
Uw wil geschiedde. Soms gaat schrijven als een uurwerk precies. Vonne van der Meer: Ik zag wat ik wilde zien. Al schrijvend leer ik mijn eigen gevoelens begrijpen. ‘Ik schrijf niet iets van me af, maar naar me toe en alle personen blaas ik het leven en gedachten in’.
Soms is schrijven dwangmatig een onstilbare honger naar verhalen, als een vodun, die het middelpunt zoekt. De verhalen komen vanonder de schedel als een religieus leven. Je moet ze alleen opschrijven en om duidelijke stellingname vragen de verhalen niet.
Vonne van der Meer als tussenmens: Als ik die momenten aan de lezer aanwijs, dan plaats ik mezelf tussen het verhaal en de lezer in. De lezer denkt dan bij die momenten in het boek: oh, dat is de herinnering van de schrijfster zelf. Ik wil niet dat de lezer aan de schrijfster denkt als hij aan het lezen is. Soms is het ondoenlijk op de stem in jezelf te vertrouwen, en niet te zeggen wat iedereen wil horen. Naar je toe schrijven is geen ziekte, van je afschrijven wel. Het geschiedt mij allemaal vanuit het binnenbrein. Uw wil geschiedde…
In ‘Uw wil geschiedde’ is ‘geschiedde’ de verledentijdsvorm van ‘geschieden’. Hier staat dus: in het verleden gebeurde wat u wilde (maar nu niet meer).
Bedoeld is natuurlijk (de bede) ‘Uw wil geschiede’, in de aanvoegende wijs (conjunctief), die in dit geval een wens of hoop uitspreekt: ‘moge gebeuren wat U wilt’ (ook weer aanvoegende wijs).
Dank voor u reactie. Ik heb geschiedde bewust gekozen als: het is u, de schrijver overkomen. Hij heeft geen keuzen meer. Het is af.
Dank voor uw reactie.