
Donderdagavond was ik bij een avond over Anne Frank als schrijfster. Het was een interessante avond. Het is hartverwarmend dat er nog altijd mensen bezig zijn om iedere punt en komma, ieder toevallig stofje op een pagina in het dagboek, serieus te nemen en te bestuderen. Het is altijd hartverwarmend als mensen dat doen, maar Anne Frank verdient deze aandacht natuurlijk dubbel en dwars.
Na afloop praatte ik wat na met onder andere een educatief medewerker van het Anne Frank Huis, die vertelde dat Anne voor veel kinderen van nu zo lastig te lezen was. Ja, ouderwetse taal en zo, maar vooral toch ook: lange zinnen, subtiele verwijzingen, complexe gedachten.
Nu zal dit vast liggen aan de algehele teloorgang van alles, maar voor een deel blijkt het ook te maken te hebben met het gegeven dat Anne Frank stof is voor het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt er veel minder aandacht aan haar besteed, en dan vooral als onderdeel van het grotere verhaal over de holocaust. Het persoonlijke is voorbehouden aan de basisschool – en die kinderen zijn natuurlijk nét te klein. Op die leeftijd maakt nét te klein een groot verschil.
Obstakels
Het fijne van de basisschool is dat de leerkracht daar nog moeiteloos dingen met elkaar kan vermengen. Ze kan kinderen iets vertellen over de binnenstad van Amsterdam, ze kan ze schrijfopdrachtjes geven, ze kan een klein stukje lezen en een lastig woord aanwijzen, allemaal door elkaar. Op de middelbare school wordt Anne vooral gerekend tot het vak geschiedenis. Bij Nederlands wordt er, volgens die medewerker van het Anne Frank Huis, maar weinig aan Anne gedaan. Er bestaat, om maar wat te zeggen, geen deeltje Tekst in context over Het achterhuis. Terwijl er zoveel over te vertellen valt! Het soort zaken waarover het boek van Elli Bleeker en Peter de Bruijn gaat – de manier waarop Anne haar verhaal vertelde, de literaire technieken die ze inzette om een roman te maken van haar dagboek bijvoorbeeld, het samenvoegen van personages en scenes, het bedenken van namen. Maar ook de manier waarop haar vader de tekst vervolgens een net weer andere vorm gaf. De rol die meertaligheid speelde onder de onderduikers (waarvan de volwassenen allemaal van huis uit Duitstalig waren, maar Nederlands probeerden te spreken). Wat er allemaal zodanig in tachtig jaar veranderd is dat Annes taal voor kinderen nu al lastig is.
De tekst is er kennelijk inmiddels historisch genoeg voor.
Anne Frank is met afstand de best gelezen Nederlandstalige auteur ter wereld.. In veel Europese landen wordt ze zelfs veel beter gelezen dan bij ons – bijvoorbeeld omdat haar dagboek daar een verplicht onderdeel is van een leeslijst. Ze zou hier ook best wat beter gelezen kunnen worden, door kinderen van de leeftijd die zij had toen ze haar dagboek schreef (tussen dertien en vijftien). Daar moeten dan kennelijk wel wat obstakels voor worden weggenomen.
Laat een reactie achter