• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Mariken van Nieumeghen (ca. 1500-1515) 

24 april 2025 door Jan Uyttendaele Reageer

Vijftig canonteksten in de klas (10) 

Mariken en de duivel. Houtsnede uit een volksboek, waarvan ik de originele bron niet heb kunnen achterhalen.  Zie: https://topa.be/op-reis-in-eigen-stad/nederland/gulden-boom/ (Publiek domein) 

Waarover gaat Mariken van Nieumeghen? Over Mariaverering, zonde, boete, duivels en mirakels. Allemaal thema’s die onze leerlingen van vandaag niet direct zullen aanspreken. Om dit werk te kunnen actualiseren op een aantrekkelijke manier, zul je als leraar gekke toeren moeten uithalen. Tenzij je er natuurlijk in slaagt hun belangstelling te winnen voor iets wat weliswaar mijlenver van hun bed staat, maar dat toch hun nieuwsgierigheid kan opwekken, namelijk heksen en hekserij. Over dit canonwerk geef ik al een tijdje lezingen onder de titel: ‘Was Mariken van Nieumeghen een echte heks?’ Heksen waren (meestal) vrouwen, die hun ziel aan de duivel verkochten in ruil voor gehoorzaamheid en allerlei diensten. Welnu, Mariken was een meisje dat, zo zegt de ondertitel van het werk, ‘meer dan zeven jaar met de duivel woonde ende verkeerde’. Maar om te kunnen concluderen dat ze op grond daarvan een echte heks genoemd kan worden, zullen we moeten nagaan wat voor vrouwen die heksen waren en wat er precies met en door hen gebeurde. ‘Heksen en heksenvervolgingen in de late middeleeuwen en de nieuwe tijd’ is daarom het aanknopingspunt, waarmee dit leermiddel begint: Wat zijn heksen eigenlijk? Waar en wanneer in de geschiedenis kunnen we de massale heksenvervolgingen situeren? Wat waren de oorzaken van die vervolgingen, die een ware ‘femicide’ genoemd kunnen worden? Welke rol heeft de katholieke Kerk daarbij gespeeld? Wat was het verschil tussen witte en zwarte magie? Wat waren de symptomen van hekserij en waaraan kon je een heks herkennen? Hoe kwam het pact met de duivel, dat de heksen afsloten, tot stand? Hoe werden de heksen afgebeeld op tekeningen en schilderijen uit die tijd? Welk onheil konden de heksen allemaal aanrichten? Hoe werd een heksenproces gevoerd? Welke proeven bestonden er om na te gaan of iemand een echte heks was? En ten slotte: welke maatschappelijke verklaringen kun je geven voor de heksenvervolgingen in de 16de eeuw en de vrouwenhaat, die eraan ten grondslag lag? 

Vanuit deze voorkennis is de stap naar de lectuur van Mariken van Nieumeghen voor de hand liggend: Mariken wordt verleid door de duivel, die de gedaante van de eenogige charmeur Moenen heeft aangenomen. Hij zal haar, als afgestudeerde van de universiteit, alles leren, de zeven vrije kunsten en alle talen van de wereld, en als ‘goede gezel’ haar een rijk en vrolijk leven bezorgen. Alles op voorwaarde dat ze met hem meegaat, geen kruisteken meer maakt en haar naam Mariken laat varen. Dit laatste wil Mariken niet. Een compromisvoorstel van Moenen overwint ten slotte haar weerstand op dit punt: ze mag de eerste letter van haar naam behouden en zal voortaan Emmeken heten. Emmeken wordt een populaire prostituee, die bewonderd wordt wegens haar buitengewone kennis van de wetenschappen en haar talent als ‘rapster’ van prachtige refreinen. In de ogen van haar gezel gaat alles prima, totdat ze in Nijmegen het Wagenspel van Masscheroen ziet opvoeren. Dan komt ze tot inkeer en wordt ze door haar oom-priester gered van de duivel. Vervolgens proberen Marieken en haar oom de kwijtschelding van haar zonden te verkrijgen. Dat lukt niet meteen: ze zal jarenlang boete moeten doen in een klooster van ‘Bekeerde Zondaressen’, totdat ze door God wordt gered en vergeving krijgt. Op die manier wordt Mariken een ‘gewijde maagd’, nadat ze eerst zeven jaar lang, tijdens haar pact met de duivel, een ‘gewaagde meid’ is geweest. 

Hoe komt het dat het wagenspel in staat is om haar tot inkeer te brengen? Daarvoor moeten we de tekst van het wagenspel (‘the play in the play’) lezen en interpreteren. Die interpretatie wordt perfect geïllustreerd door een schilderij uit dezelfde tijd: het drieluik van de schilder Goossen van der Weyden, de Triptiek van abt Antonius Tsgrooten, waarin de rol van Maria als bemiddelaar tussen God en de zondige mens wordt afgebeeld. 

Is Mariken nu een heks of een heilige? Ze heeft weliswaar zeven jaar lang omgang, zeg maar seks, met de duivel, maar toch wordt ze niet als een heks voorgesteld en blijft ze sympathiek. Het is vooral Moenen die kwaad doet. In ruil voor haar omgang met de duivel leert zij geen geheimzinnige, zwarte kunsten, geen kunsten om geesten te bezweren, maar alle talen van de wereld en de ‘zeven vrije kunsten’, de zeven vakken die het curriculum vormden van de middeleeuwse scholen en universiteiten. Mariken is geen heks. Noch haar oom-priester, noch de kerkelijke leiders van Nijmegen, noch de bisschop van Keulen, noch de paus veroordelen haar. Ze laten de beslissing over aan God. 

Voor de actualisering van Mariken van Nieumeghen geven we een suggestie, die op het eerste gezicht vreemd lijkt, maar eigenlijk vanzelfsprekend is en ook door anderen in het verleden al is voorgesteld. Moenen is immers goed vergelijkbaar met wat vandaag de dag een ‘loverboy’ wordt genoemd. Een loverboy is een soort tienerpooier, een criminele jongen die een meisje dingen tegen haar zin laat doen, waarmee hijzelf geld kan verdienen. Dat kan op verschillende manieren gebeuren. Sommige loverboys laten hun meisje werken in de prostitutie, andere laten haar werken als drugskoerier. De meisjes worden daar vaak mentaal toe gedwongen. Ook Moenen is een soort loverboy. Alleen is Mariken niet zozeer geïnteresseerd in juwelen en geld, maar vooral in kennis en beroemdheid. Over loverboys bestaan in het Nederlands verschillende erg populaire jeugdboeken, onder meer van Helen Vreeswijk, Merel van Groeningen, René Appel, Theo Hoogstraten e.a. 

Door de keuze van hekserij als invalshoek blijven sommige andere aspecten van het werk wel onderbelicht, zoals bijvoorbeeld de wetenschappelijke discussie over de vraag wat er eerst was: de dialogen of de verbindende prozateksten. En vragen als: wat is de relatie van het werk is met de contemporaine rederijkersliteratuur? Of: hoe heeft de boekdrukkunst de tekst en de receptie van het werk beïnvloed? Deze vragen blijven onbeantwoord in het leermiddel. Zulke vragen lijken me ook meer ‘voer voor filologen’ te zijn dan leerstof voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. 

Dit zijn de doelstellingen van het leermiddel. 

  1. De leerlingen kunnen de massale heksenvervolgingen in West-Europa situeren in de zestiende en de zeventiende eeuw. 
  1. De leerlingen kunnen de aard van het middeleeuwse geloof in heksen omschrijven. 
  1. De leerlingen kunnen het verschil tussen witte en zwarte magie uitleggen. 
  1. De leerlingen kunnen uitleggen hoe en met welk doel in de 13de eeuw de inquisitie werd ingesteld. 
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom de begrippen ketter en heks in de late middeleeuwen door elkaar begonnen te lopen. 
  1. De leerlingen kunnen de symptomen van hekserij volgens de Heksenhamer uit 1487 opnoemen. 
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom men dacht dat vrouwen meer geneigd waren tot hekserij dan mannen. 
  1. De leerlingen kunnen het ‘pact met de duivel’ omschrijven. 
  1. De leerlingen kunnen de voorstellingen van heksen op afbeeldingen van Hans Baldung Grien en Albrecht Dürer beschrijven en becommentariëren. 
  1. De leerlingen kunnen beschrijven welk onheil de heksen zoal konden aanrichten. 
  1. De leerlingen kunnen het verloop van een heksenproces in grote lijnen weergeven. 
  1. De leerlingen kunnen de proeven, waarmee men meende te kunnen nagaan of iemand een heks was, beschrijven. 
  1. De leerlingen kunnen het begrip ‘exorcisme’ uitleggen. 
  1. De leerlingen kunnen minstens drie maatschappelijke verklaringen voor de massale heksenvervolging geven. 
  1. De leerlingen zijn bereid om de heksenvervolgingen te interpreteren als een uiting van de vrouwonvriendelijkheid (antifeminisme) en de angst voor vrouwen in de zestiende eeuw. 
  1. De leerlingen zijn bereid om Mariken van Niemeghen te lezen in een hedendaagse hertaling. 
  1. De leerlingen kunnen Mariken van NIeumeghen samenvatten. 
  1.  De leerlingen kunnen verklaren waarom Mariken van Nieumeghen geen ‘toneelstuk’, maar een ‘gedramatiseerd voorleesboek’ wordt genoemd.  
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom Mariken een gemakkelijke prooi is voor de duivel. 
  1. De leerlingen kunnen het begrip ‘wagenspel’ definiëren. 
  1. De leerlingen kunnen de inhoud en de boodschap van het Wagenspel van Masscheroen weergeven. 
  1. De leerlingen kunnen de bemiddelaarsrol omschrijven, die in dit wagenspel aan Maria wordt toegeschreven. 
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom het wagenspel Mariken tot inkeer brengt en haar doet besluiten haar relatie met Moenen stop te zetten. 
  1. De leerlingen kunnen de uitwerking van het thema van het wagenspel interpreteren, zoals dat wordt weergegeven op de drie luiken van het schilderij Triptiek van abt Antonius Tsgrooten. 
  1. De leerlingen kunnen  verklaren, waarom we Mariken van Nieumeghen een ‘Marialegende’ of een ‘mirakelverhaal’ kunnen noemen. 
  1. De leerlingen kunnen uitleggen, dat Mariken van Nieumeghen geen product is van de zgn. ‘heksenwaan’, die Europa in de 16de eeuw heeft geteisterd, maar een product van het middeleeuwse duivelsgeloof, waaruit deze heksenwaan is ontstaan.  
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom Mariken ondanks alles toch sympathiek overkomt. 
  1. De leerlingen kunnen aangeven welke ‘zeven vrije kunsten’ Mariken leert van de duivel en op welke momenten ze blijk geeft van de kennis en de beheersing daarvan. 
  1. De leerlingen kunnen de inhoud van een schilderij, dat de ‘zeven vrije kunsten’ voorstelt, beschrijven en de Nederlandse benaming van elke discipline bij de juiste figuur plaatsen. 
  1. De leerlingen kunnen verklaren waarom de ‘vrije kunst’ die in Mariken van Nieumeghen de meeste aandacht krijgt de retorica is. 
  1. De leerlingen kunnen aantonen dat Mariken geen echte heks genoemd kan worden.  
  1. De leerlingen kunnen uitleggen waarom de tante het meest beantwoordt aan de definitie van een heks.  
  1. De leerlingen kunnen uitleggen waarom noch de deken, noch de bisschop en noch de paus in staat zijn om Mariken de absolutie te geven. 
  1. De leerlingen kunnen met behulp van een afbeelding van het zogenaamde Marikenpad uitleggen, waarom het pad langs de afgebeelde wegen loopt. 
  1. De leerlingen kunnen de karakterisering van Moenen als een ‘middeleeuwse loverboy’ verklaren. 
  1. De leerlingen kunnen de overeenkomsten en de verschillen aangeven tussen Mariken en de slachtoffers van hedendaagse loverboys. 

Het leermiddel kan zowel gebruikt worden voor klassikaal onderwijs als voor de zelfstudie van de leerlingen. In de beide gevallen moeten de leerlingen het werk zelfstandig lezen. Dat kan het best gebeuren met een van de volgende edities van Mariken van Nieumeghen, die een hertaling in hedendaags Nederlands bevatten: 

Adema, H. (1982), Mariken van Nieumeghen. Tekst en vertaling. Groningen: Taal & Teken. (Hertaling in proza.) 

Jongen, L. (1993), Mariken van Nieumeghen. Samenstelling en vertaling: Ludo Jongen. Barneveld: Bulkboek. (Hertaling in proza.) 

Wilmink, W. & B. Ramakers (1998), Mariken van Nieumeghen & Elckerlijc. Zonde, hoop en verlossing in de late Middeleeuwen. Vertaald door Willem Wilmink. Met een inleiding en een teksteditie door Bart Ramakers. Amsterdam: Prometheus/Bert Bakker. (Hertaling van Willem Wilmink met paarsgewijs rijmende dialogen, die ook gedownload kan worden op de website van BulkBoek.)  

Voor de klassikale benadering ligt het voor de hand dat de leraar expressief gaat voorlezen. Daarvoor geven we ook suggesties in het leermiddel. De digitale BulkBoekeditie kan in de klas aan alle leerlingen verstrekt worden, zodat die gemakkelijk kunnen meelezen en meegenieten van de frisse, rechttoe-rechtane hertaling van Willem Wilmink, die niet alleen vlot leesbaar is, maar ook goed ‘voorleesbaar’. Wie bovendien ook eens wil laten horen, hoe de tekst klinkt in het Middelnederlands, kan tijdens het voorlezen gemakkelijk af en toe eens op de originele tekst overschakelen, terwijl de leerlingen dankzij de ernaast afgedrukte hertaling de inhoud kunnen blijven volgen. 

Het leermiddel is hier te vinden. 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Neerlandistiek voor de klas Tags: letterkunde, Mariken van Nieumeghen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

F. van Dixhoorn • het doel van de opticien

maar van binnen
hebben ze
het prettige gevoel
dat ze bij elkaar hoorden

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

APRIL, VROEG

Lang voor de zon opkomt, in licht
nog nat van nacht, niet één geluid
hetzelfde, ziedend fluiten zij
elkander moord en doodslag toe,
de veren die hun messen slijpen,
de snavels die de zon aanvuren,
de vogels die van licht bedaren.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26 mei 2025: Nederlands Centraal

26 mei 2025: Nederlands Centraal

7 mei 2025

➔ Lees meer
9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

9 mei 2025: een avond over patiëntenliteratuur in Perdu

7 mei 2025

➔ Lees meer
16 mei 2025: In contact met collecties

16 mei 2025: In contact met collecties

5 mei 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1892 Coenraad van Haeringen
➔ Neerlandicikalender

Media

Verschenen: Romanreuzen

Verschenen: Romanreuzen

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

25. alkalommal rendezték meg a Magyarországi Néderlandisztika Napját

15 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

De Vliegende Hollander. De Mythe bij Gerard Reve, Jef Last en Louis Ferron

12 mei 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d