• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Een stevig gegroeid publieksbereik

2 december 2025 door Marc Kregting 3 Reacties

Bezoeker presentatie van de KANTL-Canon, editie 2025

In De bestsellermachine (2025) vertelt Erica van Boven dat er in de jaren dertig van de vorige eeuw voorzichtige pogingen werden gedaan een lijstjescultuur te stichten. De benaming ‘Meest Gevraagde Boeken’ schiep afdoende voorbehoud om niet te vervallen in ‘commercie’, die even vanzelfsprekend werd verafschuwd als dat Ter Braaks etiket ‘damesromans’ goed verkochte troep veroordeelde. En passant levert Van Boven het fijne detail dat uitgevers in dit decennium de ordinaire term ‘reclame’ meden en daar liever ‘propaganda’ voor neerschreven – dat hogere doel werd in het buurland nogal virtuoos gediend.

Na een wenfase in de jaren vijftig via de ‘meest verkochte boeken’ volgens de CPNB, raakten vanaf 1970 bestsellerlijsten in zwang. Andermaal en passant verrast Van Boven dat daarop naast gekend magneet Wolkers als ‘favoriet van de jongere lezers’ Jacques Hamelink blijkt te hebben gestaan. Was voor het publiceren van zulke data Haagse Post het podium, even later kwam daar Vrij Nederland bij. Tegenwoordig zijn we niet meer zo arrogant te menen dat een bekende of een ‘Schlager’, zoals Van Boven historisch opdiept, automatisch een gebrek aan kwaliteit inhoudt. Ook is er, naast de officiële weekgetallen van de CPNB, geen cultuurmedium dat niet minstens maandelijks eigen hiërarchieën openbaart. Die ogen objectief, op gezag van vertrouwde medewerkers, en al dan niet bewezen door een te verifiëren aantal sterren (ballen).

Wel laten media zo doorschemeren dat de bij hen beoefende kritiek toch the top of the bill is. Ik krijg er altijd jeuk van. Daarom krabde ik ook afgelopen jaar. Twee objecten deelden, als ik prematuur terugkijk, verkapt absolutisme: de Vijftig Beste Nederlandstalige Boeken van de Eenentwintigste Eeuw (door Mediahuis-kranten NRC Handelsblad en De Standaard) en de dynamische Canon van de Nederlandstalige literatuur (door de KANTL).

Provocerend

In mijn beleving vergrootten de twee evenementen de grofheid die ‘De beste nieuwe boeken op een rij’ (NRC) losjes etaleert, ‘Beste Boeken van de Maand’ (De Groene), ‘De tien beste boeken van het moment’ (Parool), ‘De beste boeken van dit moment’ (De Standaard),… Zulke overzichtsrubrieken dienen willekeur als waarheid op, hooguit frequenter – en explicieter als consumentenadvies.

Omdat ze een selectie uit een grove voorselectie voorschotelen, zijn dit vernietigingsoperaties. Een handjevol titels ligt al lang vast en komt wekelijks simultaan aan bod in het boekenprogramma op de televisie en in de diverse cultuurbijlagen. Telkens laten dergelijke terugbliklijsten uitschijnen dat in deze industrie niets onmogelijk is, zodat alles en iedereen evenveel kans maakt. Dat voor De Groene zoiets wordt voorgehouden door Charlotte Remarque, dochter van, is bijna provocerend tegenover een praktijk waarin ongelijkheid is ingebouwd. Ideaal voor het mattheuseffect.

Oef, een rijkelijk plattelandsparanoïde oordeel. Momenteel wordt het met bewijzen overladen. Op Neerlandistiek krijgen alle inzendingen voor de Libris-prijs een signalement, en het zou me verbazen wanneer er voor fanate bijlagenvolgers geen onbekende titels tussen zitten. Ook is er in het bestel een typevoorbeeld voorradig dat de koddigheid van hiërarchische pertinentie onderstreept: Anjet Daanje. Zij bracht haar uitgeverij Passage dermate veel goeds dat Van Boven het zo kan voorstellen, dat dit Groningse huis een vanzelfsprekend landelijk bereik heeft. Dankzij één enthousiaste NRC-recensent dan, die na bijna tien genegeerde Daanje-boeken zijn nek durfde uit te steken; dat zijn plots meebewegende collega’s de geheimtipp al jaren zeiden te geven, hoort bij het ritueel. Vice versa zijn er heel wat namen na bewieroking weggedeemsterd, door de brutaalste critici ontmaskerd als een ‘doorzichtige hype’.

Ik ontken niet dat de lijsten van de Mediahuis-kranten en KANTL reacties opgeroepen hebben die in reguliere termen vallen onder het debat. Bij hun zelflegitimatie hebben de twee zich daar mede op beroepen, tot en met de concrete opzet. Na de Vijftig van deskundigen was er een oproep aan niet-beëdigde lezers om hun lijstjes te sturen en voor de canon was er een uitnodiging om De Blinde Vlek bloot te leggen. Beide lijsten zijn bovendien te situeren in de nadagen van een leescultuur die, zoals Van Boven demonstreert, zijn hoogtepunt had in de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig van de vorige eeuw. Netto resultaten?

Het particuliere

Na het Mediahuis-event richtte mijn plaatselijke bibliotheek, met verwijzing, een kast in die de Vijftig Strafste Boeken van Deze Eeuw heet. Ik weet niet meer wat daar voorheen stond, wel dat de nu uitgestalde titels veel ruimte en aandacht krijgen in verhouding tot de massa verhalend proza die hen in de betreffende zaal omringt. Toch was het extra uitgelichte corpusje al prominent aanwezig, met meerdere, vaak rechtop gezette exemplaren. In een beleveniscultuur, die de bibliotheek gebruikt als ontmoetingscentrum en het magazijn als wegmoffelaar, is dit geen onschuldig detail. Titels worden afgerekend op het aantal uitleningen. Geleidelijk verdwijnen impopulaire broeders uit de collectie.

Nummer 1 van de Vijftig Beste – Daanjes lijvige, meteen bij verschijnen alom besproken roman Het lied van ooievaar en dromedaris – blijkt aanwezig in 282 Vlaamse bibliotheken. Vergelijk dat met de eerste titel die mij, onbekwaam in het selecteren van het beste, te binnen schoot als belangrijk: Arabesken met Zot Polleken (2014) van Willy Roggeman. Dat boekje, waarop ik welgeteld één recensie vond, blijkt beschikbaar in 5 Vlaamse bibliotheken. Mijn brainstorm had ik dan ook wijselijk geparkeerd onder ‘De eenzaamste boeken van de 21e eeuw’. Helaas kwam er geen antwoord of boekhandels ze direct konden leveren, wat bij Daanje geen enkel probleem zal zijn. Zo bewijst het mattheuseffect zich maar weer eens.

Natuurlijk vertekent de vergelijking, omdat Roggeman aantekeningen bundelde die te categoriseren zijn als een ouderwets essay. Toch werden de vijftig Mediahuistitels evenmin gedekt door het etiket roman. Er zat non-fictie tussen, wat overeenkomt met een trendsignalement dat Van Boven voor de eenentwintigste eeuw doet. Verder was er een flietertje poëzie. Opname van Gerrit Kouwenaars totaal witte kamer werd zo verklaard: ‘Met de laatste acht gedichten neemt de dichter op ingetogen wijze afscheid van zijn kort voordien overleden vrouw Paula. Aan deze cyclus ontleent de bundel niet alleen de titel maar ook blijvende roem. De dichter bekende “nog nooit zo dicht bij het particuliere” geweest te zijn.’ Misschien ligt het eraan dat er recent maar liefst twee Kouwenaar-biografieën verschenen zijn en dat er al een beklijvende documentaire over bestond, maar het blijft bizar om een laatste officiële bundel van een coherent oeuvre dat meer dan een halve eeuw besloeg zo te eren.

Rouwproces

Die laatste zin citeer ik uit eigen werk, omdat ik destijds niet wilde ingaan op een facet dat deze eeuw tot volle wasdom is gekomen. Uiteraard betreft dat het autobiografische. Het lijkt een natuurrecht geworden. Erica van Boven stipt de populariteit van familiegeschiedenissen aan, ook bij amateur-auteurs, die zich toont in archiefbezoek, workshops, websites en handleidingen. Ze faciliteren ‘een brede hang naar “het eigene”, de eigen wortels, de eigen identiteit’. Dan gaat Van Boven nog voorbij aan de wildgroei aan schrijfcursussen op academies, hogescholen en universiteiten die de resultaten van zulk onderzoek helpen stroomlijnen. Zou laaglandse literatuur zonder het autobiografische overleven?

Met name treedt het natuurrecht op na verlies. Mijn natte vinger zegt dat het afgelopen decennium, toen generatiegewijs millennials opkwamen, iets in het literair denken is binnengesijpeld. Voormalig Raster– en Revisor-redacteur Piet Meeuse, uit de autonomistische school, begint nu een recensie over lichamelijk onheil dat een dichteres is overkomen en waarvan ze in een bundel verslag zou doen. De poëtica van de troost lijkt door een pragmatische molen gehaald, die resultaat biedt. Een uitkomst heet bijvoorbeeld De gedichtenapotheek. Poëzie op recept voor het hart en het hoofd (2024). In die ironisch getitelde bloemlezing van Philip Huff staat dat literatuur ‘helpt’.

Misschien wordt het verschil duidelijker door Esther Jansma’s poëzie te memoreren, vanaf het eind van de jaren tachtig. Er schemerde een persoonlijk drama door, maar het werd veralgemeniseerd en niet bij naam en toenaam genoemd. De dichteres weerlegde biografische verbanden die sommige –mannelijke – recensenten legden. Vergelijk dat met de recent dubbel bekroonde bundel Rozige maanvissen. Op de achterflap: ‘De vriendin van Sytse Jansma kreeg op tweeëndertigjarige leeftijd een hersenbloeding, en stierf onverwachts. Jansma besloot zijn rouwproces vast te leggen om haar dicht bij zich te houden.’

Van hieruit kan ik naar de KANTL-keuze voor Herman de Conincks Met een klank van hobo (1980) die een verwerking van een overledene blijkt. Wat destijds voor insiders meeklonk, geldt nu als selling point. Vanuit Erica van Bovens standpunt klopt het bovendien dat auteurs veel meer een merk zijn. Dat van De Coninck, bij leven al een mediafiguur, is na zijn vroege dood door vrienden en bekenden met tomeloze energie uit de grond gestampt. De Standaard der Letteren vroeg voor een ‘zomerreeks’ over de gecanoniseerden dan ook geen dichter bij deze bundel, maar filosoof-jurist Lieselot Mariën wier autobiografische debuut de buitenwereld had verduisterd om het particuliere te delen. Haar bijdrage cirkelde rond lessen uit De Conincks verlies; in een ander deel van de zomerreeks ried, omwille van herkenning, pedagoog Bruno Vanobbergen Met een klank van hobo van harte aan.

Toetsenbordridders

Vanuit het perspectief van een canon die eeuwen beslaat en waarvoor de KANTL bijvoorbeeld de geweldige kunsthistorica-essayiste Leen Huet had aangezocht, lijkt de stem van niet-letterkundigen aanbevelenswaardig. Een stelling die De bestsellermachine ongewild en ontroerend huldigt. Bij een verkoopstrijd tussen Herman Koch en Kluun, die K2 werd genoemd, tekent Van Boven namelijk aan: ‘een verwijzing naar de meidengroep K3 die veel succes had bij een heel jong publiek en ook als mediafenomeen hoog scoorde’. Out of the box huizen allicht verrassende ideeën. Naast Mariën en Van Obbergen gaf De Standaard der Letteren in de zomerreeks het woord af aan actrice Charlotte De Bruyne en voormalig justitieminister Koen Geens. Toch waren literaire auteurs in de meerderheid. Zoals canoncommissievoorzitter Erik Vlaminck, opgeleid als sociaal werker en vandaaruit columnist bij de krant als de ongefortuneerde Dikke Freddy. Acte de présence gaf ook Tom Lanoye, die luttele maanden eerder van De Standaard der Letteren al rangordes moest becommentariëren: bij de Vijftig Beste Nederlandstalige Boeken was er een podcast, waarin de erudiete en welbespraakte schrijver bewees niet om een mening meer of minder verlegen te zitten.

Lanoye had, samen met FixDit-lid Gaea Schoeters, meteen in een interview voor De Standaard der Letteren gereageerd op de canontitels. Dezelfde dag traden de twee op bij een KANTL-presentatie op Kasteel Beauvoorde. Eerst was de nieuwe versie gelanceerd door Kristien Bonneure, Lieke van Deinsen en voorzitter Vlaminck. Samen waren ze nog niet de helft van de commissie. Van hen is Van Deinsen neerlandicus – en geen lid van de KANTL. Aan het debat over hun lijst, dus niet met hen, nam naast Lanoye en Schoeters vervolgens de recentste KANTL-aanwinst deel, auteur Koen Peeters, opgeleid als communicatiewetenschapper en cultureel antropoloog. De resterende schrijversnamen op Beauvoorde zouden bijna allemaal op VRT-Nieuws, ook al in een ‘zomerreeks’, hun inzichten over de titels geven. Daar was de fameuze psychiater Dirk De Wachter buitenstaander van dienst, over Hersenschimmen; later zou Schoeters haar betoog uitwerken op De Reactor.

Voor De Standaard der Letteren sloot Lanoye de zomerreeks af. Hij prees Multatuli’s Max Havelaar. Over die klassieke koffieroman is veel geschreven; Lanoye bracht geen nieuwe inzichten. Hij greep het boek aan om zich in te graven in de actualiteit. Eén verondersteld kenmerk van canonteksten is immers dat ze herlezen kunnen worden in andere constellaties. Na exercities over de hedendaagse koffie-industrie en Starbucks en Lavazza kantte Lanoye zich tegen ‘Gentse boudoirsofisten [Maarten Boudry], amechtige baronessen [Mia Doornaert] en bedaagde senior writers [Joël De Ceulaer]’. Dat zal hem zo goed zijn bevallen, dat hij het stukje een maand later overdeed voor NRC. Wel moest Lanoye de vijanden aanpassen aan de markt: ‘toetsenbordridders als Wierd Duk, Leon de Winter en alle andere Telegraaf-columnisten’.

Schuttersput

Het canon-format rijmt, net zoals de Vijftig Beste (en zoals de door Van Boven beschreven gewoonte om oplagecijfers en aantal drukken als argument op te voeren), met neoliberale kwantificeringsdrift. Andermaal blijkt bovendien het debat geprivatiseerd. De KANTL speelde in op het verdienmodel van de opinie-industrie door de komkommertijd van de zomervakantie, die in België het openbare leven twee maanden stillegt, te benutten en merkauteurs te laten bijverdienen. Spraakmakendheid op bestelling. Een kind kon vervolgens zien aankomen dat Vlaams-nationalisten klaarstonden met het schuimende invectief woke.

Ook commissieleden figureerden in die outsourcing. Uit de lastig te negeren FixDit-gelederen had Annelies Verbeke een gemoderniseerde versie van Lovelings Het revolverschot gebracht, die haast wel dynamisch vereeuwigd moest worden. Dat van die roman medecommissielid Huet al vóór de eeuwwisseling een uitgave had ingeleid, deed er niet toe: officieel was nu pas de tijd rijp voor een rehabilitatie. Moet geestdrift zijn plaats kennen? In dat licht verheldert Van Bovens studie, die sowieso buiten de canon treedt. Als gelauwerde ‘spontane bestsellers’ van de eenentwintigste eeuw noemt ze Franca Treurs Dorsvloer vol confetti en Robert Vuijsjes Alleen maar witte mensen. Deze romans werden door het 81-koppige kennerspanel al geen enkele keer meer voorgedragen voor de Beste Vijftig. Het ook met de Publieksprijs bekroonde requiemboek Tonio van A.F.Th. van der Heijden wel, maar te weinig voor dit Mediahuis-pantheon.

Het KANTL-spel hoort niet alleen vanwege de nieuwsluwheid bij de zomer. Doordat het ditmaal 2025 was, kon ook het onderschatte begrip ‘kwarteeuw’ ronde aanspraken maken. Tijd voor lijstjes! Week na week presenteerde De Standaard inderdaad bijvoorbeeld de beste kunstwerken, voorstellingen, games, tv-programma’s, techproducten, films, popalbums en tv-series. Naast de enscenering van het debat waren ondertussen op de dynamische canon al lang en breed andere visies gepubliceerd. Met hyperlinks en citaten stonden er een paar op Tzum. Deze literaire nieuwssite publiceert zelden over Vlaanderen, terwijl ze een verbluffend uithoudingsvermogen heeft in het citeren van Facebookposts, beurstoekenningen en toptienen. Hier smoorde ze elke discussie door, conform Lanoyes discours, te jennen (tegen oude, witte heteroseksuele mannen). Ongetwijfeld terecht bleven kanttekeningen van mij daarbij ongenoemd, maar bijvoorbeeld ook Johan Velters gedetailleerde commentaar werd verzwegen.

Was het voor mij dus al bizar dat de KANTL op de presentatie de canonlijst liet bediscussiëren zonder commissieleden, het debat werd bovendien geleid door Dirk De Geest in plaats van hem te laten meedoen. Alleen al over de met ongeloof ontvangen toetreding van Herman de Coninck, dunkt me, zou hij als moderne-poëziespecialist het nodige te zeggen hebben gehad. Net als andere kenners-leden van de KANTL, van wie taal noch teken. Niet alleen is het debat dus geprivatiseerd, er wordt niet eens de illusie gewekt dat er een uitwisseling plaatsvindt – elk een eigen schuttersput.

Terbraakheid

Misschien is de hele KANTL-episode voor Nederlanders verweggistan of een lucratief ideetje. Erica van Boven meldt in De bestsellermachine dat uitgeverij Wereldbibliotheek, ofwel ‘de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Literatuur’, vanaf 1920 groot succes had met een Vlaamse Bibliotheek. Maar dit is natuurlijk ook weer geen exotisme; aan de Belgische uitgeverij Houtekiet ontsproot deze eeuw exact dezelfde fondslijn. Het brengt mij bij het ongemakkelijke gevoel dat kennis en geheugen sterk samenhangen.

Wel verklaart die lastige combinatie de consumententips waarin honorabele literaire initiatieven over Het Beste vervallen (en waarmee ik een gradueel verschil zie met teksten van het type ‘Vijf shampoos om je vette haar binnen één minuut droog te krijgen’). Ik voor mij wil best proberen daar enthousiast over te doen, lezen zit in mijn bloedbaan. Maar, terwijl het talent voor terbraakheid mij ontbreekt, goed lukt dat niet. En al is het nog maar net december, nu al wordt kritische ruimte geofferd aan gepassioneerde autoriteiten die weer moeten ontboezemen wat uit de selectie-van-de-selectie de meest fantastische titels van 2025 waren. Must Reads, of hoe heet dat.

Ieder zijn hobby en/of gezelschapsspel, uiteraard. Maar iets groters buigt zich over deze tijd en de dataverzamelingen van zowel de KANTL als de Vijftig Beste suggereren dat het om vermarkting gaat. Uiteindelijk heeft het met democratie te maken, andermaal over de landsgrenzen heen. Dus moeten we, luidt mijn overtuiging, zorgvuldig om ons heen blijven kijken, om de omvang in te schatten waarmee het literaire bedrijf zijn ensceneringen opvoert.

Op dat vlak moet ik even urmen over De bestsellermachine, hoe boeiend ook. Het is, verklaart Van Boven in het voorwoord, een vernieuwde editie van Bestsellers in Nederland (2015). Updates hadden verder kunnen worden doorgevoerd. Of bestaat de Anna Bijnsprijs toch nog? De allerlaatste titel die Van Boven toelicht, is uitgerekend Het lied van ooievaar en dromedaris; tussen de vele eerbewijzen die ze bij deze roman noemt ontbreekt die van De Beste Vijftig. Ingrijpend is het stilzwijgende besluit om niet de recentste oplagecijfers en drukken te geven. Bij Knielen op een bed violen, ‘eerder een cultus dan een hype’,stopt Van Boven bij 850.000 exemplaren na de 53e druk uit 2012, zegt nog dat Siebelinks roman in 2016 is verfilmd, maar niet de tussenstand toen het boek weggezonken was onder De Beste Vijftig.

Ontlezing

Evengoed kan ik mijn verhaal niet zomaar eindigen. Inmiddels is het dramatische nieuws gekomen dat de Vlaamse regering zwaar op de KANTL gaat bezuinigen. Zoals bekend is ook De Lage Landen de sigaar en Jozef Deleu wachtte niet eens en stopte zijn poëzietijdschrift Het Liegend Konijn. Het ligt voor de hand deze ontwikkelingen te bejammeren, maar de geschiedenis van de dynamische canon toont al dat nuances welkom zijn: het debat is uit de weg gegaan, de informatie voor scholen was oppervlakkig en opportunistisch, en de participerende auteurs treden overal elders ook op. De lancering was gratis, inclusief een receptie en een busrit naar het kasteel, vanuit station Veurne. Natuurlijk is dat aangenaam, in een feeërieke omgeving, maar toch ook verwend.

De KANTL zetelt in Gent, de provinciestad die het mondaine Antwerpen heeft verdrongen als literair centrum en die makkelijk bereikbaar is. Wat was erop tegen daar ‘het debat’ te houden? Helemaal getuige de machinerie die Van Boven beschrijft om producten te ‘maken’, dunkt het me ook een deontologisch randgeval dat De Standaard der Letteren, die bij de Vijftig Beste al Gentse overmacht toonde, haar poorten opende voor dit project. Voor VRT-Nieuws werden álle teksten verzorgd door commissie- en KANTL-lid Kristien Bonneure; het waren interviews van een vaardig journaliste. Zelf klopt de KANTL zich op de borst over ‘een stevig gegroeid publieksbereik, (…) onder meer dankzij samenwerkingen met landelijke media’.

Welkom in België! Land van zelfhaat, ook bij bezuinigingen? De KANTL-canon ‘kwam tot stand met steun van de Vlaamse overheid en Literatuur Vlaanderen’. Ik wil niet goedkoop de subsidies noemen waarmee de KANTL en zeker ook De Lage Landen werkten, maar de bedragen zijn gigantisch. Ook vind ik het verschrikkelijk om ongewenste stemmen door een horrorbezuiniging het zwijgen op te leggen, maar ik vrees te moeten vloeken in de kerk: de instanties brengen niets dat niet ook elders te vinden is. Ze volgen de agenda, waarin een holle term als ‘dynamisch’ als het toppunt van inzicht geldt en een oudbakken metafoor als De Blinde Vlek door moet gaan voor schrandere zelfkritiek.

Des te schriller de protesten. De KANTL mag zich in haar verweer dan wel presenteren als een organisatie ‘die actief inzet op de strijd tegen ontlezing’, er bestaat ook zoiets als ontschrijving. De open brief van De Lage Landen ervoer ik zelfs als intimiderend, door alle boldjes bij de retoriek én door het gewicht van de ondertekenaars uit de mainstream literatuur en het zakennetwerk. En wist de buitengewoon invloedrijke en geliefde Deleu zich jaren geleden al de revolutiepoëzie van Jeroen Mettes toe te eigenen, nu meldt hij: ‘Dichters blijven machthebbers erop wijzen dat woorden ertoe doen en dat taal niet ondergesneeuwd mag raken onder het verbalisme van de politiek en de commercie.’

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: bestsellers, canon, de lage landen, letterkunde, lijsten

Lees Interacties

Reacties

  1. Jan Uyttendaele zegt

    3 december 2025 om 09:56

    Zie over de canon van de KANTL ook: https://neerlandistiek.nl/2025/08/een-nieuwe-canon-voor-de-klas/

    Beantwoorden
  2. Joris Note zegt

    4 december 2025 om 11:19

    Een scherpzinnig en moedig stuk.

    Beantwoorden
  3. LDK zegt

    4 december 2025 om 22:00

    Ja, ‘success breeds success’. En extra erg lijkt me, dat bijvoorbeeld ook sommige grote cultuurfondsen (ik ken dit uit Duitsland en Nederland) zo’n beleid voeren dat je al uiterst succesvol moet zijn om als aanvrager voor subsidie in aanmerking te komen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Edwin Fagel • Ik antwoord de conducteur goedenavond

Ik antwoord de conducteur goedenavond
zoals ik amen antwoord op de hostie
ik volg de structuren van de samenleving
ik houd me aan de regels.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

WINTERMORGEN

Vastgeworteld in de richting van het waaien,
in die dromen scheefgegroeid bukken de bomen.
Elke ochtend in de wind die een maaier nabootst
en het bewegen van wie zand graaft, raap ik tussen
stammen, zoek ik talmend, breek ik berketakken. [lees meer]

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1933 Wim Hendriks
1948 Hans den Besten
sterfdag
1831 Willem Bilderdijk
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise de Vos – Van alles de laatste

Elise de Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d