
Ik ben onder de indruk van dit nieuwe boek van Antjie Krog. Binnenrijm van bloed is een relaas dat lonkt en bijt. Een vertelling over een dochter en haar moeder die zichzelf en elkaar proberen terug te vinden in hun land van herkomst, de provincie Vrystaat.
In een kantelende wereld praten en schrijven ze in brieven aan elkaar over landeigendom, “voortrekkers” en “baasskap”, over taal, kleur en geschiedenis. Antjie Krog schrijft met kritische empathie over haar moeder (de schrijfster Dot Serfontein) en over Zuid-Afrika, over de “desperate eenzaamheid” van de ouderdom. In brieven aan haar dochter treurt de moeder over de teloorgang van haar wereld van gisteren en zoekt zij naar een houding in een nieuwe tijd, ver weg van de boerderij waar zij haar leven lang mee verbonden was.
Tegenwoordig heeft geen enkel woord nog duurzaamheid, alles is inwisselbaar. Slechts nu en dan hoor ik op de radio plotseling een uitdrukking die iets oproept uit de ingestorte schachten van onze taal. En dan is er niet je vader met wie ik het kan delen.
Krog schrijft sterk als altijd, maar het is de moeder die mij in dit boek bij de lurven grijpt: haar eerlijkheid en openhartigheid, haar afstand tot de in wrok gedrenkte nostalgie van haar generatie en het schrijven “met de inkt van genade”. Met dezelfde genade leest de dochter het manuscript van het laatste, onvoltooid gebleven werk van haar moeder.
Dat mijn moeder hoopte met haar creatieve omgang met taal en verbeelding de eeuwenoude stenen vestingen van haar eigen racisme te slechten, is aangrijpend genoeg – boom worden, wind worden, zwart worden.
Dat besef en het naderende gemis voeden het verlangen van de vertelster om de moeder in zichzelf op te nemen, om “de waarachtige Ander” in haar te laten voortbestaan, juist als dat moeilijk is en niet vanzelfsprekend gepaard gaat met luid applaus. Uiteindelijk, als bijna alles is gezegd, gaat dit boek over wat de zwarte verzorgster van de moeder zegt in een gesprek met de dochter: hoe je volledig mens kunt zijn in de wereld.
‘Binnenrijm van bloed’ wordt gepresenteerd als een ‘autobiografische roman’, waarin eerder verschenen teksten zijn verdraaid en verzonnen, opdat gezegd kon worden wat gezegd wilde worden. “Zodra het leven in taal wordt omgezet, wordt het in elk geval fictie.” Zou dat ook gelden voor de sterfdatum van de moeder (op bladzijde 269 gedateerd 4 november 2015, in het leven van de schrijfster precies een jaar later?) Of voor het geboortejaar van Antjie Krog op de binnenflap, onder het auteursportret: 1942 en niet 1952?
Ik hoop van harte dat in ieder geval deze ene zin uit het dankwoord aan haar man John geen basis zal hebben in de feiten: “Mijn schrijversleven is voorbij, we kunnen dus eindelijk beginnen aan een schrijfloos bestaan en een onbeschreven leven.”
Eerst maar eens die Nobelprijs en een wereldwijd publiek voor dit grootse boek.
Antjie Krog, Binnenrijm van bloed. Autobiografische roman. Vertaald door Robert Dorsman. Amsterdam/Antwerpen: De Arbeiderspers, 2025.
Mooie bespreking, die terecht aandacht vraagt voor dit bijzondere boek. Met één opmerking van Mathijs Sanders ben ik het niet helemaal eens. Dot Serfontein keek lang niet altijd met afstand naar ‘de in wrok gedrenkte nostalgie’ van de Afrikaners die hoorden tot de generatie die net als zij het apartheidsstelsel meemaakten én ondersteunden. Misschien was ze zelf niet wrokkig om wat er na 1990 in Zuid-Afrika allemaal veranderde, maar niettemin betreurde ze toch veel van de politieke veranderingen en de maatschappelijke gevolgen daarvan. Ook kreeg ze er nooit spijt van dat ze het beleid van de Nasionale Party van harte had ondersteund.
Zie verder mijn eigen bespreking van Antjie Krogs boek in Trouw:
https://www.trouw.nl/es-b679d67d/