
Hoe wordt in Nederland en Vlaanderen literatuur vandaag de dag écht onderwezen in de klas? Dat wordt momenteel onderzocht binnen het project Canon in de klas, een samenwerking tussen KU Leuven en de Radboud Universiteit Nijmegen. Het project staat onder leiding van Gitte Vertommen, Lieke van Deinsen, Jeroen Dera en Elke D’hoker.
Canon in de klas is op zoek naar docenten Nederlands in de bovenbouw (havo/vwo) of in de derde graad (doorstroom/dubbele finaliteit) die hun ervaring willen delen. Door de enquête in te vullen (±15-20 minuten) helpt u Canon in de klas een beter beeld te krijgen van de praktijk van het literatuuronderwijs in Nederland en Vlaanderen.
Wilt u deelnemen? Klik hier om de enquête in te vullen.
Ik ben al enige tijd gepensioneerd, maar ik heb inderdaad lesgegeven in de bovenbouw Havo/Vwo. Wat ik ‘gewoon’ altijd heb gedaan is met een stapel boeken aankomen, de kenmerken van een bepaalde tijd bespreken (hoe dachten ze toen, wat gebeurde er? Wat vond men toen mooi en interessant of juist niet en/of hoe staat het ermee in de deze tijd) en dan voorlezen. Zo merkte ik aan de reacties in de klas, wat ze waardeerden, en wat ze wel op een boekenlijst wilden zetten. Maar ik moet er wel bij vermelden dat ik les gaf op een ROC. Ze waren allemaal minstens negentien.