Vijftig canonteksten in de klas (7)
- Karel ende Elegast (vóór 1325)

Het leermiddel over Karel ende Elegast is zowel bedoeld voor leerlingen die het verhaal al gelezen hebben als voor leerlingen die er in de klas pas mee kennismaken. Behalve vragen en opdrachten voor de leerlingen bevat het ook achtergrondinformatie voor de leerkracht, die de leerlingen achteraf ook zelf als correctiemodel kunnen gebruiken. Het leermiddel kan dus zowel gebruikt worden voor klassikaal onderwijs als voor zelfstudie en afstandsonderwijs.
Vooral bij klassikaal gebruik is het absoluut noodzakelijk dat er vóór de lectuur al heel wat gebeurt. Het lesbegin bevat daarom een activering van de voorkennis, motiverende activiteiten en een voorspelling van de inhoud. Het verwachtingspatroon van de leerlingen moet min of meer in de buurt komen van het verwachtingspatroon dat door de middeleeuwse verteller voor zijn publiek wordt opgebouwd (en soms wordt doorbroken). Daarom verzamelen de leerlingen eerst voldoende achtergrondinformatie, waarbij ze gebruik kunnen maken van hun eigen voorkennis, kennisverwerving door middel van digitale bronnen en kennisoverdracht door de leraar. Pas als de leerlingen over voldoende voorkennis beschikken en gemotiveerd zijn om meer te weten te komen over Karel ende Elegast, ben je als leraar klaar om de tekst in een gemoderniseerde versie aan te bieden. Daarbij is het expressief voorlezen van de leerkracht een krachtig instrument om de aandacht gaande te houden en dat geldt zeker voor een tekst die primair bedoeld is voor mondelinge voordracht. We stellen voor om dit voorlezen als werkvorm af te wisselen met stillezen, het beantwoorden van de vragen en het uitvoeren van de opdrachten. De uitgave met hertaling als BulkBoek Online, die gratis gedownload kan worden, is heel geschikt voor gebruik in de klas. Leerkrachten die zelf niet goed of niet graag voorlezen, kunnen gebruik maken van een geluidsopname, waarin Karel Eykman zijn hertaling zelf voorleest. Het lijkt ons echter wel aangewezen, dat de leerkracht de vertaling zelf geheel of gedeeltelijk voorleest, omdat op die manier interactie met het publiek mogelijk is. Deze werkwijze sluit aan bij de hedendaagse pleidooien voor interactief of dialogisch voorlezen als werkvorm voor een leesbevorderend literatuuronderwijs.
Bij de keuze van de vragen en opdrachten hebben we een afwisseling van moeilijkheidsgraad en denkniveau nagestreefd: kennis- en reproductievragen worden afgewisseld met analyse-, synthese- en evaluatievragen.
We hebben er wel voor gekozen om niet voortdurend dezelfde vragen naar de tekstbeleving van de leerlingen te herhalen, zoals: ‘Wat denk je dat er nu gaat gebeuren? Wat zou jij gedaan hebben in die situatie? Wie vind je sympathiek?’ Enz. Het spreekt vanzelf dat de leraar in de klas een afwisseling van ‘teksbestuderende’ en ‘tekstervarende’ vragen moet nastreven. Op die manier kan hij ook zoveel mogelijk leerlingen in staat stellen tijdens het gesprek aan bod te komen.
De doelstellingen van het leermiddel zijn:
- De leerlingen kunnen de figuur van Karel de Grote in de tijd en de ruimte situeren en zijn belang als historische figuur beschrijven.
- De leerlingen kunnen de verwijzing naar Karel de Grote in de benamingen ‘Karel de Grote-gebouw’ (van de EU in Brussel), de ‘Karel de Grote-hogeschool’ (in Antwerpen) en de ‘Karel de Grote-prijs’ (in 2023 gewonnen door de Oekraïense president Zelenski) verklaren.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom Karel de Grote op zijn portret een keizerskroon draagt en een zwaard en een rijksappel in de hand heeft en waarom hij wordt afgebeeld met zowel het wapenschild van Duitsland als dat van Frankrijk.
- De leerlingen kunnen het verhaal van Karel ende Elegast navertellen.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom de verteller beklemtoont dat het verhaal waargebeurd is.
- De leerlingen kunnen aangeven welk verwachtingspatroon de verteller in zijn tekst opbouwt.
- De leerlingen kunnen uitleggen wat een ‘hofdag’ is, wat er op die dag gebeurt en wat het doel ervan is.
- De leerlingen kunnen de thematiek en de boodschap van het verhaal benoemen.
- De leerlingen kunnen de literair-historische motieven in het verhaal aanwijzen.
- De leerlingen kunnen de personages in het verhaal karakteriseren en hun evolutie weergeven.
- De leerlingen kunnen de relaties tussen de personages in de loop van het verhaal beschrijven in termen van ‘kennisvoorsprong’ en ‘kennisachterstand’.
- De leerlingen kunnen de symbolische betekenis van de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt, uitleggen.
- De leerlingen kunnen verklaren welke boeiende werking het verhaal heeft op de toehoorders en welke middelen de verteller daarbij gebruikt.
- De leerlingen kunnen aangeven waar de alwetende verteller van focus wisselt en wat het effect daarvan is op de lezer/toehoorder.
- De leerlingen kunnen uitleggen waarom het verhaal beschouwd kan worden als een illustratie van de middeleeuwse voorstelling van het ‘Rad van Fortuin’.
- De leerlingen kunnen de vrouwenmishandeling, die in het verhaal wordt beschreven, vergelijken met hedendaagse vormen van partnergeweld.
- De leerlingen kunnen het verhaal vergelijken met de inhoud van het gedicht ‘De zeven boeven’ van Albert Verwey.
- De leerlingen kunnen een fragment uit het verhaal kiezen en dat herschrijven op een aantrekkelijke en grappige manier door middel van subtiele verwijzingen naar de actualiteit.
- De leerlingen kunnen Karel ende Elegast waarderen als een voorbeeld van middeleeuwse vertelkunst.
- De leerlingen zijn bereid om een andere Karelroman te lezen in een hedendaagse bewerking en na te gaan hoe Karel de Grote daarin wordt voorgesteld en beschreven.
Het leermiddel is hier te vinden: https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/114663/karel-ende-elegast-verwerking-literatuur/
- Reinout van Montalbaen & De historie van de Vier Heemskinderen (13de & 15de eeuw)

In Dendermonde wordt om de tien jaar een Ros Beiaardommegang gehouden, die door de Unesco erkend is als immaterieel werelderfgoed en in de Canon van Vlaanderen opgenomen is als venster nr. 16. Daarin wordt het verhaal van de Vier Heemskinderen uitgebeeld, die voortdurend overhoop liggen met hun oom Karel de Grote. Het verhaal is spannend en vol van strijd, list en avontuur. In dit leermiddel gebruiken we als aanknopingspunt de traditie van de Ros Beiaardommegang in Dendermonde, maar we focussen vooral op de oorspronkelijke teksten van de Middelnederlandse Karelroman in versvorm Reinout van Montalbaen uit de 13de eeuw en de latere prozaroman De historie van de Vier Heemskinderen uit de 15de eeuw.
Over dit leermiddel gaf ik al eerder informatie op Neerlandistiek.
Bedankt om dit te melden. Deze link werkt: https://neerlandistiek.nl/2022/06/nieuw-leermiddel-op-klascement-over-reinout-van-montalbaen-en-de-historie-van-de-vier-heemskinderen/