Cadeautje van nog klein kleinkind, bij je komen, zich ruggelings inparkeren op je schoot met een boekje in de hand: Voorlezen? Heerlijk voor beide partijen, voorlezen, voorgelezen krijgen en soms als dank gecorrigeerd worden.
Als de ontwikkeling een beetje normaal verloopt, gaat het kind zélf lezen en stillezen.
Met een beetje geluk hoort de oplettende omgeving aan nieuwe taal dat de jonge stillezer soms iets anders las dan er gestaan moet hebben. Hoe anders kan het kind “bruuks naar voren rijden” gezegd hebben – gelezen in een Suske en Wiske (waar bruusk stond)? Misschien vonden de volgende voorbeelden ook hun oorsprong in gedrukte teksten, Nederlands dat er eigenlijk nog net een beetje naast ligt:
- Jongeman, goed 8 jaar oud: “Hé, nu is m’n pen naar de Filippijnen.”
- Andere jongeman maar ook 8 jaar: Een afleidingsmannoevrère. (Ontstond dat door lezing van een Kameleon? Ik denk het.)
- Jongeman (9) Hun naam doet eer aan! (de naam van de familie Rotmensen in een verhaal zegt het al)
- De gehele weg (gehele, typisch afkomstig uit een boek, wellicht zelfs een ouder boek)
- Misschien zijn er wel heel veel gecreëerde kindertaalwoorden terug te voeren op het stillezen van boeken; bij een reeks als deze op –heid is zoiets minstens voorstelbaar: rustigheid (voor de rustigheid op het strand), wagenziekheid (als voorbeeld van niet-erge ziektes), gewoonlijkheid (Dat is zijn gewoonlijkheid (‘zó doet die jongen dat altijd’), wakkerheid (“Einde van de wakkerheid” = ‘nu ga ik slapen’), onwijsheid (“Allemaal onwijsheid (van bepaalde kinderen)”)
- Ben je een haartje getoeterd?
- Verdacht goede oren.
- Dat heeft nog niet te betekenen. (Contaminatie van twee uitdrukkingen met dat heeft en dat hoeft?)
- Dat zal ik je leren! (Opnieuw een samensmelting?Dat zal je leren + Dat zal ik je betaald zetten?)
- Uitvluchterijen.
- Ik slaak wartaal.
- Dorstwekkend.
Jazeker, het begint heel jong met ruggelings inparkeren op schoot en daar vólgt me dan een hele rij taalcadeautjes op! Fout aanvankelijk? Zeker. Maar dat wordt mettertijd allemaal bijna als vanzelf gecorrigeerd, daar hoeven de opvoeders zich eigenlijk niet verbeterend mee te bemoeien.
Vakantie of niet, wie bij wil dragen, drage bij. Merci!
Geen merci!
Dit artikel verscheen eerder op NOMEIS
Laat een reactie achter