Iemand staat ineens zonder Hoofdlijnenakkoord in ons managementhorrorfeuilleton De verleden tijd van lijken.
“Minister Pieterse”. Nienke bleef bescheiden op de drempel van Wouters kamer staan. “Kom binnen,” zei Wouter. Nienke hoorde de komma, en vermoedde dat hij haar naam wilde zeggen, maar deze vergeten was. “De premier belde zojuist,” zei ze. “Hij kon u niet bereiken op uw mobiel.”
Wouter haalde het apparaat tevoorschijn en keek er verbaasd naar. “Ik moet hem per ongeluk op vliegtuigstand hebben gezet”, zei hij. “Ik bel zelf wel even.”
Discreet wilde Nienke zich weer terugtrekken, maar Wouter gebaarde dat ze best getuige mocht zijn van het gesprek. Hij zette zijn telefoon zelf in luisprekerstand. De premier van Nederland sprak vaak zo onduidelijk dat het handig was als er iemand anders was met wie je samen kon raden naar wat er nu precies gezegd was.
“Ehmm… eh… hallo?” klonk de stem bedremmeld uit de luidspreker.
“Je had me gebeld!” merkte Wouter mismoedig op.
“Oh… eh… ja. Ik vind het, nou ja, ik zal maar zeggen, het is natuurlijk. dat vind jij natuurlijk ook.”
Nienke had zich inmiddels verbluft tot haar eigen telefoon gericht. Ze tikte een paar steekwoorden.
“Ik geloof dat ik niet weet wat je bedoelt,” zei Wouter perplex.
“Maar, nou ja, je bent, we zijn natuurlijk nog altijd…. maar ik wil weten dat we elkaar nu niet los moeten laten. Als team.”
Wouter keek verbouwereerd naar Nienke. Die gaf hem onzeker zwijgend haar telefoon. “Kabinet gevallen”, stond er boven een stuk op de website van een betrouwbare krant. “Het avontuur is voorbij”, zei hij.
“Ik hoop van harte dat je, eh, nou ja, ik bedoel, nog even aanblijft. Of zo”, zei de premier timide. “Tot aan de verkie… oh, nee, tot er een nieuwe regering, hoe heet het, dinges. Dacht ik zo.”
“Dat zou best eens minstens net zo lang kunnen zijn als vanaf het begin tot nu”, zei Wouter neerslachtig. Hij vroeg zich ontdaan af wat voor beleid hij nu zou moeten voeren. De afgelopen maanden had hij steeds gezegd dat alles wat hij moest doen afschuwelijk was: hij zou eigenlijk niet moeten bezuinigen maar juist moeten investeren. Maar ja, het stond nu eenmaal in het Hoofdlijnenakkoord, dus daar hield hij zich aan.
Maar nu was er geen Hoofdlijnenakkoord meer. Wat nu? Hij stond er helemaal alleen voor.
“Dankjewel”, zei hij ontsteld tegen zijn telefoon. “Dat stel ik zeer op prijs.” Hij drukte op het rode rondje.
“U bent vrij!” jubelde Nienke vrolijk. Wouter keek haar mismoedig aan. “Ik zal u wel missen”, zei ze beteuterd.
Laat een reactie achter