Over schrijver Detlev van Heest (een grootmeester van de dialoog, 2)

In het boek Parkeren in Hilversum (2024) staat ‘roman’. Evenals in De verzopen katten en de Hollander (2010) en De resten van een mens (2025), terwijl deze boeken de indruk wekken autobiografisch te zijn, non-fictie. ‘Er zit voldoende onwerkelijks in,’ zegt Detlev van Heest ‘Het is antropologisch gezien geen fotografisch portret een op een van de omgeving. Het is geen geschiedenisboek. Bovendien heb ik dingen verplaatst, andere namen gebruikt. Je wilt de personen die je als personage gebruikt enigszins beschermen. Het is ook niet honderd procent die persoon.’ Nou ja, beschermen. Zijn eigen familie spaart hij bepaald niet. Hij beschrijft authentieke levens, van dichtbij. Ook die uit zijn familie in De resten van een mens. ‘Dat heeft mijn zus mij heel erg kwalijk genomen. Zij vindt mij een nestbevuiler. Ik schrijf autobiografisch en heb niet zo’n menslievend beeld. Sommige mensen voelen zich geraakt, gekwetst. Maar ik wil eerlijk zijn! Ik spaar niemand. Dat is normaal in de literatuur. Op mijn leeftijd ga ik geen sprookjes schrijven. Ik moet het nu zeggen.’
Als verhaal in deze roman (een serie binnen de serie) loopt de geschiedenis van mevrouw Paulides, Emma, de moeder van Sandra van Raalten die op 21-jarige leeftijd in de kledingzaak in Zaandam waar zij werkte op gruwelijke wijze werd vermoord. De moeder woont in Hilversum, waar Detlev (zo heet hij ook in het boek) parkeercontroleur is. Zijn liefde voor katten brengt hem met haar in contact. Na de eerste ontmoeting bezoekt hij haar regelmatig. Zij is een intelligente vrouw en een gulle prater. Tijdens de vele bezoeken ontspint zich de ware toedracht van de Zaanse paskamermoord op 30 november 1984, de nasleep en het altijd schrijnende verdriet van de moeder.
De gesprekken, die in fragmenten tussen het parkeerwerk zijn opgenomen, lezen als een fascinerende biografie in dialoogvorm. Detlev houdt contact met Paulides tot aan haar sterfbed. ‘De gesprekken met Emma Paulides, met haar eigen naam, heb ik zo letterlijk mogelijk met alle herhalingen en scheldkanonnades weer willen geven, zoals zij was,’ vertelt Van Heest. ‘Dat moest ik maximaal binnen een etmaal noteren. Het is bijna dwangmatig, zoals ik dan schrijf. Ik had bij haar het idee: dit moet ik vastleggen. Dat mag niet verloren gaan. Al wist ik nog niet hoe ik het ooit moest publiceren. Bij mij is het altijd een verrassing welke vorm het uiteindelijk krijgt. Ik heb er niets aan veranderd, niets strakgetrokken. Het beschrijft de aftakeling van een mens, gesymboliseerd door Emma Paulides.’
Haar verhaal is als een biografie gefragmenteerd door de tekst gevlochten, ‘gecomponeerd in de chronologie,’ zoals Van Heest zegt. Een boek alleen over haar, de moord op haar dochter, hoe vreselijk het leven daarna van de moeder is, dat zou niet te lezen zijn. Het is ook niet zijn stiel. Nu staat het verhaal in een context, in contrast met het absurdisme van de werkomgeving van ‘Detlev’ als parkeerwachter: ‘Dat was voor mij de manier om over haar leven te publiceren. In haar keiharde woorden. Ik kende niemand die zo’n lot droeg. Bovendien was zij redelijk intelligent. Ze keek door die moord van een Turkse jongen op een manier naar Nederland die not done is. Daarin heeft ze recht van spreken. Ik heb daar Lousje Voskuil in betrokken als relativering, omdat zij vindt dat je niet kunt generaliseren, niet een hele bevolkingsgroep kan aanspreken op een gruwelijke moord gepleegd door één Turk.’

Elk boek van Van Heest is te lezen als een Netflix- of televisieserie op papier. In zijn boeken is hij een buitenstaander die goed observeert, en luistert! In subtiele tussenzinnen leren we hem kennen. Zijn Duitse familieachtergrond, zijn driften als hij in De verzopen katten en de Hollander door zijn vrouw ‘Annelotte’ (niet haar werkelijke naam) op zijn wonderlijke gedrag wordt gewezen, wordt gecorrigeerd. Zijn liefde voor planten en dieren. Zijn woede als er bomen worden omgezaagd om een weg te verbreden, of om op die plek huizen te bouwen. De padden in hun tuin heten Ab en Ada en worden door hoofdpersoon Detlev vertroeteld. En dan is er hun ‘kind’, de kat Kootje. Die, na de verhuizing naar Nieuw-Zeeland (zie de roman Pleun, 2010), vijftien jaar later ook nog in Resten van een mens in het huis in Amsterdam rondloopt.
Het kostte Van Heest aanvankelijk moeite stukjes te schrijven voor weekblad Elsevier en dagblad Trouw. ‘Trouw besloot dat er niet meer te werken viel met mij,’ schrijft hij in De verzopen katten en de Hollander. Er komt niets uit zijn vingers. Annelotte begrijpt er niets van:
‘Je kunt toch wel wát schrijven?’
‘Ik zou niet weten wat.’
‘Je schrijft elke maand veertig kantjes over de buurt.’
‘Niet voor de krant.’
‘Waarom niet? Zo schrijft niemand over Japan.’
‘Ik kan toch niet over mevrouw Suzuki in de krant schrijven?’
‘Waarom niet?’
‘Denk je dat iemand wil weten dat de derde zoon van mevrouw Suzuki nu met pensioen is gegaan?’
Toch schrijft hij het op, in zijn dagboek en later in een boek. Hij kan er alleen op zijn manier over schrijven. In dialogen. Als er door een krant of weekblad druk op hem wordt uitgeoefend, voelt hij zich ongelukkig. Aanvankelijk schreef hij voor Het Parool en Trouw. In 2001 zijn de laatste stukjes van Detlev van Heest in Elsevier verschenen. ‘Als journalist word je in een mal gedrukt,’ zegt hij. ‘Ik heb negen maanden bij NRC gewerkt als stagiair. Geen woord is van jezelf, geen eigen mening. Ik heb geschiedenis gestudeerd, maar heb altijd de eerzucht gehad iets te schrijven wat niet in een krantenstukje past. Ik ben nogal uitvoerig in wat ik opschrijf. Ik had geen zin om oppervlakkige stukjes over de politiek in Japan te schrijven.’
Als hij ermee gestopt is stukjes en reportages voor dag- en weekbladen te schrijven, voelt hij zich opgelucht. Hij ziet er ook beter uit. ‘Dat was in de tijd dat u beter Japans leerde spreken,’ laat hij mevrouw Koemi opmerken. Zo geeft hij via haar informatie over zichzelf. Door de taal te spreken kan hij gesprekken voeren: stof voor zijn dagboek! Als hij in zijn dagboek schrijft wil hij niet gestoord worden. Zijn werk bestaat nu uit het registreren van het alledaagse leven in de vorm van gesprekken. Dat is een indrukwekkende stapel dagboeken geworden. Het schrijven versterkt de registratiedwang. Alles is belangrijk. Dat beseft Detlev zelf ook. Daarom gaat hij soms een ontmoeting uit de weg. Via mevrouw Westboom geeft hij een foto aan mevrouw Bouwput. Annelotte:
‘Wat raar. Waarom geef je haar die foto niet zelf.’
‘Ik had geen zin nog meer in mijn schrift te moeten noteren. Als ik ook nog bij haar langs had moeten gaan.’
‘Ga je daar in je gedrag nu ook al rekening mee houden?’
‘Alles moet opgeschreven worden. Alleen zo kan ik het leven binnen de perken houden.’
‘Jezus.’
Een obsessie, volgens Annelotte. Hij moet de werkelijkheid vastleggen. De titel De verzopen katten en de Hollander verwijst naar het gelijknamige boek van Masafoemi Heiland. Een roman. Dat vindt Detlev ‘gewrocht’, omdat Heiland zich had ‘teruggebracht tot een jongetje over wie hij in de derde persoon schreef’. ‘Ik hou dagboek over de buurt waar we wonen,’ zegt Detlev tegen Heiland. ‘Wat de mensen zeggen schrijf ik op. Er gebeurt natuurlijk nooit iets, maar dat is beter dan een bijeengelogen boek met moord en doodslag.’
Weer een boek waarin niets gebeurt, zou Gerard Reve zeggen. Maar door de inhoud en stijl (stileren en componeren van de gesprekken), toont Detlev van Heest zich de grootmeester van de dialoog. Hij laat ons het echte leven zien van gewone mensen die in een systeem tot elkaar veroordeeld zijn, of die als oude buurtgenoten in een wijk bij elkaar wonen. Het dagelijks leven, waarin van alles gebeurt. Boek na boek, als een verslavende serie. Geen scherm dat je op afstand houdt, maar een boek waar je in verdwijnt. Lezen als interactie tussen de woorden van de schrijver en het voorstellingsvermogen van de lezer. Maar wie kan zich nog iets voor de geest halen als je in tv- en streamingseries alles verbeeld voorgeschoteld krijgt? Dat kunnen alleen degenen die bevoorrecht zijn. Niet de kijkers, maar de lezers. Boeken, die gespreksstof zijn voor de happy few.
Laat een reactie achter