Wat iedereen moet weten over taal (3)
Onlangs verschenen de resultaten van een onderzoek: wat vinden taalwetenschappers dat mensen moeten weten over taal? Dat resulteerde onder andere in een lijst van 25 vragen. Korte antwoorden op die vragen zet ik hier de komende weken op een rijtje.
Hoeveel talen zijn er op de wereld? Een kwantitatieve vraag! Dan zijn we, zou je zeggen, snel klaar. Er zijn twee gezaghebbende online encyclopedieën over talen, Ethnologue en Glottolog. (De eerste is helaas voor een belangrijk deel betaald; de tweede is geheel gratis toegankelijk). Daar kunnen we in kijken, zij het dat we dan wel verschillende getallen vinden: Ethnologue noemt nu 7.051 talen, Glottolog 8.612. Dat is natuurlijk nogal een verschil.
Om te laten zien hoe ingewikkeld zo’n schatting is, kijken we naar het lemma voor Nederland. Zie bijvoorbeeld wat Ethnologue daar noemt:

Dat is een wonderlijk lijstje. De erkende regionale talen van Nederland zijn het Fries, het Limburgs en het Nedersaksisch. De laatste ontbreekt in deze lijst; in plaats daarvan wordt deze taal opgesplitst in Achterhoeks, Drents, Gronings, Sallands, Stellingwerfs, Twents en Veluws, wat dus volgens Ethnologue allemaal aparte talen zijn. Waarom wordt voor Limburg dan niet het toch ook heel duidelijk verschillende Ripuarisch van nabij Kerkrade onderscheiden? En hoezo is het niet-erkende Zeeuws volgens Ethnologue ook een taal, maar pakweg het Brabants of het West-Fries niet? En hoezo staat West-Vlaams op de lijst?
Schatting
De sleutel zit in de drielettercodes die voor deze taalnamen staan. Dat zijn ISO-codes, toegekend aan deze talen door een internationale standaardiseringscommissie. Met deze code kun je op internet bijvoorbeeld aangeven dat een tekst in het Veluws is geschreven, en dan weten computers over de hele wereld dat te vinden. De talen voor Ethnologue zijn de talen die zo’n ISO-code hebben gekregen. Maar waarom hebben ze die gekregen? Omdat iemand dat ooit heeft aangevraagd. Waarom heeft het Ripuarisch niet zo’n code? Omdat niemand dat ooit heeft aangevraagd. Zoiets geldt ook voor het verschil tussen Brabants en Zeeuws. West-Vlaams wordt meegeteld omdat het dialect van een deel van Zeeuws-Vlaanderen als ‘hetzelfde’ wordt beschouwd als dat in de naastliggende provincie van België. Dat ook de grenzen langs de Duitse grens heel erg lijken op die aan de overkant, wordt niet op dezelfde manier gewogen.
Dit is natuurlijk geen erg duidelijk criterium. Er is geen commissie geweest die heeft gekeken op welke manieren we nu de streektalen van Nederland op een taalkundig verantwoorde manier zouden kunnen opdelen. Het noordoosten van Nederland heeft de weg naar de ISO-commissie gevonden – en zulke standaardiseringsbeslissingen vallen bij mijn weten niet meer terug te draaien. De redactie van Ethnologue, die onmogelijk zelf voor alle 195 landen in de wereld onderzoek kan doen, gaat om pragmatische redenen uit van deze beslissing. Op die manier zijn we gekomen aan een volkomen arbitrair aantal van dertien ‘inheemse talen’ van Nederland.
Glottolog komt er zelfs tot 31:

Alle talen met een ISO-code komen hier ook weer terug, maar het lijstje wordt op een aantal manieren uitgebreid. Er worden nu ook talen uit voormalige koloniën genoemd (Papiaments, Sranan Tongo, Caraïbisch Hindoestaans, Indonesisch), net als wat erkende talen van veel oudere migratie (Yeniche en West-Jiddisch, een aantal vormen van Romani, waaronder ‘Balkan Romani’). Ook hier kun je je afvragen waarom precies deze onderverdeling wordt gemaakt, bijvoorbeeld of het Hindoestaans van Surinamers (Sarnami) echt dezelfde taal is als de taal van Hindoestanen in Trinidad. Dat al deze talen in Ethnologue ontbreken bij Nederland, komt omdat men zich daar per land beperkt tot ‘inheemse’ talen. Voor de totale schatting maakt dit niet veel uit, want de genoemde talen worden wel elders genoemd.
Acuut
Verder krijgen wat bijzondere variëteiten van het Fries (Hindeloopen, de eilanden Schiermonnikoog en Terschelling) een eigen plaats (maar Ameland niet), zijn het Brabants en het West-Fries hier wel aanwezig (maar het Ripuarisch niet), en worden ook oudere vormen van het Nederlands (Oudnederlands, Middelnederlands) apart genoemd. Die doen natuurlijk niet mee in een telling van de talen die nu gesproken worden, maar dat is ook niet de ambitie van Glottolog: die wil talen noemen waarover in de taalkundige literatuur iets bekend is, niet tellen hoeveel talen er worden gesproken.
Dus hoeveel talen zijn er nu in Nederland? Het antwoord valt niet precies te geven, of beter gezegd: ieder precies antwoord is gebaseerd op arbitraire criteria.
En dat is dan nog Nederland, een land waar de zaken administratief en taalkundig redelijk overzichtelijk zijn. Er zijn gebieden in de wereld waar het nog veel lastiger is om te ontwarren wat nu precies moet tellen als ‘verschillende talen’: Papoea-Nieuw-Guinea wordt vaak genoemd als voorbeeld, waar honderden, zo niet duizenden talen worden gesproken, en veel mensen dan ook nog eens allerlei mengvormen maken van die talen. Hoe zouden we kunnen zeggen dat het Fries en het Nederlands verschillende talen zijn als iedereen in Nederland ze door elkaar zou gebruiken, met af en toe een vleugje Terschellings?
Hoe dan ook is er dus wel een orde van grootte die we kunnen aanhouden: zo’n zeven- à achtduizend talen zijn er in de wereld, waarvan de overgrote meerderheid overigens maar door een kleine groep mensen wordt gesproken en naar schatting zo’n 40% vrij acuut in het bestaan bedreigd is. Het handjevol grote talen dat er is in de wereld (Engels, Chinees, Hindi, Arabisch, enz.) werkt nog steeds als een magneet op sprekers overal ter wereld. Het antwoord op de vraag hoeveel talen er over honderd jaar gesproken worden, valt óók niet te geven, maar we weten wel dat het aantal veel kleiner zal zijn dan nu.
Relevant lemma in de Taalcanon: Zijn kleine talen een bedreigde soort? van Cecilia Odé
En gebarentaal is wel een taal maar ik zou het geen streektaal noemen!
Grr, toen drukte ik per ongeluk te vlug op enter.
Bijna het hele artikel betoogt vrij overtuigend, dat de vraag naar het aantal talen even zinvol is als de vraag hoeveel kleuren er bestaan, of hoeveel temperaturen. Of hoeveel liedjes. Zonder definities/criteria valt er niet te tellen.
En dan komt plompverloren de laatste aline, met:
“Hoe dan ook is er dus wel een orde van grootte die we kunnen aanhouden.”
“Dus”. ??? Nee dus.
Ja, dat is inderdaad wel een beetje gek.
Een illustratie van het arbitraire karakter van de opdeling van de Friese variëteiten in Glottolog is dat het Westers en het Aasters op Terschelling samen worden genomen. Het niet noemen van een Amelander Fries is daar eigenlijk geen goed voorbeeld van, op Ameland wordt geen vorm van Fries gesproken.
Zucht…..weer wordt het Gelderse Kleverlands niet genoemd! De taal die wordt gesproken in de Liemers en het Rijk van Nijmegen. Deze taal wordt wel in Limburg en Nordrhein Westfalen als streektaal erkend maar niet in het Gelderse!