
Het zwarte raam van Micha Hamel is geen gangbare roman. Het is in 2021 opgevoerd als muziektheatervoorstelling, en dat merk je als lezer. Het verhaal focust op de dialogen tussen een man en een vrouw, die samen in een klein huisje op een witte vlakte wonen. In het huisje staan nauwelijks meubels, precies zoals je in een toneeldecor zou verwachten. En de buitenwereld komt wel ter sprake, maar is nooit plaats van handeling. Ik heb het toneelstuk niet gezien, maar kan me voorstellen dat dit verhaal in die setting goed heeft gefunctioneerd. Ik weet niet zeker of ik het geschikt vind om als literair verhaal te lezen. Het voelt meer als een interessant gedachtenexperiment dat het nu als roman wordt gepresenteerd – ongeveer zoals een kunstinstallatie in een museum, waar je wel door kan worden gegrepen, maar toch ook een beetje onbehaaglijk van wordt. Maar misschien was dat wel precies de bedoeling van de auteur.
Het boek draait min of meer om twee dingen: de wereld is aan het vergaan, en de man houdt deze kennis weg bij de vrouw, zodat ze ongestoord verder kan werken aan het boek dat ze aan het schrijven is. Hij gaat elke dag naar buiten om belangrijk werk te doen, maar zij verlaat het huis nooit. Ze voelt wel dat er iets niet klopt, en probeert door vragen te stellen erachter te komen wat dat is. Dat levert frustrerende gesprekken op, waar ze in eerste instantie niet veel verder mee komt, maar die wel mooi laten zien hoe de dynamiek tussen de twee werkt. Zonder verder iets te weten over het andere werk van Micha Hamel, durf ik wel te zeggen dat hij een groot talent heeft om de finesses van menselijke interactie te observeren en op een herkenbare manier te beschrijven. Iets wat natuurlijk heel goed van pas komt in het theater. Hamel dicht ook, en dat merk je hier en daar in het boek, in kleine poëtische exercities die wat lucht brengen in het verhaal.
Intussen komen er grote vragen aan de orde. Kan de wereld wel echt vergaan zijn als er nog mensen bestaan die daar niets vanaf weten en gewoon doorleven? Mag je iemand kennis onthouden om die persoon te beschermen? En wie schrijft de werkelijkheid? Deze vragen worden niet beantwoord, ook niet aan het einde van het boek, maar ze zetten wel aan het denken. Je kan die thematiek zien binnen de kaders van de coronapandemie, gezien het feit dat de theatervoorstelling in 2021 werd gespeeld. De afzondering waarin de vrouw leeft, doet ook aan die tijd denken. Toch zijn het eigenlijk universele vragen, die ook nu nog heel relevant zijn, met alles wat er in de wereld speelt op dit moment.
Geen meeslepende leeservaring dus misschien, maar wel interessante observaties over relaties, over beschutting zoeken tegen de buitenwereld, over de verhouding tussen fictie en werkelijkheid. Door de abstracte setting komen de man, de vrouw en het huis niet echt dichtbij; de personages krijgen geen namen, en ook als lezer weet je niet wat de man precies meemaakt in de buitenwereld, en waar de vrouw over schrijft. Maar het effect daarvan is wel dat alles wordt teruggebracht tot de essentie, waardoor de eerder genoemde thematiek goed uit de verf komt. Het is opmerkelijk dat de scharniermomenten van het verhaal juist gebeuren door middel van fictie, in de zin dat de vrouw (wier beroep schrijven is) iets verzint wat het verhaal een onverwachte wending geeft. In dat opzicht lijkt het boek vooral een pleidooi voor verbeeldingskracht. Genoeg stof tot nadenken in ieder geval, in deze onheilspellende en enigszins vervreemdende vertelling.
Laat een reactie achter