Onlangs werd in Friesland door iemand met een metaaldetector een fragment van een Viking-zwaard gevonden. Het nieuws haalde zelfs het NOS-journaal en de landelijke pers. Het betreffende fragment betrof de pommel van een zwaard. Dit onderdeel maakt deel uit van de greep van een zwaard. Het gaat om een verdikking aan het uiteinde van de greep die moet verhinderen, dat het zwaard uit de hand glijdt. Oorspronkelijk was het een dikke ronde of halfronde knop, Vandaar ook de naam van het ding. Die komt namelijk van Latijn pomellus ‘appeltje; knop’ dat sinds de 13e eeuw in de betekenis ‘knop van een zwaard’ is geattesteerd (Niermeyer 2002). Dit woord is met een verkleiningssuffix afgeleid van Latijn pomum ‘appel’. Oorspronkelijk was de pommel een dikke geheel ronde knop of en halfronde knop (zie afbeelding uit Androšuk). Later lijkt men de pommel te hebben vergroot en meer te hebben versierd, zoals met de knop van het Vikingzwaard is gebeurd.
Het woord pommel lijkt echter in het Nederlands alleen in de vakliteratuur voor te komen. De oudste vermelding in de betekenis knop van een zwaard stamt uit 1899: Op den pommel van het zwaard is de naam gegraveerd van het vlagschip Olympia en het teeken uit den zodiak voor December, de maand van Admiraal Dewey’s geboorte (‘De Volksstem’ van 04.10.1899). Ook in de paardensport is het woord bekend, en wel als aanduiding voor de knop van een zadel: “POMMEL (in de Manege). Een stuk Koper of van andere stof aan den top en in het midden van den zadelboog. POMMEL is ins gelyks een ronde Bal van zilver, of Staal of diergelyks, aan het eind van de greep eenes degens of van een zwaard, om in sommige gelegenheden tot een tegenwigt te dienen”, aldus het Nieuw en volkomen woordenboek voor konsten en weetenschappen uit 1777.
Het is verder opvallend, dat het woord in Delpher vooral opduikt in Engelstalige werken zoals in Engels-Nederlandse woordenboeken: “POMMEL. Een knop. The pommel of a sword or saddle. De knop van een degen of zadel” (William Sewel, A complete dictionary English and Dutch. 1708). Het lijkt daarom niet uitgesloten dat het een woord is dat in de vaktaal van het paardrijden en het zwaardvechten en/of schermen uit het Engels is overgenomen, waar het in de betekenis ‘knop van een zwaard of zadel’ wel gebruikelijk is.
In het Nederlands bestond ook een woord pommel in de betekenis van ‘kort, dik persoon’, vgl. pommel ‘dik vrouwmens” (1865; WNT). In Groningen zou het ook voorkomen als aanduiding voor een kort, dik voorwerp in het algemeen en voor de lisdodde in het bijzonder, genoemd naar de dikke, knotsvormige bloeiwijze van de plant. Het WNT geeft daarbij als oorsprong van pommel aan dat het om een klanknabootsend woord zou gaan. Er wordt verband gelegd met woorden als pummel. Dat is mogelijk, maar het lijkt gezien de herkomst van de andere betekenissen toch niet zo waarschijnlijk. Eerder zal het een uitbreiding van de betekenis ‘dikke knop’ zijn en van het Latijnse woord zijn afgeleid. Korte dikke mensen worden immers ook wel eens “propje” genoemd.
Literatuur
Fedor Androšuk. Meči vikingov [Vikingzwaarden] (Nacional’naja akademke nauk Ukrainy. Institut arheologii). Kyiv 2013.
J. F. Niermeyer & C. van de Kieft. Mediae latinitatis lexicon minus. 2., überarbeitete Auflage, Leiden 2002. Blz. 1057.
Willem Kuiper zegt
Het Middelnederlandsch woordenboek kent het woord ‘appel’ in de betekenis van ‘pommel’.
https://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=01685&lemma=appel&domein=0&conc=true
Betekenisonderscheid 2: Appel van het zwaard, ronde knop boven aan het gevest. Kil. caput manubrii, vulgo pomum capuli.