatste jaren heeft bewezen dat daar nood aan is. Als elk kind van twaalf – de leeftijd dat je de basisschool verlaat – kan uitleggen wat een virus is en hoe het je ziek maakt, hoe de evolutie werkt en wat daarvoor het overweldigende bewijs is, hoe je kunt zien dat je aarde rond is en wat CO2 is, dan wordt die onzin van meet af aan al de kop ingedrukt.
Later, op de middelbare school, moet je dan leren hoe het broeikaseffect precies werkt en hoe het zit met kernfysica. Dat is de doodssteek voor klimaatontkenners en zweverige onzin over “goede en slechte energie”. Zo leert het gros van de bevolking al vóór zijn achttiende de wetenschap te snappen, in plaats van haar alleen maar te moeten vertrouwen. De huidige wereld heeft dat nodig: er is bakken vol geavanceerde wetenschap, maar het komt niet bij de mensen. Dat is de taak en het belang van het onderwijs. Als we dit verkopen, hebben we een goed, coherent verhaal. Het wordt duidelijk waarvoor de universiteit van belang is, en vooral: dat Wilders’ afbraakplannen alleen maar dienen om de mensen in onwetendheid te houden, wat hem ten goede en de rest van de wereld ten kwade komt. Met Nederlands, Swahili of Aramees kunnen we dat verhaal niet houden.