40 jaar tandeloos (38) De euforie van Ernst Quispel in Advocaat van de hanen is een intrigerend fenomeen. Normaliter denken wij, westerse mensen rond het jaar 2000, over gevoelens en gedachten als dingen die in een individu plaatsvinden. Ik denk in mijn hersenen, mijn gevoelens doen zich ook ergens gelden in mijn lichaam. Ze zijn allemaal van mij, en ik kan wel proberen ze … [Lees meer...] overGeluk werkte verlammender dan leed
A.F.Th. van der Heijden
Met rebelse overmoed denken dat je over een vrije wil beschikt
40 jaar tandeloos (een intermezzo) "Elke schrijver die enige faam weet te verwerven," schreef Gerard Raat in 1999, "wordt het onderwerp van publicaties over zijn leven en werk." Ja, in 1999! Moet je nu, 25 jaar later nog eens komen. Er verschijnen schrijversbiografieën over morsdode schrijvers bij de vleet, maar boeken over iemands werk zijn inmiddels op de vingers van één … [Lees meer...] overMet rebelse overmoed denken dat je over een vrije wil beschikt
Verkeerde schoenen
40 jaar tandeloos (37) De eerste en enige keer in mijn leven dat ik A.F.Th. van der Heijden in het echt zag, was ik onder de indruk van zijn schoenen: half-hoog, in mijn herinnering bordeauxrood gekleurd. Hij werd, ergens aan het eind van de jaren tachtig, geïnterviewd in Tilburg, naar mijn herinnering in een kroeg. Ik studeerde toen in Tilburg. Ik weet niet meer waarom … [Lees meer...] overVerkeerde schoenen
Wegcijferen van de jeugd, dat bedoel ik
40 jaar tandeloos (36) Af en toe lijkt A.F.Th. van der Heijden profetische gaven te hebben gehad. In Advocaat van de hanen spreekt de 37-jarige advocaat Ernst Quispel in 1985 met een aantal jonge 'hanen', jongens met hanenkammen die op dat moment niet ouder zijn dan twintig (en dus geboren zijn in de tweede helft van de jaren zestig). De roman is zelf verschenen in 1990. … [Lees meer...] overWegcijferen van de jeugd, dat bedoel ik
Die voor het historisch materialisme zo nutteloze wezens
40 jaar tandeloos (35) Aan het begin van Advocaat van de hanen begint heeft de advocaat Ernst Quispel een aantal door ontgiftingsverschijnselen ingegeven visioenen. Die gaan allemaal over indringers – gaandeweg komen we erachter dat dit krakers zijn. Ze zijn vanwege hun punkhaardracht de hanen uit de romantitel, maar ze nemen in de visioenen de gedaanten aan van allerlei … [Lees meer...] overDie voor het historisch materialisme zo nutteloze wezens
Plechtig en in alle nederigheid verklaar ik mezelf hierbij heilig
40 jaar tandeloos (34) En dan komt, tegen het eind van de oorspronkelijk geplande trilogie De tandeloze tijd, die je zo gemakkelijk kunt lezen als een postkatholiek boek, een poging om te leven in een werreld zonder de katholieke kerk, ineens ook nog Christus ter sprake. Ja, over Jezus is dan al een paar keer eerder gesproken. Een van de personages van deel 3 heet nota … [Lees meer...] overPlechtig en in alle nederigheid verklaar ik mezelf hierbij heilig
De zure geur van speeksel
40 jaar tandeloos (33) De lichaamssappen vloeien rijkelijk in De tandeloze tijd. Je kunt als het ware per deel wel een bad vullen met alle sperma, urine, zweet, bloed en vaginaal vocht. Het is geen wonder dat er ook zo veel gedronken wordt in het werk, zou je zeggen. Het moet ergens vandaan komen. Maar het opvallendst is misschien wel het speeksel: ik geloof niet dat … [Lees meer...] overDe zure geur van speeksel
Dwaal rond en huiver
40 jaar tandeloos (32) Toen de Amerikaanse kunstenaar Edward Kienholz in 1994 plotseling aan een hartaanval overleed – hij was zwaarlijvig en had diabetes – zette zijn vrouw, met wie hij vaak had samengewerkt, zijn lichaam gebalsemd rechtop in een auto. In zijn zak had hij een dollar en een spel kaarten, op de achterbank stond een urn met de as van zijn hond, en er lag een … [Lees meer...] overDwaal rond en huiver
Als een kleuter op zijn kont in de ondiepe zee
40 jaar tandeloos (31) Er zijn allerlei redenen te bedenken waarom deel twee van deel drie van De tandeloze tijd de titel Onder het plaveisel het moeras heeft gekregen. Sommige analytici wijzen erop dat Albert Egberts zijn totale verrotting als heroïneverslaafde weet te verstoppen onder een mooi pak. Daaraan zou je kunnen toevoegen dat hij ze ook onder taal probeert te … [Lees meer...] overAls een kleuter op zijn kont in de ondiepe zee
Een sneeuwbal waar alle witheid uitgeknepen was
40 jaar tandeloos (30) Tegen het eind van De tandeloze tijd vat Albert Egberts het plan op om Arend-Jan Baartscheer te vermoorden. Hoewel Egberts zich in de duizenden pagina's die voorafgaan aan die moordaanslag geregeld ergert aan Baartscheers openlijke flirt met het nazisme, is er weinig dat erop wijst dat hij echt denkt dat de wereld beter af zal zijn zonder dit lid van … [Lees meer...] overEen sneeuwbal waar alle witheid uitgeknepen was
Onze eigen tanden verwaarlozen zonder angst voor een kunstgebit
40 jaar tandeloos (29) Dat er dertien jaar verschil zat tussen de eerste delen van De tandeloze tijd en het tweedelige deel 3, waaraan kun je dat merken? Niet erg aan de stijl, geloof ik. Iemand zou misschien een stilistische analyse kunnen uitvoeren met de computer of er iets veranderd is aan de interpunctie of het gebruik van bepaalde woorden, maar dat lijkt me dan het … [Lees meer...] overOnze eigen tanden verwaarlozen zonder angst voor een kunstgebit
Saint Egberts
40 jaar tandeloos (28) Misschien wel de meestgenoemde schrijver in De tandeloze tijd is Jean Genet. Sowieso is de Franse literatuur van laten we zeggen het derde kwart van de twintigste eeuw belangrijk in het werk – Maigret, Céline, Sartre. Maar Genet – dichter, dief, schrijver, prostitué, journalist, activist – spant de kroon. In Stemvorken blijkt hij de favoriete … [Lees meer...] overSaint Egberts
Een jonge, sjofele vader, met zijn kind in een stoeltje aan het stuur
40 jaar tandeloos (27) Wanneer je een gigantisch werk becommentarieert, zoals ik nu probeer te doen met De tandeloze tijd, is de verleiding groot om je te richten op de grote lijnen: de al dan niet filosofische gedachten, de thema's die telkens weer terugkeren en verder worden uitgediept, de constructie van zo'n gigantisch, vele duizenden pagina's omspannend taalbouwwerk … [Lees meer...] overEen jonge, sjofele vader, met zijn kind in een stoeltje aan het stuur
Verheerlijkt dan God met uw lichaam
40 jaar tandeloos (26) Ik heb er bijna spijt van dat ik aan het begin van deze reeks heb geopperd dat je De tandeloze tijd kunt lezen als een zoektocht naar een bijbel zonder God, een manier om het christendom te bewaren in een wereld waarin je niet katholiek meer bent. Het was me nooit zo sterk opgevallen dat het er wel heel dik bovenop ligt. God komt wel heel vaak ter … [Lees meer...] overVerheerlijkt dan God met uw lichaam
Er was geen straaljager – wij schreven in de lucht
40 jaar tandeloos (25) Tot de moeilijkst te duiden passages in De tandeloze tijd behoren de twee hoofdstukjes die Knapensluimer heten in Onder het plaveisel het moeras. De schrijver Patrick Gossaert is, in een Wassenaars retraitecentrum, op zoek naar een 'vertelinstantie' om de verhalen van Albert Egberts te kunnen laten vertellen. In deze hoofdstukjes heeft hij die … [Lees meer...] overEr was geen straaljager – wij schreven in de lucht
Als er eentje warme brieven gaat schrijven, nou
40 jaar tandeloos (24) Op het eerste gezicht zomaar een anekdote in Onder het plaveisel het moeras. De kunstenaar Flix vraagt Albert in Italië een fles in het water te gooien. In de fles zit een geadresseerde brief aan Flix' geliefde Thjum, en daarbij herinnert Albert zich dat hij als puber ook liefdesbrieven liet wegbrengen door een ander: ’s Avonds na het eten, … [Lees meer...] overAls er eentje warme brieven gaat schrijven, nou
Ik was benieuwd wat voor monster uit dat ei te voorschijn zou komen
40 jaar tandeloos (23) Claustrofobie is een belangrijk thema in De tandeloze tijd: mensen zitten voortdurend tegen hun zin opgesloten. En daar binnen schuilt het gevaar. De reeks begint al met een proloog waarin Albert Egberts zich in een auto begeeft en daar wordt aangevallen door een hond. Het woord benauwd komt – behalve in Weerborstels – in ieder deel wel een aantal … [Lees meer...] overIk was benieuwd wat voor monster uit dat ei te voorschijn zou komen
Vakantie in het Niets
40 jaar tandeloos (22) Het kan niet de bedoeling zijn geweest van de auteur, want die kon het bij het schrijven onmogelijk voorzien, maar als er één ding De tandeloze tijd duidelijk plaatst in de tijd, is het de heroïneverslaving van Albert Egberts. Aan het begin van de jaren tachtig stond die verslaving enorm in de belangstelling. Niet alleen waren er in die tijd ongeveer … [Lees meer...] overVakantie in het Niets
‘Ja, dat zei die verkrachter ook tegen zijn slachtoffer’
40 jaar tandeloos (21) Personages in De tandeloze tijd zijn vaak te herkennen aan wat ik poëtisch sarcasme zou noemen. Ze geven blijk van een inktzwart mensbeeld, maar kiezen om dat uit te drukken de allerglanzendste tint zwart. Een heel sterk voorbeeld ervan is een scene die door merg en been gaat in Het hof van barmhartigheid. Zwanet gaat naar het politiebureau om … [Lees meer...] over‘Ja, dat zei die verkrachter ook tegen zijn slachtoffer’
Tussen hun lichamen een ijskoude metalen ring
40 jaar tandeloos (20) Bewonderaars van A.F.Th. van der Heijden organiseerden al wandel- en fietstochten in allerlei locaties die een rol spelen in het werk van de schrijver – Geldrop, Nijmegen, Den Bosch, Eindhoven, Amsterdam (Napels ontbreekt). Nu wordt er in dat werk ook heel wat heen en weer gelopen en gefietst, en niemand zij het genoegen ontzegd om een dagje langs … [Lees meer...] overTussen hun lichamen een ijskoude metalen ring
Die naar believen zwellende of smeltende, vervette vleeshomp
40 jaar tandeloos (19) Naast allerlei andere soorten boeken is De tandeloze tijd ook een studie in het dynamische karakter van de identiteit. Wie ben ik? Wie ben jij? Wie is de ander? Jos Joosten heeft een tijdje geleden hier de Franse sociologe Nathalie Heinich geciteerd die zegt dat een identiteit altijd drie lagen heeft: Het komt er dus op neer dat onze … [Lees meer...] overDie naar believen zwellende of smeltende, vervette vleeshomp
Janneke
40 jaar tandeloos (18) Ook voor wie af en toe een pauze wil uit de dwingende stijl van A.F.Th. van der Heijden, biedt De tandeloze tijd uitkomst, want af en toe blijkt een personage een boek te pakken of te lezen, en dat levert altijd interessante titels op. In De gevarendriehoek komt een passage voor waarin de vader op een ochtend na een weer een nachtelijke dronken … [Lees meer...] overJanneke
Vloeken is het bidden van de ongelovige
40 jaar tandeloos (17) Hoe meer ik De tandeloze tijd teruglees, hoe meer ik me moet verzetten tegen de neiging dat de cyclus, of toch minstens de eerste delen ervan, als postkatholiek te lezen zijn: een zoektocht naar een manier om het leven te kunnen begrijpen na het katholicisme. Het idee is te aantrekkelijk om te verlaten, maar je wilt natuurlijk niet zo’n hele cyclus … [Lees meer...] overVloeken is het bidden van de ongelovige
Het boekje is voor een groot deel van het Nederlandse lezerspubliek moeilijk
40 jaar tandeloos (16) Aan het begin van Weerborstels staat Albert Egberts als jongetje weemoedig te kijken hoe een medium oprukt: Ik was net elf geworden, en het was al een hele tijd aan de gang, onstuitbaar. Van steeds meer daken, uit de schaduw van steeds meer schoorstenen schoot het op, het kale onkruid, het dorre gewas van televisieantennes. De weemoed lijkt … [Lees meer...] overHet boekje is voor een groot deel van het Nederlandse lezerspubliek moeilijk
Niet te overvloedig besproet met cacao uit de strooibus
40 jaar tandeloos (15) Een leesproject dat ik ooit nog wil ondernemen: een over Italië in de Nederlandse letteren, op zijn laatst natuurlijk beginnend bij Couperus, en eindigend bij de huidige Grote Drie van de Nederlandse schrijvers in Italië – Frida Vogels, Geerten Meijsing en Ilja Pfeijffer. Ik denk dat er, behalve Amerika, geen land is dat de Nederlandse schrijvers zo … [Lees meer...] overNiet te overvloedig besproet met cacao uit de strooibus