Toen met name mijn Noord-Nederlandse collega’s in het begin van de negentiende eeuw op de vleugels van de Romantiek – de taal is de ziel van het volk – zich bezig gingen houden met middeleeuwse literaire teksten, betraden zij een wereld die hen volkomen vreemd was. Uitzonderingen daargelaten verkeerde men in de vaste overtuiging dat die Middeleeuwen weliswaar taalkundig interessant waren, maar dat zij ons cultureel, religieus en wetenschappelijk niets konden leren. En helaas denkt men dat boven de grote rivieren nog altijd.
Voor onderwijsdoeleinden werd een ‘canon’ opgesteld die voldeed aan negentiende-eeuwse normen en waarden: lekker kort, vooral niet te Rooms-katholiek en oorspronkelijk Middelnederlands.
De eisen die ikzelf aan een literaire canon van de Middelnederlandse letterkunde stel, luiden: diversiteit en representativiteit. De canon moet de veelheid aan genres weerspiegelen en representatief zijn voor wat eigen is aan de Middeleeuwen. Het gaat er niet om of wij een middeleeuwse tekst mooi vinden, maar: Welke teksten vonden middeleeuwse mensen mooi (en waarom)?
Teksten die in de negentiende eeuw kansloos waren voor een plaats in die top-tien waren lange teksten die anders eindigden dan ze begonnen, die geen eenheid van ‘stijl’ en ‘handeling’ kenden en ‘wijdlopig’ waren. En laat dat nou typisch middeleeuws zijn! Wij staren ons blind op Karel ende Elegast, een tekst die weliswaar ruimschoots voldoet aan de eis van middeleeuwse populariteit, maar die absoluut niet representatief is voor het genre middeleeuwse Karel-epiek. Daarvoor moet men andere boeken lezen: Galien Rethore, Karl Meinet, Maugis d’Aigremont, Ogier van Denemerken, Renout van Montalbaen, Valentijn ende Oursson.
De invoering van studiepunten was zogenaamd bedoeld om studenten te beschermen tegen te veel eisende docenten, maar de ware reden was studieduurverkorting. Dat maakt het lezen van lijvige middeleeuwse romans nog lastiger in te passen in het curriculum. En toch ‘moet’ het. Lezen is duursport.
Al weer een jaar of wat geleden ben ik begonnen met het publiceren van lange middeleeuwse teksten in de vorm van een feuilleton in de hoop dat een roman in hapklare brokken lichter verteerbaar is dan een spreekwoordelijke dikke pil. Ik heb geen idee hoeveel lezers deze feuilletons hebben, maar denk aan de Oud-testamentische stad Sodom, die gespaard had kunnen blijven indien er slechts 10 rechtvaardigen gevonden zouden kunnen worden.
Ik ga hier en nu niet verklappen wat het volgende feuilleton wordt dat Inge Van Outryve en ik over een maand of drie, als onze trouwe lezers weer onthoudingsverschijnselen gaan vertonen, capittel voor capittel online zullen zetten. In plaats daarvan heb ik een vraag: Welke collega’s gaan op Neerlandistiek als feuilleton een complete editie bezorgen van Die historie van Belgis, diemen anders namen mach: Den spieghel der Nederlantscher audtheyt (Gent 1574)?
“Maar die staat toch al op de DBNL?”, hoor ik u denken.
Ja, een negentiende-eeuwse, gereduceerde herdruk, maar niet de originele versie. Het is écht de hoogste tijd om deze blockbuster de editie te geven die hij verdient, te beginnen op Neerlandistiek.
Willem Kuiper is gepensioneerd universitair docent Middelnederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en al dertig jaar betrokken bij Neder-L-Neerlandistiek.
Berthold van Maris zegt
Waarom worden die teksten niet gewoon in boekvorm uitgegeven?
Uiteraard met een bijpassende subsidie. Inclusief subsidie voor marketing en distributie, zodat die edities ook een tijdje bij de betere boekhandels op de tafel liggen. Aankloppen bij het Nederlands Letterenfonds dus, of misschien kan het Huygens Instituut er geld in steken.
Ik denk niet dat veel mensen dit soort omvangrijke teksten helemaal online gaan lezen. Mij lukt dat in ieder geval niet.
Willem Kuiper zegt
Die boeken op papier uitgeven is een kostbare zaak. Wie liever van papier leest, kan de pdf afdrukken en daar zelf een ‘boek’ van maken. Al anderhalf jaar lang probeer ik de uitgeverij AUP te interesseren in een Printing on Demand service voor deze tekstedities. Als een docent met zijn studenten bijvoorbeeld het prachtige verhaal over Valentijn en Oursson wil lezen, dat die bijvoorbeeld 20 exemplaren kan bestellen tegen kostprijs. Ik hoef er niets aan te verdienen. Ik heet geen Sywert. Als de uitgeverij genoegen neemt met een bescheiden marge dan moet dit toch realiseerbaar zijn? Maar tot op heden geen reactie van betekenis.
W.K.
Emanuel de Witt zegt
Dank voor de vervolgverhalen. Ik lees ze met plezier.
Willem Kuiper zegt
Leuk om te lezen. Wordt vervolgd!
jandeputter zegt
Ik geloof dat ik het al gezegd heb: Dank voor het beschikbaar maken van deze teksten!
Willem Kuiper zegt
Dank je wel, Jan. Tot over een paar maanden als onze volgende editie online gaat.