De groslijst 2025 van de Librisprijs

De Librisprijs is zonder twijfel de belangrijkste commerciële literatuurprijs van ons taalgebied. Het is een prijs die intussen al toegekend werd aan romans van de grote namen, zoals Arnon Grunberg, A.F.Th. van der Heijden, Connie Palmen, Tommy Wieringa en Ilja Leonard Pfeijffer. De laatste paar jaar lijkt de trend dat juist onbekendere auteurs bekroond worden, zoals Mariken Heitman, of schrijvers die al langer in de schaduw aan een oeuvre werkten, zoals Rob van Essen of Anjet Daanje. Met de bekroning van Oroppa van Safae El Khanoussi in 2025 kreeg bovendien voor het eerst een debutant de prijs. Voor de onbekendere auteurs betekent de Librisprijs vaak een doorbraak naar het grote publiek, maar ook voor de gevestigdere namen levert een nominatie, en zeker een bekroning, ook extra aandacht op.
En dan gaan die nominaties steevast gepaard met discussies. Zo gaat het nogal eens over gender-kwesties, maar ook over grote namen die onverwacht niet genomineerd zijn of naast de prijs grijpen – met soms ook minder volwassssen fitties tussen auteurs onderling. Elk jaar genereren longlist, shotlist én bekroning in elk geval aandacht.
De Librisprijs is een ijkpunt en steeds vaker ook een poortwachter.
Wat men zich bij de jaarlijkse discussies rond de genomineerden allicht niet altijd realiseert is dat de 18 uitverkoren auteurs op de longlist slechts een topje van de ijsberg zijn. In de editie 2025 waren het er 18 van 183 ingezonden romans, dus nog geen 10%. Het mooie is dat Libris al sinds 2007 het overzicht van alle ingezonden boeken heeft gearchiveerd – zodat we nu dus eenvoudig kunnen vaststellen dat voor de 18 Librisprijzen die tussen 2008 en 2025 werden uitgereikt exact 3415 titels werden ingezonden. Jaarlijks stuurden Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen dus gemiddeld 190 nieuwe, oorspronkelijk Nederlandstalige romans in.
De publieke discussies rond de Libris-nominaties betreft dus eigenlijk een relatief klein deel van het hele aanbod, en die aandacht wordt gestuurd door journalistieke, publieke, in zekere zin dus incidentele, overwegingen. Het grootste deel – zo’n 80 tot 90% – lijkt relatief onopgemerkt te blijven. Zoals de klassieke regels van Brecht in de Dreigroschenoper: ‘Denn die einen sind im Dunkeln und die anderen sind im Licht. Und man sieht nur die im Lichte, die im Dunkeln sieht man nicht.’ En nu is dit natuurlijk niet helemaal waar. Op de groslijsten staan zeker de nodige romans die in de loop van het jaar op allerlei andere manieren in beeld kwamen, via recensies, toekenning van andere prijzen, omdat ze aanleiding waren voor debat of zelfs polemiek. Maar er zijn ook tal van boeken van die groslijsten die met weinig of soms zelfs helemaal geen aandacht stilletjes maar snel in de vergetelheid raakten.
Het leek ons dan ook een mooi idee om vooruitlopend op de Librisprijs 2026 met een groep deskundige lezers de hele groslijst te bespreken: de gedoodverfde kandidaten, de geheime tips, de al jarenlang onopgemerkte auteurs, de buitenbeentjes en vreemde vogels. Zo zullen we allicht kunnen komen tot een breed inzicht in het speelveld waaruit de jury haar keuze gemaakt heeft. Interessant gegeven is overigens dat ook de hele jury niet alle boeken van de groslijst leest, zo vertelde jurylid Lisa Kuitert aan de Volkskrant (10 mei 2024): ‘Elk boek wordt door ten minste twee juryleden gelezen. De boeken die niet meteen afvallen, leest vervolgens iedereen mee.’
Door de boeken op de groslijst onder de loep te nemen ontstaat een hopelijk interessante dwarsdoorsnede van de hele ‘literaire’ prozaproductie in een jaar. Helemaal representatief is die selectie niet. Er zijn literaire, veelal kleinere, uitgeverijen die om financiële of principiële redenen hun boeken niet inzenden. En heel soms kunnen andere zaken het beeld vertekenen, zoals in 2013, toen uitgeverijen Meulenhoff en Atlas/Contact vergeten waren hun romans van dat jaar in te sturen. Het Libris-bestuur besloot geen uitzondering te maken voor deze prominente uitgeefhuizen, zodat de lijst van dat jaar incompleet bleef. De keuze voor de groslijst als uitgangspunt voor een jaaroverzicht van de romanproductie is dus op bepaalde punten vatbaar voor kanttekeningen. We troosten ons met de gedachte dat dat voor willekeurig welke andere selectie uit de jaarproductie ook zou gelden. En we geloven dat we de komende maanden toch een mooi, rijkgeschakeerd, inhoudelijk nieuw beeld kunnen geven van de brede boekproductie van 2025.
“De publieke discussies rond de Libris-nominaties betreft dus eigenlijk een relatief klein deel van het hele aanbod, en die aandacht wordt gestuurd door journalistieke, publieke, in zekere zin dus incidentele, overwegingen.”
Dat is wat al te vriendelijk. Alsof dit niet het beleid zou zijn van de boekenbranche. Het doel is immers niet het bekronen van een goed boek maar het verkleinen van de opslagkosten.
Je kunt als boekhandel moeilijk alle titels op voorraad hebben; daarom probeer je de aandacht van de klant te richten op de titels die je wél in huis hebt, en dan het liefst een zo beperkt mogelijk aantal dat je op stapels hebt liggen. Het hele circus van long lists, short lists en bekroning dient om de aandacht van het publiek op een zo beperkt mogelijk aantal titels te concentreren.
Ik misgun de boekhandelaar zijn winstbejag niet. Maar laten we alsjeblieft onder ogen zien dat de branche belang heeft bij een zo smal mogelijk aanbod en daardoor, wellicht ongewild, bijdraagt aan de verschraling van het cultureel aanbod.
Het beste advies dat ik mensen met een culturele belangstelling (die per definitie breed is) kan geven: koop boeken die geen bestseller zijn. En denk vooral eens aan non-fictie, die zo sterk ondervertegenwoordigd is in de prijzencircussen, terwijl waarheid en correcte informatie zo verschrikkelijk urgent zijn.
https://www.nrc.nl/nieuws/2017/03/24/koop-eens-een-boek-dat-geen-bestseller-is-7545241-a1551766
Een mooie kanttekening van Jona Lendering. Ik had vóór zijn woord deze daad er al aan bijgevoegd. Ik had namelijk de eervolle taak om een van de werken te mogen bespreken. Een recensie-exemplaar aanvragen stond me niet aan: die twee tientjes heb ik voor een boek met waarschijnlijk sowieso een kleine oplage graag zelf betaald (en besteld bij de lokale boekhandelaar, want natuurlijk te onbekend om op voorraad te hebben). En wat bleek bovendien? Van elk exemplaar van Schilfers van Lenny Peeters, zo staat achter in dit boek, gaat tien procent van de opbrengst naar het project VozPa’Colombia, een project dat twee unieke gemeenschappen in Colombia verbindt. Voor meer info: koop het boek zelf maar, het zal niet iedereen aanspreken maar is geenszins weggegooid geld. En het beantwoordt aan het advies van Jona Lendering.