Leeslogboek september 2025

Ik steven keihard op een ruimtecrisis af, beste lezer. Aan het begin van het jaar had ik twee kantoren die allebei vol met boeken stonden. De volste was bij een werkgever waarvoor ik niet meer werk, de andere is bij de werkgever, de Radboud Universiteit, waarvoor ik nog wel werk, en met veel genoegen, maar die wil dat we flink gaan indikken: van de acht verdiepingen van de toren die onze faculteit huren, moeten er van het universiteitsbestuur vier worden leeggeruimd. Dat betekent dat de kamers op de andere vier verdiepingen leeg moeten worden geruimd.
Dat betekent dat we met meerdere mensen op een kamertje moeten zitten. En dat betekent dat we niet allemaal onze boekenverzamelingen kunnen behouden. Er staan al containers op de gangen waar we overtollige boeken in mogen gooien.
Ik ben met iemand getrouwd die niet zo erg is als ik, maar wel bijna: ons huis staat ook al vol boeken. Die van die kantoren kunnen er écht niet meer bij. En nu?
Waarheid
Ik ben geen Ewoud Sanders – die een jaar of vijftien geleden ophef baarde door al zijn boeken, en hij had een grote boekenverzameling, ik heb hem nog vol jaloezie mogen aanschouwen, opensneed en digitaliseerde. Die heeft nu een al even jaloersmakende digitale verzameling. Maar ik ben zo: ik wil die digitale boeken ook allemaal hebben, alleen wil ik daarvoor geen enkel papieren boek wegdoen.
Wat het nog erger maakt, is dat ik niet de enige ben die boeken weg moet doen, de minibiebs op de universiteit puilen uit van allerlei prachtigs, en dat bij alle faculteiten. Her en der worden er spontaan tafels aangewezen waarop de overtollige boeken liggen. Die wil ik eigenlijk allemaal ook mee naar huis nemen. Toen ik nog maar een klein Marcje was, droomde ik al van een gigantische bibliotheek. Er is een filmpje waarop Umberto Eco door zijn privé-bibliotheek loopt. Toen ik dat filmpje voor het eerst zag, herkende ik er mijn jeugddroom in.
Het is nu heel gemakkelijk om een bibliotheek van in ieder geval de omvang van die van Eco samen te stellen, uit alle overtallige boeken die overal liggen opgetast. Maar ik beschik niet over dezelfde hoeveelheid ruimte, en zal daar nooit over beschikken. De dag is gekomen dat ik erkennen moet dat deze droom nooit waarheid zal worden.
De harde feiten
| Gelezen | Gekocht of gekregen | Nu aan het lezen |
| Natacha Appanah. La nuit au coeur Sarah Arnolds. Het gore lef Cobi van Baars. Vacht! Kathrin Bach. Lebensversicherung Bernard Cerquiglini. À qui la faute? Maria Dermoût. De tienduizend dingen Michelle van Dijk. Kijk niet om Marguerite Duras. L’amant de la Chine du Nord Christina Flick. Oceandiva Jan Hus. Pri la eklezio Sarah van der Maas. Een tijd als deze Christine Rosen. The Extinction of Experience Lena Schätte. Das Schwarz an den Händen meines Vaters Piet van Sterkenburg. Hedendaags Nederlands | Natacha Appanah. La nuit au coeur Kathrin Bach. Lebensversicherung Bernard Cerquiglini. À qui la faute? Christina Flick. Oceandiva Jehona Kicaj. ë Christine Wunnicke. Wachs | Natacha Appanah. La nuit au coeur Antjie Krog, Die binnerym van bloed |
De gemeene gratie
In mijn ouderlijk huis stond een boekenkastje. Met daarin een rijtje gereformeerde theologische werken. Onder meer “De gemeene gratie” van Abraham Kuyper. Ongelezen. Zo ging dat. Het gereformeerde kerkvolk had wel zijn theologische helden maar las ze niet. Als jongetje nam ik me voor om later “De gemeene gratie” te lezen. Maar het is er niet van gekomen.
Toen mijn ouders overleden, verdwenen de gereformeerde theologische werken richting de Emmaüsgangers. En ik dacht: toch zonde dat boeken afgedankt worden.
“De gemeene gratie” is een politiek theologisch werk. Of Henri Bontebal dat werk ooit heeft gelezen, weet ik niet. Maar hij zal het wellicht kennen. Bovendien is het internationaal ook wel bekend. De aan de VU zeer bekende Amerikaanse neocalvinistische filosoof-theoloog Alvin Plantinga kent Kuyper vast wel.
Ik zeg geregeld: je kunt niet alles bewaren. Jammer maar helaas. Als boekenliefhebber dien je te selecteren. Streng te selecteren. Zowel thuis als eventueel op je werk.
Toch heb ik een theologisch werk uit de inboedel van mijn ouders gered. “Magnalia Dei” van Bavinck, Ja, de Bavinck van wie Maarten ’t Hart vond dat die goed schreef. Dat wil zeggen: duidelijk schreef. Maar het boek zelf is, meen ik, niet heel erg degelijk. Een beetje populistisch om maar begrepen te worden door het gereformeerde kerkvolk dat het waarschijnlijk toch niet las.
De gemeene gratie, de algemene genade. Maar probeer maar eens genadevol om te gaan met een tsunami aan boeken, boeken, boeken.
Maar “History of Western Philosophy” van Bertrand Russell zal ik niet zo gauw afdanken. Ook in literair opzicht is het alleszins redelijk geschreven. Russell won niet zo maar de Nobelprijs voor Literatuur. Die voor Vrede ging zijn neus voorbij. En het boek van Russell biedt ook inzicht in de diverse politieke filosofieën. Al denk ik niet dat Russell ooit van Kuyper heeft gehoord. Maar wie weet. Maar of ik het wil weten?
Of er een boekenhemel bestaat, betwijfel ik ten zeerste. Maar het is wel een mooie droom. Een oneindige bibliotheek. Maar hoe door die enorme doolhof je weg te vinden? Met hulp van de alles lezende God als genadevolle opperbibliothecaris?
“van de acht verdiepingen van de toren die onze faculteit huren”: vreemde zin….
Wat mij betreft mag het woord ‘overtollige’ tussen aanhalingstekens! Mogelijk denken vastgoedmanagers die zich universiteitsbestuurders noemen in vierkante meters i.p.v. wetenschappelijke resultaten en zijn geesteswetenschappers met hun bibliotheken een kwijnende minderheid, bezig met een achterhoedegevecht. Maar ooit zal de wal het schip (moeten) keren. Ook ik heb wel eens noodgedwongen moeten opruimen, maar wat kan ik ze af en toe missen! (Wie kan mij van Walter Holstein, Kein Frieden um Israel: zur Sozialgeschichte des Palästina-Konflikts. Fischer 1973, terugbrengen?) Waar is het nationale noodplan voor ‘overtollige’ boeken?
Als straks alle overtollige boeken gedigitaliseerd in ’the cloud’ resp. in papierversnipperaars zijn verdwenen, komen er tolpoortjes voor die verdien-wolk en wordt ook daar goud geld verdiend aan wat vroeger (bijna) gratis was.
Ilja Leonard Pfeijffer schrijft in Grand-Hotel Europa dat mensen die iets met boeken doen (bijvoorbeeld verhuizen) een zwaar beroep hebben.