Een interview met twee jonge leden
In 2025 bestaat de Algemene Vereniging voor Taalwetenschap (AVT) 75 jaar. Sinds haar oprichting in 1950 heeft de beroepsvereniging zich ingezet voor taalwetenschappers in Nederland en voor een gezonde en inclusieve taalwetenschapsgemeenschap.
Als lid van de AVT mag je presenteren op de Grote Taaldag (die je ook met korting kunt bezoeken), kun je publiceren in het in 2024 opgerichte tijdschrift Nota Bene (voorheen Linguistics in the Netherlands, ook wel bekend als de LIN-bundel), en kun je jaarlijks de papieren editie van het tijdschrift ontvangen. Mondiaal vertegenwoordigt de AVT haar leden via CIPL: het Comité International Permanent de Linguistes. De AVT werkt ook samen met Anéla (de Nederlandse Vereniging voor Toegepaste Taalwetenschap). Ze zijn samen verantwoordelijk voor de organisatie van de Grote Taaldag en het Taalgala dat daar elk jaar plaatsvindt. Tijdens het Taalgala reiken AVT en Anéla de dissertatieprijs uit voor het beste taalkundige proefschrift van het betreffende academische jaar.
AVT-leden Lex en Michelle delen hun ervaringen
In 75 jaar heeft de AVT een mooi ledenbestand opgebouwd, maar nieuwe leden zijn altijd welkom! Zeker ook voor jonge taalwetenschappers die ervaring op willen doen met presenteren en publiceren, hun netwerk willen vergroten en op de hoogte willen blijven van ontwikkelingen in het vakgebied, is een AVT-lidmaatschap interessant. De AVT interviewde twee jonge leden die graag hun ervaringen delen! Hieronder komen promovendi Lex Cloin-Tavenier (Universiteit Utrecht) en Michelle Suijkerbuijk (Radboud Universiteit) aan het woord over hun reden om lid te worden, over presenteren op de Grote Taaldag en over publiceren in Nota Bene/Linguistics in the Netherlands.
- Wat is voor jou als jonge onderzoeker de belangrijkste reden om lid te zijn van de beroepsvereniging Algemene Vereniging voor Taalwetenschap?
Lex: “Het is voor mij en mijn onderzoek van belang om onderdeel te zijn/worden van de Nederlandse gemeenschap van de taalwetenschap om contacten te kunnen leggen met het oog op samenwerking, feedback, en, op de langere termijn, mijn carrière na mijn promotieonderzoek. Door lid te zijn van de AVT (en bijvoorbeeld deel te nemen aan de Grote Taaldag, en een bijdrage in te dienen bij Nota Bene) leer ik deze gemeenschap nog veel beter kennen dan anders mogelijk is.”
Michelle: “Ik heb sinds 2020 nog geen enkele Grote Taaldag gemist en dat is dus ook de belangrijkste reden voor mijn lidmaatschap. Op de Grote Taaldag presenteren taalwetenschappers vanuit heel Nederland en vanuit verschillende onderzoeksvelden binnen de taalwetenschap hun onderzoek, waardoor ik altijd een goed en breed beeld krijg van wat er allemaal gedaan wordt binnen de taalwetenschap in Nederland. Bovendien is het een conferentie waar we met de gehele onderzoeksgroep Grammar & Cognition naartoe kunnen. Dat is niet alleen gezellig en de perfecte mogelijkheid om op de hoogte te blijven van elkaars werk, maar het is ook heel bijzonder dat we als een groep onderzoekers met uiteenlopende onderzoeksonderwerpen binnen de taalwetenschap naar dezelfde conferentie kunnen gaan. Daarbij kom ik op de Grote Taaldag ook altijd in contact met oude bekenden of nieuwe contacten aan andere universiteiten in Nederland, wat ik heel erg leuk en relevant vind.”
- Hoe vind je het om te presenteren op de Grote Taaldag? Zou je dit ook aan andere jonge onderzoekers aanraden?
Lex: “Het is hartstikke leuk om te presenteren op de Grote Taaldag (ik heb inmiddels alweer een abstract ingediend voor de volgende editie!); er hangt een ontspannen sfeer, en het is een uitstekende gelegenheid om je onderzoek te delen met collega’s uit binnen- en buitenland. Met een breed scala aan lezingen (inclusief keynotes), is er ook altijd veel interessants op te steken over andermans onderzoek. Ik raad het iedere jonge taalwetenschapper van harte aan er ook eens te presenteren!”
Michelle: “Ik heb al zeker vijf keer gepresenteerd op de Grote Taaldag en iedere keer weer vind ik het een hele fijne omgeving om in te presenteren, vooral omdat er altijd een uiteenlopend publiek is met verschillende interesses en vanuit verschillende kennisgebieden wat interessante vragen en discussies oplevert. Presenteren op de Grote Taaldag zou ik dus zeker aan iedere andere jonge onderzoeker aanraden; het is een kans om je onderzoek, groot- of kleinschalig, te presenteren aan een breed en geïnteresseerd publiek. Met jonge onderzoekers bedoel ik dan niet alleen promovendi, maar ook zeker bachelor- en masterstudenten. Als masterstudent heb ik namelijk mijn Honours Academy onderzoeksproject van tijdens mijn bachelor gepresenteerd op de Grote Taaldag. Dat ging over de factoren die de keuze voor het persoonlijk voornaamwoord zij beïnvloeden in constructies zoals ‘zij die zijn geslaagd, nodig ik uit’ waar hen eigenlijk de prescriptieve norm is.”
- Je hebt al gepubliceerd in Linguistics in the Netherlands/Nota Bene. Waarom heb je ervoor gekozen om je werk hier in te dienen en hoe was je ervaring?
Lex: “Om meerdere redenen heb ik ervoor gekozen om bij Nota Bene een bijdrage in te dienen: een groot voordeel van Nota Bene is dat publiceren veelal open access gebeurt. Hiermee draagt het tijdschrift bij aan een toegankelijker, transparanter wetenschapsveld. Ook niet onbelangrijk is dat publiceren in open access steeds vaker een vereiste is, zoals ook voor mij (ons onderzoeksproject wordt gesubsidieerd door NWO, dat een dergelijke eis stelt). Verder vernam ik van andere auteurs dat Nota Bene toegankelijk is voor jonge onderzoekers, maar dat het publicatieproces (waaronder goede peer review) er niet minder serieus om is – en dit is ook mijn ervaring. Als laatste voelt het, zeker als jonge onderzoeker op het gebied van de Nederlandse taalkunde, ook wel een beetje als een rite de passage om mijn onderzoek voor het eerst in te sturen naar het voormalige Linguistics in the Netherlands, en te publiceren in de ‘L/TIN-bundel’!”
Michelle: “Ik heb nu drie keer een artikel gepubliceerd in, destijds, Linguistics in the Netherlands en heb alleen maar hele fijne ervaringen met het publicatieproces. Het is heel erg snel, waardoor je al snel resultaat ziet van je werk. Bovendien kun je een fysieke kopie krijgen van de editie, wat als jonge onderzoeker van (een van) je eerste publicatie(s) heel erg leuk is. Ik kies er vaak voor iets in te dienen bij Nota Bene als het om een wat kleinschaliger onderzoek gaat. Ik heb bijvoorbeeld mijn eerste artikel gepubliceerd in Linguistics in the Netherlands over mijn Honours Academy project. In 2023 heb ik samen met collega’s ook het resultaat van een kleine corpusstudie gepubliceerd in Linguistics in the Netherlands over het gebruik van een dubbel subject in zinnen zoals ‘Carlo die kwam later naar me toe’ dat we tijdens een driedaagse retraite van de onderzoeksgroep hebben uitgevoerd.”
Word ook lid!
Hebben Lex en Michelle je enthousiast gemaakt? Dan vind je hier meer informatie over de AVT en het aanmeldformulier voor nieuwe leden. Een lidmaatschap kost €25 euro per jaar voor studenten, taalkundigen zonder aanstelling en gepensioneerde taalkundigen. Voor alle overige taalkundigen kost het lidmaatschap €35 per jaar.
Grote Taaldag
De Grote Taaldag vindt dit jaar plaats op vrijdag 31 januari 2025. Als je nu lid wordt van de AVT, kun je de Grote Taaldag direct met korting bezoeken. Je vindt hier het programma en het inschrijfformulier.
Nota Bene/Linguistics in the Netherlands
Ben je benieuwd naar het artikel van Lex (en de artikelen van andere onderzoekers) in de eerste editie van Nota Bene? Dan kun je binnenkort hier terecht. Ook eerdere edities van Linguistics in the Netherlands, met onder andere het werk van Michelle, kun je online raadplegen: kijk daarvoor hier. Artikelen in Nota Bene gaan over taalwetenschap in brede zin en zijn niet beperkt tot het Nederlands; veel onderwerpen zijn internationaal georiënteerd!
De auteurs vormen samen het bestuur van de AVT
Laat een reactie achter