Bij de onthulling van het literair baken op het Canisius College in Nijmegen
‘Literaire Bakens Nijmegen’ is een stichting die op passende locaties in de publieke ruimte citaten plaatst (‘bakens’) van Nederlandse auteurs. Op 24 mei werd door burgemeester Hubert Bruls en rector Louise Beernink het baken onthuld op het Canisius College, dat dit jaar zijn 125-jarig bestaan viert. Het is een citaat uit de roman Scott Zuyderling (2009) van Erich Zielinski. Ik was gevraagd om bij deze gelegenheid een toespraakje te houden.
Het is een buitengewoon grote eer voor mij om als oud-leerling van het Canisius College bij deze officiële plechtigheid het woord te mogen voeren. Het zou wat ver voeren om hierbij onze wereldburger én ereburger Joris Ivens te parafraseren: ‘Dikwijls ver weg, bleef Canisius, mijn jeugd, toch dicht bij mij.’ Al was het maar omdat ik, anders dan globetrotter Ivens, mijn hele leven nooit meer dan een paar honderd meter van Canisius vandaan gewoond heb. Hoewel Canisius ook minder letterlijk altijd dicht bij mij bleef. En dan veranderen zaken natuurlijk maar langzaam.
Prominent
Toch schiet me op een dag als vandaag meteen iets te binnen over de ironie van de historie: hoe ik begin jaren tachtig met veel andere Canisianen fervent aanhanger was van de PSP, een kleine radicaallinkse partij met twee zetels in de gemeenteraad. En hoe wij een gedeelde, unisono afkeer hadden van het CDA, de oppermachtige baas in stad en verre omstreken. En dat wij nu datzelfde CDA terugzien als een grappige kleine splinterpartij met twee zetels, in het zadel gehouden door loyale stemmers uit de buitengebieden. Zo’n beetje de omvang van de PSP destijds.
Maar!
Maar dat ik me veertig jaar geleden evenmin had kunnen voorstellen dat ik hardop en in publiek zou stellen dat wij uitgerekend met een CDA-burgemeester – genaamd Hubert Bruls – de beste burgemeester van Nijmegen hebben die ik me herinner. En ik denk dat, als we verder de geschiedenisboekjes induiken, die aanname niet aangetast zal worden.
Een van mijn redenen om zo positief te zijn over Bruls is zijn warme hart voor de letterkunde: hij is inspirator van de gemeentelijke schrijfopdrachten voor Nederlandse auteurs die al een reeks fraaie boeken opleverde (ook wat mindere maar daar gaat het nu niet om).
Los van dit initiatief heeft Nijmegen so wie so een zeer vitaal literair leven, waarvan de Stichting Literaire Bakens zichtbaar en prominent deel uitmaakt. En zo komen we bij het Literair Baken voor het Canisius.
Lachen
Een terechte keuze voor een school waar vanouds altijd veel aandacht was voor literatuur. Ik herinner me fraai voorgelezen fabels van Lafontaine, de uitleg van de symboliek in Hemingways The Old Man and the Sea: ik ontdekte dat literatuur méér was dan er op het eerste gezicht op het blad staat. Aandacht was er volop voor de actuele Nederlandse literatuur: een pensioengerechtigde pater jezuïet sprak over de toen zeer actuele Maarten ’t Hart, in mijn examenjaar kreeg ik les over de maar enkele maanden eerder verschenen roman De Aanslag, enthousiaste leerlingen mochten gastlessen verzorgen. Zo gaf de nu fameuze antiquaar Fokas Holthuis een les over de mysterieuze Paul van Ostaijen.
De aandacht voor het poëtische pakt overigens niet altijd even goed uit. Zo geloof ik niet dat het Canisius College altijd een goede hand had voor het kiezen hun poëtische slogans. Zo’n vijftien jaar geleden, ten tijde van het misbruikschandaal, bleken ook paters van het Canisius College zich in de voorgaande decennia niet onbetuigd te hebben gelaten bij het zich vergrijpen aan leerlingen. De slogan van de school ten tijde van het misbruikschandaal: ‘Het Canisius College haalt eruit wat erin zit’.
‘Canisius haalt eruit wat erin zit’.
Echt? Ik sprak een oud-leraar in het café, en zei hem: ‘was dat nou niet juist het probleem?’
Hij kon er niet om lachen.
Knipscheer
Canisius heeft minstens twee schrijvers opgeleverd van wie één, Thomas Verbogt, een landelijke bekendheid is geworden en de andere zelfs wereldvermaard: Thomas Oldeheuvelt (van wiens vader ik hier nog natuurkundeles kreeg). In de letterkunde is de aanwezigheid van het Canisius College als onderwerp niettemin tamelijk bescheiden. Er is één opzichtige uitzondering: de rol die het (oude) gebouw speelt bij A.F.Th. van der Heijden, in de eerste delen van zijn reeks ‘De tandeloze tijd’. Het had voor de hand gelegen als de commissie voor een citaat daaruit had gekozen. Het siert ze dat ze een veel onverwachtere keuze maakte, een tekst uit de relatief onbekende roman Scott Zuyderling van Erich Zielinski.
Als ik eerlijk ben, is er ook wel iets aan te merken op die keuze. In de charmante en intrigerende roman van Zielinski is het Canisius College eigenlijk maar een detail. Hotel Sionshof of Crematorium Jonkerbos hadden welbeschouwd veel meer voor de hand gelegen als locatie voor een baken uit Scott Zuyderling.
Maar daar staat tegenover dat deze keus zeer verrassend is en een eerbetoon aan deze Antilliaanse auteur, waarmee meteen ook rechtgedaan wordt aan een toch vaak wat veronachtzaamd deel van ons koninkrijk én van onze letterkunde. En misschien moet ik daar ook even toevoegen: indirect is het ook een eerbetoon aan uitgeverij In de Knipscheer, die er volgend jaar na vijftig jaar mee ophoudt, en van onschatbaar belang is geweest bij het uitgeven en promoten van de letterkunde uit Suriname en de Antillen.
Zo doet dit baken wat literatuur eigenlijk altijd moet doen: op een op het oog bekende plek een baken zijn van iets onverwachts en veel groters.
Ik feliciteer het Canisius College, mijn oude school, en Literaire Bakens Nijmegen met deze onverwachte maar toch zo gepaste keuze!
Dank voor uw aandacht.
Laat een reactie achter