
De documentaire Rust in poëzie lijkt wel een reclamespotje voor een politieke partij. Het begint met “Een gedicht voor N.N. Boterdiep”. (Het is een naam die de anonimiteit moet waarborgen: “N”omen + “N”escio + “Boterdiep”: een straat in Groningen (met dank aan Willem Tieske Derks, die mij hierop terecht terechtwees). Anonimiteit gewaarborgd dus. Enige tijd geleden heb ik een onderzoek gedaan naar alle, door F. Starik in zijn overicht genoemde ‘Eenzame uitvaarten’ en wat bleek: een behoorlijk aantal was gewoon te herleiden tot ‘bestaan-hebbende-overledenen’ met naam en toenaam en soms zelfs met een overlijdensadvertie. Zo waterdicht blijkt de anonimiteit dus niet te zijn (geweest?).
En dan de gewichtige stem waarmee het gedicht wordt voorgedragen. Alsof er in de poëzie de laatste decennia niets is veranderd. Poëzie als het Hoogste wat een mens kan bereiken… Het is bijna alsof de dichter voor Petrus speelt die de hemelpoort voor de heer of mevrouw ‘Boterdiep’ mag openen.
En vervolgens de kwaliteit van de tekst. Over smaak valt niet te twisten. Ik weet het, maar wat dat betreft deden de zo verguisde en door iemand als Marita Mathijsen terecht in ere herstelde ‘domineedichters’ het in de negentiende eeuw even goed of misschien wel beter.
Voorstander
Deze ‘docu’ is gemaakt om donaties op te halen “voor goed camerawerk, goede belichting en goed geluid”. Voor een uitvaart? Camerawerk? Geluidsapparatuur? Voor wie wordt het gefilmd? Niet voor de nabestaanden, want die zijn er niet. Jammer dat die overledene niet in een van de vele talkshows op televisie kan optreden. (“En, hoe hebt u uw eenzame uitvaart ervaren?” N.N. Boterdiep met een grafstem: “Nou, nogal veel aandacht voor iemand die eenzaam het graf ingaat.”) Zijn de donaties niet ook bestemd voor een goede of betere beloning voor de dichters? Of maken die al voldoende de gemeentelijke subsidiepotjes op? Even googelen leert dat een dichter in Rotterdam 331,19 euro (ex btw) van de gemeente krijgt en dan heb ik de 150 euro voor “de coördinator” nog niet eens meegeteld. (Lees ook: dit jaarverslag over 2020.) Google ook eens met de vraag: “hoeveel verdient een dichter aan een bijdrage aan een ‘eenzame uitvaart’?” Het levert interessante leesstof op. De kosten zijn voor de gemeente bijna even hoog als wanneer ze een echte dominee hadden ingehuurd, iemand die de gebeurtenis nooit zou hebben opgenomen.
Het lijkt me inmiddels voor iedereen duidelijk dat ik geen voorstander kàn zijn van het fenomeen “Eenzame Uitvaart”. Waarom niet?
Ten eerste: de overledene heeft er nooit mee kunnen instemmen om door vreemden met een gedicht en een camera op het gezicht gericht te worden begraven, een gedicht dat hij/zij ook nooit zal kennen.
Ten tweede: de begrafenis wordt op sociale media breed uitgemeten, zelfs met inzet van een reclamespotje. Als de overledene geen nabestaanden heeft en dus “eenzaam” moet zijn gestorven, zou haar/zijn begrafenis dan niet bescheiden, in stilte bijvoorbeeld behoren te gebeuren? Hebben deze dichters enig benul van wat ‘sterven’ betekent? Ik verdedig hier de stelling dat sterven altijd een eenzame aangelegenheid is. Niemand gaat met je mee door de laatste deur.
Ten derde: kan het niet zonder de naam en foto van “de dichter van dienst”? Het lijkt wel een katholieke mis met het gedicht als Bijbeltekst en de dichter als Hogepriester die met ronkende stem “poëtische woorden” het graf in mikt. Of komen ze ook rappen aan de kuil? Over wie gaat het eigenlijk: de eenzame overledene of de dichter en de crew?
Zoveel mogelijk inkomen
Ten vierde: het blijkt een verdienmodel voor dichters te zijn. Is dit niet een vorm van geld verdienen over de rug van overleden mensen die nooit voor een dergelijke begrafenis hebben kunnen kiezen?
Ten vijfde: zoals ik hiervoor heb aangegeven, is de ‘eenzaam overledene’ niet gegarandeerd anoniem en soms wel degelijk te herleiden (ik had bijna “herlijden” geschreven) tot bestaande mensen die bijvoorbeeld buren hadden. De “Eenzame Uitvaart” suggereert dat de meneer of mevrouw die ze vanuit ‘het hier’ (‘Diesseits’) naar een plek in ‘het daar’ (‘Jenseits’) toespreken, ook een eenzaam leven moet hebben geleid. Hoe weten ze dat? Daar zit toch geen enkel noodzakelijk en aantoonbaar verband tussen?
Ten zesde: is poëzie het uitverkoren genre voor zoiets? Waarom geen muziekstuk? Wie heeft bepaald dat de subsidiepotjes van de gemeente naar één genre moeten gaan? Componisten en musici willen toch ook wel iets extra’s verdienen? Of dansers, schilders? Een dansje op het graf lijkt me prachtig (mits ik van de “Eenzame Uitvaart” zou houden, quod non).
Rest voor mij de belangrijkste vraag: is met dit fenomeen niet de grens bereikt van wat ethisch nog verantwoord is? Of wordt die grens zelfs overschreden? Dat laatste is naar mijn overtuiging het geval en ik weet dat ik hierin niet eenzaam en alleen sta.
Ik gun dichters zoveel mogelijk inkomen en heb daar in het verleden ook mijn uiterste best voor gedaan, maar op deze manier? Met deze egocentrische, platte bombarie?
Ik heb gedoneerd.
Niet erg hoor
Een interessante gedachte, waarbij de goodwill voor het project in vraag gesteld wordt, maar dat moet elk met zichzelf in overeenstemming weten te brengen. Maar we zijn bijna terug in de tijd van lijkbidders en huilende rouwvrouwen of hoe het fenomeen ook heette.
Het stuk van Wiljan van den Akker is mij uit het hart gegrepen. Een uitvaart is geen poppenkast, tenzij het de nadrukkelijke wens van de overledene is.
De wens- de begrafenis van Harry Mulisch 6 november 2010. Wat vind je daarvan¿
Ik weet nog dat er toen een regenboog te zien was. Dat is natuurlijk alleen voor de hele groten weggelegd.
Klopt, alsof het hem toekwam in de diepte van de oppervlakte, een diepere betekenis vinden in.
Geen Eenzame uitvaart? Maar dan hadden we wel het gedicht ‘Bij de gemeentekist van mevrouw P.’ van Menno Wigman gemist.
Waarom? Menno had zo’n tekst toch ook kunnen schrijven zonder de context van “De Eenzame Uitvaart”?
Menno Wigman had dit gedicht misschien ook wel kunnen schrijven zonder de context van ‘De eenzame uitvaart’. Maar ik denk het eigenlijk niet. Want de gedichten van Eenzame Uitvaart waren gelegenheidsgedichten. Gedichten op verzoek, als opdracht, omdat Menno Wigman aan de beurt was in de poule des doods, een ‘moetje’ dus in de neutrale zin van het woord.
Ik vraag me af of mevrouw P. zonder de Eenzame Uitvaart in een gedicht herdacht zou zijn.
Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht, maar ik vind dat Wiljan van den Akker met sterke argumenten komt.
Zeker, anderen het licht in de ogen niet gunnen, het vooral zo saai mogelijk houden, de eer aan de geregistreerde dominee laten, allemaal uitstekende argumenten. Maak er vooral geen poppenkast van, o wee!
Inmiddels heb ik een weerwoord gepubliceerd op dit nogal merkwaardige schrijven van de kennelijk niet zo goed op de hoogte zijnde oud-hoogleraar: https://neerlandistiek.nl/2025/11/pure-kolder-over-de-eenzame-uitvaart/
Bart FM Droog, Eenrum
Mooie aansporing om te doneren. Zojuist gedaan.