•• Uit We zijn nog lang niet halverwege, de nieuwe bundel van Wout Waanders.
De palmvarendagen
Niemand heeft gezien dat wij die namiddag door
een dal van palmvarens zijn gereden. Ze zei: ik heb
een heleboel dingen gelogen, dat weet je, maar dit niet:
dit is de waarheid. Ik deed mijn pet op en daarna
deed ik ‘m weer af. Zij gaf wat meer gas dan eerst.
Niemand heeft ons gezien toen we langs de gombomen kwamen.
Dat ze het vestje van de honkbalploeg niet meer aan had,
dat ik het petje weer op heb gedaan en weer af, dat ze
haar hand op mijn linkerknie had gelegd, een warme hand
langs de bladderende schors van de blauwe gomboom.
Niemand zag ons over de Tjilpavlakte rijden. Het waaide
opeens heel hard. De pet waaide af, en de pet waaide weer op.
Ik ben alles kwijt, en daarna heb ik haar weer. Zij geeft plankgas
en dan remt ze weer af, en elke keer zijn we op een
geheel nieuwe plek samen met elkaar, tegelijk.
Wout Waanders (1989)
uit: We zijn nog lang niet halverwege (De Harmonie, 2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter