Zouden er moedertaalsprekers van het Nederlands zijn die niet ooit ‘met zonder jas’ hebben gezegd? Het lijkt een heel veel voorkomend stadium te zijn waar kinderen doorheen gaan, al groeien ze er geloof ik ook vrijwel altijd weer uit. Met zonder jas klinkt een beetje kinderlijk.
In een artikel in het nieuwe Nederlandse taalkundige tijdschrift Nota Bene schrijft de Utrechtse taalkundige Jacqueline van Kampen over deze constructie. Ze wijst daarbij op volwassen zinswendingen zoals de volgende (allemaal door Van Kampen op internet gevonden):
- Weeronline adviseert om met jas aan naar buiten te gaan.
- Kikker gaat zonder broek aan naar buiten.
- Lekker op mijn blote voeten met mijn jas uit.
- Zonder mijn jas uit te doen loop ik door.
Met en zonder hebben natuurlijk een tegenovergestelde betekenis: je kunt niet tegelijkertijd met en zonder een jas naar buiten gaan. In zonder zit een ontkenning verborgen. Maar zo’n tegenstelling hebben aan en uit ook: je kunt je jas ook niet tegelijkertijd aan en uit hebben. Hier zit de ontkenning verborgen in uit.
Prikkelend
Interessant is dat uit deze voorbeelden blijkt dat je met en zonder allebei kunt combineren met aan en uit.
In de eerste twee zinnen is aan in zekere zin logisch overbodig: met je jas aan of zonder je broek aan naar buiten gaan, komt op hetzelfde neer als met je jas of zonder je broek naar buiten gaan. Het is, zegt Van Kampen, vooral een kwestie van nadruk. Daar komt geloof ik natuurlijk bij dat je ‘met je broek’ naar buiten kunt gaan terwijl die broek in een plastic tasje zit, terwijl dat niet mogelijk is, of alleen met allerlei acrobatiek als je ‘met je broek aan’ naar buiten gaat’. Aan is specifieker over de relatie tussen kledingstuk en lichaamsdeel.
In de laatste twee zinnen wordt de betekenis in zekere zin omgedraaid: uit ontkent wat er verder wordt gezegd. Zonder mijn jas uit heeft twee ontkenningen: het betekent ongeveer hetzelfde als Met mijn jas aan.
We hebben dus ook in volwassen Nederlands al een manier om positief met negatief te combineren in allerlei mogelijkheden. Met zonder jas is daarvan volgens Van Kampen een uitbreiding in kindertaal, die je trouwens ook in kinder-Duits vindt (mit ohne Jacke) en die ongeveer het zelfde betekent als ‘met jas uit’. Wat daarmee geloof ik nog niet verklaard is, is waarom kinderen dan niet net zo makkelijk zonder met jas zeggen, maar het is een prikkelend inzicht.
In mijn jeugdige tijd ca. 1950 [*1938] werd ik herhaaldelijk door ijverig handhavende agenten staande gehouden: ik fietste dan “met zonder tenminste een hand aan het stuur”… dat wil zeggen ‘met losse handen’!
Een patat zonder met.
zhdg@xs4all.nl