
Apen
’t is goed zo, een tweede jeugd
onder het bladerdak —
soms splijt een vrucht,
geel, met een duister ingewand;
soms snelt een druppel langs,
een rode mier er in —
maar altijd moet er één zijn
die zich herinnert
dat het paradijs hem is ontglipt
met de staart van een ander
Wilfred Smit (1933-1972)
•• Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Deze tekst komt waarschijnlijk uit Paul Rodenko’s bloemlezing van diergedichten ‘Met de staart van een ander’ https://www.dbnl.org/tekst/rode006metd01_01/index.php recent nieuw in de DBNL. Het valt op dat een viertal typografische eigenaardigheden van het gedicht https://www.dbnl.org/tekst/_gid001195901_01/_gid001195901_01_0076.php niet is overgenomen.
De i in ”t is’ heeft geen hoofdletter, we zien een spatie in ‘erin’ in regel 6, in regel 7 staan twee accenten ipv ‘éen’ en er staat geen punt aan het eind van het gedicht. ”t’ is ‘het’ geworden in de een na laatste regel maar dat staat wel goed in het citaat boven Rodenko’s Verantwoording.