
Wanneer techbedrijf PROFIL een Halloweenfeest organiseert om zijn eenjarige bestaan te vieren, verkleedt Ema Somerman zich als haar eigen spiegelbeeld. Op het achterplat wordt deze roman omschreven als ‘spiegelpaleis’; een treffende omschrijving voor dit boek dat draait om waarheid, waarachtigheid en waarneming.
Ema Somerman is hoofdprogrammeur (‘CTO’) bij PROFIL, een bedrijf dat deepfakes opspoort. Ze is de dochter van de Sieger uit de titel van het boek; haar vader verdween toen ze vijftien was, nadat hij, journalist, werd beschuldigd van het fabriceren van bronnen. Ema is ook een tijdje de partner van Mats, een klim- en boulderfanaat die droomt over een eigen klimhal maar te passief is om de stap te wagen. Ema heeft een bionisch oog en is een badass programmeur met een fuck-it-mentaliteit, een doortastende vrouw die niet snel twijfelt. Als lezer van De verdwijning van Sieger Somermandaarentegen heb je alle reden om te twijfelen: aan Ema’s reden om naar Noorwegen te vertrekken, aan de verdwijning van haar vader, aan wat PROFIl precies doet en wat Ema’s aandeel daarin is, aan haar kledingstukken die lijken te verdwijnen, aan wat ze precies ziet als ze denkt haar vader te zien.
Met ‘Welkom in het volgende hoofdstuk uit een verhaal over de waarheid’ opent het tweede hoofdstuk. Het is – geloof ik – het enige moment dat Stam de ‘vierde wand’ doorbreekt. Hij schrijft op een filmische manier, met veel aandacht voor houdingen en zintuiglijke ervaringen, en een scènestructuur waarin Ema’s werk bij PROFIL wordt afgewisseld met jeugdherinneringen en het perspectief van Mats. Dat filmische is bijvoorbeeld duidelijk aanwezig wanneer PROFIL zijn jaarlijkse Future Forward-presentatie houdt; dat lees je bijna als door een lens:
Een close-up van Irshad verscheen op een groot scherm. Glimmende helm van haar en gel. Hij glimlachte en stak een duim omhoog,
En:
Applaus. Dof, donderend getril van stampende voeten.
Stams beschrijvingen kunnen af en toe ietsje clichématig zijn, maar bevatten vooral prachtige vondsten als ‘ze [werd] drie keer in haar rug geprikt, sociaal morse voor draai je om,’ of, tijdens haar eerste kennismaking bij PROFIL: ‘Ema lachte op z’n sollicitaans.’
Stams gevoel voor ritme is feilloos. Hij houdt de aandacht van de lezer steeds bij het verhaal en bouwt de spanning vakkundig op. Het verhaal krijgt na pakweg honderd pagina’s een onverwachte/verrassende wending als Sieger in beeld komt (of lijkt te komen). Waar je eerst denkt dat het verhaal over Ema’s werk gaat, over PROFIL als controversieel deepfake-ontmantelbedrijf, blijkt later haar jeugd een stuk belangrijker te zijn dan zij (en ook de lezer) dacht. Het is een slimme zet die de spanning opjaagt en waardoor ik de tweede helft van het boek in één ruk uitlas.
Na lezing blijf je met een hoop vragen achter; Stam is wel zo slim om de roman niet te eindigen met hapklare antwoorden die alle mysteries ophelderen – al breit hij wel een paar eindjes slim aan elkaar. Hij nodigt uit tot reflectie op technologie en waarheid die dieper gaat dan deepfakes en nepnieuws (daarin deed de roman me denken aan Peter Buurmans Een kern van waarheid). Mensen bedriegen zichzelf en anderen graag (en wie bedriegt er eigenlijk níét in deze roman?) en computers blijken daar een uiterst geschikt hulpmiddel voor. De dynamiek van bedriegen, bedrogen worden, helderheid en twijfel werkt heel goed als stimulans voor het verhaal. Ema is een gelaagd, fascinerend personage: manipulator, (zelf)bedrieger én dochter van een verdwenen man.
Toen ik De verdwijning van Sieger Somerman uit had, zocht ik meteen op of Jori Stam in Noorwegen geboren is of gewoond heeft. Nee, wel ging hij er ieder jaar met zijn ouders op vakantie. Tijdens het lezen bleef ik me afvragen waarom hij ervoor koos zijn verhaal in Oslo te situeren. Maakt het buitenland het verhaal exotischer en mysterieuzer? Kan het Nederlandse deel van het verhaal – Ema’s jeugd en de verdwijning van Sieger – hierdoor vervreemdender beschreven worden? Houdt Stam gewoon heel erg van Scandinavische series als The Bridge? (Ema deed me nogal denken aan de Zweedse Saga Norén, ook al zo’n briljante puzzeloplosser.)
Aan het eind bleef ik wel achter met het gevoel dat ik iets miste. Het gevoel dat Ema als computernerd net niet dicht genoeg benaderd was, dat ik haar net niet goed genoeg leerde kennen om van haar te gaan houden. Ze bleef ongrijpbaar, maar het kan goed zijn dat Stam dat juist heeft gewild om ook hier weer niet te duidelijk of eenduidig te worden.
Een ander gemis: hoewel steeds weer blijkt dat Ema briljant is in haar vak, voelde haar liefde voor programmeren niet zo doorleefd. Dat ze aangenomen wordt bij PROFIL na een mysterieuze programmeertaak die in een bruin pakje bij haar thuis wordt afgeleverd, dat ze min of meer eigenhandig een programma knutselt dat deepfakes in livestreams integreert, of dat ze als kind haar moeders wachtwoord raadt na een poosje aan haar bureau te zitten en na te denken voelde ronduit ongeloofwaardig, net als haar fascinatie voor de computer als kind:
Wat betekenden al die kleurrijke, interessante icoontjes op het beeldscherm, wat gebeurde er als je erop klikte? […] Wat zat er allemaal in de binnenkant?
Ik miste het verzuurde zweet, de frustratie van niet-compilerende code en bugs, het denken als een programmeur. Misschien voelde Ema’s codeerkunde net iets te filmisch, te netjes en rechtlijnig, dat ongelukkig contrasteert met de fijne georkestreerde chaos uit de rest van deze gedurfde, eigentijdse en originele roman.
De verdwijning van Sieger Somerman, Jori Stam. Atlas Contact
Laat een reactie achter