
Elke schrijver heeft een voorganger die als een onuitwisbare stempel, én als een blinddoek werkt. Hij kijkt in zijn binnenbrein zonder zijn ogen te gebruiken. De fantasie als blindzicht vliegt alle kanten op. Hij blijft doof voor de buitenwereld. De schrijver hoort een machtige inwendige stem die hem vertelt dat alles fictie is.
Net als Pinocchio raakt de schrijver verstrikt in de vraag of hij droomt of wakker is; wanneer hij wakker is, droomt hij, en wanneer hij droomt, voelt hij zich wakker.
Misschien zijn dit wel die typische taalfiguren die als het ware buiten het bereik van het ego ontstaan. Het binnenbrein dicteert, en dat wordt uitgewerkt met een Vestdijkiaanse pen. (De gereedschapkist.) Uiteindelijk is het de uitdaging om van deze innerlijke zoektocht een roman te maken. Toch zou de schrijver met dezelfde organische middelen willen schrijven als zijn binnenbrein. Wie schrijft hier eigenlijk? De schrijver niet… en daarom moet hij schrijven. Door moed en zelfopoffering is hij nu een echte jongen! Hij heeft het verdient!
Hij heeft het verdient!
Dankjewel. Opmerkingen maken de man. Helaas gebeurt mij dit vaak, een tikfout is zo gemaakt, weet ook niet of mijn verstand nog weet wat verdient het tegenwoordig.
Jozef in Dothan: ‘Im Menschen, ja selbst im Affen, findet sich ein sonderbarer Trieb der Nachahmung, der keinesweges die Folge einer vernünftigen Ueberlegung, sondern ein unmittelbares Erzeugniss der organischen Sympathie scheinet’,
Weer een mooie tekening!
Ik vroeg het aan Gemini: De bijdragen van Kruzdlo aan Neerlandistiek zijn met name van kunstzinnige aard: Schrijversportretten: Hij maakt tekeningen van Nederlandse schrijvers en dichters, zoals bijvoorbeeld Piet Gerbrandy, C.O. Jellema en Jan Hanlo.
Stijl: De portretten weerspiegelen vaak zijn eigen artistieke en filosofische visie, waarbij hij niet streeft naar fotografische gelijkenis, maar naar een interpretatie van de schrijver.
Kunst en Tekst: Soms gaan zijn tekeningen vergezeld van korte teksten of citaten, waarbij zijn eigen concepten, zoals het ‘binnenbrein’ of de ‘Tussenmens’, terugkomen in de beschouwingen over de geportretteerde schrijver.
Kruzdlo gebruikt zijn rol als kunstenaar en schrijver om een dialoog aan te gaan met de Nederlandse literatuur, waarbij zijn filosofische ideeën (de Kruzdlosofie) indirect via zijn kunst tot uiting komen.