Confuc (17)
– Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
– De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.

De vakantietijd lijkt ook een goede gelegenheid om eindelijk eens lastige Kamervragen te beantwoorden. Op 16 maart zond Zembla een documentaire uit over vluchtelingenopvang. Schokkend! Er kwam direct een Kamervraag aan de Minister van Asiel en Migratie. Één Kamervraag? Nee, een vraag met 25 deelvragen. Ruim een maand later zou er een debat plaatsvinden. De laatste deelvraag luidde dan ook als volgt:
Deelvraag 25
Bent u bereid deze vragen ruim voor het commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van 24 april 2025 te beantwoorden?Antwoord
Dat is helaas niet gelukt.
Nee, de datum is niet gehaald. De beantwoording – een tekst van ruim 5000 woorden – kwam vier maanden later binnen, op 16 juli. Ik denk dat er twee oorzaken zijn: de aard van de antwoorden en de aard van de vragen. Voor u verder leest, is het handig om twee afkortingen even uit te leggen: Nidos is de organisatie die de zorg en eventuele voogdij moet regelen voor jongeren die zonder ouders hier als vluchteling binnenkomen. Die jongeren worden amv’s genoemd: alleenstaande minderjarige vreemdelingen. (Wat een jargon!)
De openingsvraag begint heel concreet.
Deelvraag 1
Hoe vaak heeft Nidos de afgelopen twee jaar aan de bel getrokken of gerapporteerd dat de werkdruk te hoog was en de workload te hoog was? Wat is daar vanuit uw ministerie mee gedaan?
Op de vraag ‘Hoe vaak?’ kan worden geantwoord met bijvoorbeeld: ‘12 keer’. Met daarbij dan misschien een onderverdeling in: ‘4 keer aan de bel getrokken’, ‘6 keer gerapporteerd’, en 2 keer een combinatie van beide in een ‘alarmrapportage’. Als minister zou ik me wel verbazen over het waarom van dit onderscheid, maar een Kamervraag hoeft geen debat uit te lokken. Als minister zou ik wel blij zijn dat niet gevraagd wordt naar het verschil tussen subjectieve werkdruk en objectieve werkload, want het gaat hier kennelijk om de combinatie. Een te hoge werklast die ook als een te hoge werkdruk wordt ervaren. Enfin, alleen aantallen volstaan hier.
Maar nu komt het. Deze eerste deelvraag bevat nog een tweede vraag: Wat is daar vanuit uw ministerie mee gedaan? Een voor de hand liggend antwoord zou zijn: ‘We hebben maatregelen genomen’ Of: ‘We konden geen maatregelen nemen, omdat er geen geld is’.
En dan nu het antwoord. Er komt geen enkele indicatie over hoe vaak Nidos aan de bel heeft getrokken, of gerapporteerd, of misschien wel in een rapportage aan de bel heeft getrokken.
Lees hier een deel van het uitgebreide antwoord:
Antwoord deelvraag 1
Nidos heeft tijdens reguliere overlegmomenten aangegeven dat de caseload (bedoeld zal wel zijn ‘workload’) onder jeugdbeschermers hoog is, maar dat men niet over de wettelijke ondergrens heen is gegaan. Nidos heeft op basis van signalen over toegenomen werkdruk de werkzaamheden aangepast en ook nieuwe jeugdbeschermers geworven. Daarom waren geen aanvullende maatregelen nodig.
De afgelopen maanden is de instroom van amv’s afgenomen, waardoor de druk op de jeugdbeschermers van Nidos enigszins is afgenomen. Vanzelfsprekend blijf ik de druk op de jeugdbeschermers samen met Nidos monitoren, zodat ook in de toekomst eventuele passende maatregelen genomen kunnen worden wanneer de druk op de jeugdbeschermers weer zou toenemen.
Het originele antwoord is twee keer zo lang. Maar er had dus ook kunnen staan:
Nidos voert regulier (kwartaal)overleg met het Ministerie. Er is nooit sprake geweest van te hoge werkdruk. Wel zijn na signalen over hoge werkdruk extra jeugdbeschermers aangesteld.
En dit was nog maar deelvraag 1. Logisch dat zoiets vier maanden duurt. En nu moeten u en ik dit tijdens onze vakantie lezen.
Laat een reactie achter